Sluiten

Kanarie

De kanarie staat bekend om de mooie zang van het mannetje en is daardoor erg geliefd. Bovendien zijn er door kweken enorm veel verschillende kleurslagen ontstaan. Het zijn sociale vogeltjes die zowel in huis als in een mooie buitenvolière gehouden kunnen worden.

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de kanarie het huisdier is dat u zoekt.

Algemeen

Kanaries zijn zangvogels die zowel in de huiskamer als in een volière gehouden kunnen worden. Mannetjes kunnen prachtig zingen.

De kanarie stamt af van de wilde kanarie, Serinus canaria, die onder meer voorkomt op de Canarische eilanden waar hij naar vernoemd is. Deze oorspronkelijke kanarie is grijsbruin met geelgroen van kleur.

In de 15e eeuw werden kanaries voor het eerst meegenomen naar Spanje waar ze aan het hof en bij de adel populair werden vanwege hun zang. In de 16e eeuw ontstond er vanuit de Canarische eilanden een handel in de wilde kanarie waardoor de kanarie door heel Europa werd verspreid. Men begon er ook mee te kweken. Daarbij werd waarschijnlijk ook gekruist met onder andere de kleinere Europese kanarie Serinus serinus, waardoor een gele kanarie ontstond. Er kwamen kwekers die zich vooral bezighielden met verschillende kleuren en kwekers die zich richtten op de zang. Inmiddels bestaan er allerlei verschillende rassen en is de kanarie over de hele wereld verspreid als huisdier.

Kanaries zijn gemakkelijk te houden vogels, die prima samen gehouden kunnen worden met andere zangvogelsoorten. Een tamme kanarie wordt bij goede verzorging gemiddeld twaalf jaar oud.

Verschillende varianten

Er zijn kleurkanaries, zangkanaries en postuurkanaries.

Kleurkanaries worden op kleur en type gekweekt. Er zijn bijna vierhonderd officiële kleurslagen en twee hoofdgroepen, namelijk de gepigmenteerde (met bruin en zwart pigment in de veren) en de ongepigmenteerde kleurkanaries (rood, geel, wit). De kleurkanarie is 13 tot 14 centimeter (cm) lang.

Alle kanariesoorten kunnen zingen, maar zangkanaries zijn speciaal voor de zang gekweekt. Bij deze vogels zijn type en kleur minder belangrijk. Dit zijn bijvoorbeeld de Waterslager, de Harzer kanarie en de Timbrado.

Postuur- of vormkanaries zijn vaak te zien op tentoonstellingen. Deze vogels zijn op uiterlijke kenmerken gekweekt. Ieder ras heeft zijn eigen karakteristieke uiterlijk. Deze kanaries verschillen dan ook enorm van elkaar. Zo is bijvoorbeeld de Five Fancy hooguit 11 cm lang, maar is de Lancashire kanarie wel 23 cm lang. Ook zijn er kanaries met krullende veren of met een rozet op hun kop.

Van nature

De wilde kanarie komt onder ander voor op de Canarische eilanden en Madeira. Ze leven buiten het broedseizoen in grote, gemengde groepen en zoeken dan in kleine groepjes naar voedsel. In het broedseizoen leven ze in paartjes. Het mannetje en vrouwtje van een paar blijven in elk geval het hele broedseizoen maar soms zelfs meerdere jaren bij elkaar. In het broedseizoen verdedigt het paartje een klein territorium rond hun nest.

De mannetjes van de kanarie zingen van nature om een vrouwtje (pop) te imponeren. De zang is deels aangeleerd en deels erfelijk.

Huisvesting

Sommige kanariesoorten leven bij voorkeur binnen, maar de meeste kanaries kunnen zowel in een ruime kooi in de woonkamer als in een volière of broedkooi gehouden worden.

Kanaries zijn sociale vogels, dus het is het beste hen met meerdere vogels tegelijk te houden. Niet elke combinatie werkt echter even goed en er moet voldoende ruimte zijn.

De meest logische combinatie is een mannetje en een vrouwtje samen. U heeft dan wel kans dat ze gaan broeden. Als het broedseizoen nadert moet u opletten of het goed gaat tussen beide vogels. Als de man eerder in broedstemming is dan het vrouwtje, dan kan hij het vrouwtje opjagen. Het kan dan nodig zijn om elk een eigen kooi te geven of de kooi te splitsen als deze groot genoeg is.

Twee of meer vrouwtjes is ook mogelijk en gaat meestal goed. Het kan echter voorkomen dat ze in het broedseizoen ruzie gaan maken. Bij twee mannetjes zullen er meestal gevechten ontstaan, vooral in het broedseizoen, dus die combinatie is af te raden.

Het kan per vogel en per combinatie verschillen of de vogels vreedzaam met elkaar omgaan of snel ruzie zoeken. Let dus goed op en haal de vogels uit elkaar als er gevechten ontstaan.

Vaak worden mannetjes alleen gehouden omdat men wil dat de vogel gaat zingen. Kanaries zingen echter ook wel als ze samen met een vrouwtje worden gehouden, zolang de omstandigheden maar goed zijn en de vogels zich prettig voelen bij elkaar. Het afspelen van kanarie-zang kan een mannetje stimuleren om te gaan zingen. Af en toe komt het overigens ook voor dat een vrouwtjeskanaries kan zingen, hoewel ze doorgaans een meer ‘tsjirpend’ geluid maakt.

Voor het in huis houden van twee kleurkanaries of zangkanaries heeft u een kooi nodig van tenminste 80 x 40 x 50 centimeter (l x b x h). De kooi moet langer dan hoog zijn, want kanaries klimmen niet en moeten een stukje kunnen vliegen tussen hun zitstokken. Een grotere kooi is altijd beter. Heeft u een grotere kanariesoort, van meer dan 15 centimeter, zoals sommige postuurkanaries, dan is de minimale afmeting 120 x 50 x 50 centimeter en bij de soorten groter dan 20 centimeter 140 x 60 x 60 centimeter.

De kooi moet liefst drie dichte zijdes hebben of in de hoek van een kamer staan, zodat de kanaries een veilig gevoel hebben. Kies nooit een ronde kooi, want daarin zijn geen beschutte hoekjes en hebben de vogels minder bewegingsruimte. De tralies van de kooi mogen maximaal 1,2 centimeter uit elkaar staan zodat de kanaries er niet met hun kop tussen kunnen komen. Zet de kooi op een lichte plek maar niet in de volle zon en niet op de tocht. Plaats de kooi tenminste 80 centimeter hoog zodat de vogels niet van boven benaderd worden. Ze zitten graag wat hoger omdat dit veiliger is.

Tamme kanaries kunnen uit de kooi gelaten worden (uiteraard moet de kamer dan veilig zijn!), maar dat is niet altijd mogelijk. Kies daarom een zo groot mogelijk verblijf uit waar de vogels het naar hun zin hebben, want ze moeten er hun hele leven in doorbrengen. Een groot formaat kooi biedt ook meer gelegenheid om de kooi in te richten met verschillende zitstokken, een nestgelegenheid, een badje en eventueel speelgoed.

De bodembedekking in een kooi kan het beste simpelweg uit kranten bestaan of eventueel uit schelpenzand. Neem geen materiaal dat kan gaan schimmelen bij vocht, zoals hout. Gebruik geen kattengrit, de kanarie kan dat opeten en dat kan verstopping geven.

In een kooi moeten minimaal twee zitstokken zijn. Een zitstok heeft de juiste dikte als de teentjes bijna de stok kunnen omsluiten. Zorg dat de zitstokken van voor naar achteren in de kooi bevestigd zijn en niet over de lengte van de kooi, want de kanarie moet van de ene naar de andere zitstok kunnen vliegen. Gebruik nooit zitstokken met een huls van schuurpapier, dat irriteert de voeten. Verschillende diameters van zitstokken is aan te bevelen, omdat dit de bloedsomloop van de pootjes stimuleert.

Zorg bij meerdere kanaries voor tenminste twee voerbakjes zodat een van de dieren niet de toegang tot het voer kan blokkeren.

Vrijwel alle kanarierassen nemen graag een bad. Zorg daarom voor een vogelbadje. U kunt dit het beste ’s ochtends aanbieden en daarna weghalen zodat de kanarie ’s avonds niet nat gaat slapen.

Een schommeltje wordt vaak gewaardeerd. Hang het wel zo dat het niet in de weg hangt om van zitstok naar zitstok te kunnen vliegen. Spiegeltjes zijn niet geschikt, want de kanarie kan dan het idee hebben dat er een indringer in zijn territorium is en dat levert stress op.

Een (buiten)volière met meer dan twee kanaries is geschikt buiten het broedseizoen en geeft de dieren voldoende bewegingsruimte. Tijdens het broedseizoen is het echter beter om hen per paartje te houden omdat de mannetjes onderling kunnen gaan vechten en ook de vrouwtjes ruzie kunnen maken om de nestplaatsen. Zorg ervoor dat u de volière kunt opdelen of houd slechts één paartje kanaries samen met andere, niet agressieve vogelsoorten.

Bij een volière is het van belang dat er een tocht- en vorstvrij nachthok is. Beplanting staat mooi en geeft beschutting, maar let wel op dat u geen giftige planten gebruikt. Als bodembedekking in de volière kan men metselzand gebruiken. Zorg voor voldoende zitstokken van verschillende diameters, bijvoorbeeld in de vorm van natuurlijke takken. Let op dat de vogels in de winter niet op bijvoorbeeld een ijzeren stang gaan slapen. Dit kan bevriezing van de voet en tenen veroorzaken. Haal zeker in de winter ook het vogelbadje op tijd weg zodat de vogel niet nat gaat slapen.

Bij een buitenvolière moet men er rekening mee houden dat muggen kanariepokken kunnen overbrengen, dus een goede bescherming tegen muggen is dan nodig. U kunt de kanaries hiertegen laten inenten.

Heeft u de vogels binnenshuis, zorg er dan voor dat ze een natuurlijke lichtperiode hebben. Dat betekent dat u de lichtperiode aanhoudt van het buitenlicht en dat u de vogel afschermt voor teveel kunstlicht van lampen, televisie en dergelijke in de uren dat het buiten al donker is. Als de lichtperiode zo’n 14 tot 15 uur lang is, komen de vogels in broedstemming en direct na de broedperiode begint de rui. Teveel wisselende of ’s winters te lange lichtperioden zorgen ervoor dat de kanaries in de rui gaan en dan steeds blijven ruien. Dit wordt stokrui genoemd en is niet goed voor de vogels. Dek daarom tijdens de uren dat het buiten donker is liever de kooi af met bijvoorbeeld een doek.

Behalve de lichtperiode is ook de lichtintensiteit van belang. Bij te weinig licht kunnen er eveneens rui-problemen ontstaan. Optimaal is een verlichtingssterkte tussen 500 en 1000 Lux. Dat is te vergelijken met tenminste de hoeveelheid licht die nodig is op een kantoorwerkplek. Staat de kooi of kamervolière op een wat minder goed verlichte plek in de kamer, dan kunt u dus het beste een extra lamp met gericht licht van tenminste zo’n 200 lumen boven de vogelkooi hangen. De lichtsterkte in de kooi kunt u meten met bijvoorbeeld apparatuur die voor fotografie wordt gebruikt of via een app op uw mobiele telefoon.

Verzorgen en hanteren

De kanariekooi moet regelmatig verschoond worden. Gebruikt u een krant op de bodem, haal dan dagelijks het bovenste blad weg. Gebruikt u andere bodembedekking, haal dan dagelijks uitwerpselen weg en ververs het eens per week helemaal om ziektes te vermijden. Houd zitstokken vrij van uitwerpselen en haal restjes fruit en groente weg. Maak dagelijks de drinkbakjes en het badje schoon en ontsmet eens per week de voerbakjes, de zitstokken en de bodem van de kooi. Maak tenminste eens per maand de hele kooi goed schoon.

Sommige kanarierassen, zoals de Norwichkanarie, zijn erg rustig. Andere rassen zijn levendiger en beweeglijker. Bij een rustige benadering raken kanaries snel vertrouwd met de verzorger. Een kanarie wordt echter meestal niet zo tam als bijvoorbeeld een parkiet of een papegaai.

Met veel geduld is het echter soms mogelijk de kanarie handtam te maken en dan is het ook mogelijk om hem buiten de kooi in een veilige kamer te laten vliegen. Zorg dan dat ruiten en spiegels afgedekt zijn, andere huisdieren en kleine kinderen uit de buurt zijn en er geen gevaarlijke zaken als giftige planten, open water, hete kachel of brandende kaarsen aanwezig zijn. Let op dat de kanarie nergens weg kan vliegen (dus ramen en deuren dicht, maar denk ook aan bijvoorbeeld een open haard). Laat de kanarie zelf uit de kooi komen en er zelf weer in gaan.

Houd in de gaten of de nagels van de kanarie niet te lang worden en knip deze bij als dat nodig is, of laat het de dierenarts eerst voordoen.

Moet u de kanarie vangen, sluit dan voorzichtig uw hand om zijn rug en neem de kop tussen uw middenvinger en wijsvinger. Fixeer de vleugels met de muis van de hand en de middel- en ringvinger. De pootjes worden met de pink gefixeerd. Pas op dat de vingers niet de borst van de vogel omklemmen omdat de vogel hierdoor kan stikken. Voorkom stress zoveel mogelijk.

Voor het vervoer kunt u de vogel het beste in een kleine, donkere vervoersdoos doen, zo blijft de kanarie het rustigst.

Voeding

Voor kanaries zijn er speciale zaadmengsels, die u kunt kopen in de dierenspeciaalzaak. Zaden bevatten niet voldoende van diverse vitaminen en kalk. Dit moet daarom aangevuld worden met eivoer waarin de benodigde vitaminen en mineralen zitten (dus niet alleen tijdens de kweekperiode!). Daarnaast kunt u bijvoeren met onkruidzaden en onkruiden zoals vogelmuur en kunt u groente en fruit geven. Geef nooit avocado. Dat is giftig voor vogels. Geef ook niet teveel sla. Dit kan diarree veroorzaken.

In plaats van zaadmengsel kunt u ook pellets of korrelvoer geven. Een voordeel van de pelletvoeding is dat de vogels niet alleen de lekkerste zaadjes kunnen uitzoeken en daardoor een voedingstekort aan vitaminen en mineralen kunnen oplopen. Met pelletvoeding krijgt de kanarie een volledig uitgebalanceerd voer.

Het beste is zoveel voer te geven als in één dag vrijwel opgegeten wordt. Kanaries eten dagelijks tot 30% van hun lichaamsgewicht en mogen nooit zonder voer zitten, aangezien ze erg snel verhongeren.

Grit en maagkiezel moeten altijd aanwezig zijn. Zorg voor schoon drinkwater. Let op dat dit water niet als bad gebruikt wordt en dat er geen ontlasting in kan vallen.

Voortplanting

Het verschil in sekse is bij kanaries buiten het kweekseizoen moeilijk te zien. Hoewel sommige popjes wat kunnen fluiten, zingt alleen een mannetje echt. Het beste is om met voortplanting te wachten totdat de vogels minimaal tien maanden oud zijn, en in goede conditie zijn. Een goed kweekpaar kan meerdere legsels per jaar grootbrengen.

Kanaries broeden het liefst in een open nestgelegenheid, zoals een half open nestkastje, open tralienestkastje of korfje. Het popje bouwt een nest en legt elke dag een ei tot een totaal van vier tot vijf eitjes. De eitjes zijn lichtgroen met donkere spikkeltjes. De broedtijd is dertien tot veertien dagen. Als de jongen geboren zijn, is het belangrijk dat er voldoende eivoer aanwezig is. Dit bevat eiwitten, vitaminen en mineralen die van levensbelang zijn voor de ouders en jongen. Ook kunnen speciale pellets voor de kweekperiode gevoerd worden. De jongen worden door beide ouders gevoerd.

Na ongeveer twee weken vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog enkele weken door het mannetje in afnemende mate gevoerd.

Ziekten en aandoeningen

Een gezonde kanarie maakt een levendige indruk. Vogels die mager zijn, of waarbij de veertjes aan de onderzijde bij de staart smerig zijn, kunnen ziekten onder de leden hebben. De veren moeten goed aansluiten, de vogel mag niet bol zitten. Ook mag hij niet hoorbaar ademen of met open bek ademen. Bij het opblazen van de veertjes van de buik mogen geen donkerrode of donkerpaarse vlekken te zien zijn.

Een zieke vogel slaapt vaak met opgezette veren en op twee poten op een stok. Zijn snavel kan hij tussen de veren stoppen, maar hij kan ook met de kop recht vooruit slapen, waarbij het lijkt alsof hij adem te kort komt. Uiteindelijk gaat hij op de grond zitten.

Ziekte kan onder andere veroorzaakt worden door verkeerde of onvoldoende voeding of infecties. Enkele bekende kanarieziekten zijn onder andere coccidiose (een parasitaire ziekte), zweetziekte (een bacteriële darminfectie waar vooral jonge vogels gevoelig voor zijn) en pokken (een virusinfectie).

Bij coccidiose zijn de darmen aangetast. Verschijnselen zijn een rode buik met gezwollen darmen, vermagering en soms diarree. Het is erg besmettelijk via de ontlasting.

Kanariepokken, wat ook wel M-K-V pokken heet omdat het ook bij mussen en vinken voorkomt, is een virusziekte die wordt overgebracht via insecten zoals luizen en muggen, of via wonden. De ziekte kan op verschillende manieren verlopen. Bij de chronische of droge vorm krijgen de vogels voornamelijk op hun kop en poten bultige zweertjes. De acute of natte vorm is vooral inwendig, in keel, luchtpijp en longen. Daarbij gaat het dier naar adem happen, de ziekte wordt daarom ook ‘hap-ziekte’ genoemd. Genezing is vrijwel niet mogelijk. Wel kunt u uw vogels er jaarlijks tegen laten inenten.

Bij kanaries komen ook erfelijke aandoeningen voor. Die kunnen samenhangen met het type. Zo leidt het kruisen van twee Gloster corona kanaries, die een rozetvormige kuif hebben, tot 25% niet levensvatbare kuikens. Bij de overige jongen kunnen afwijkingen voorkomen. Bovendien hindert de kuif hun zicht als deze te groot is. Recessief witte kanaries kunnen geen vitamine A aanmaken en moeten dit in hun voer krijgen. Bij Belgische waterslagers komt erfelijk gehoorverlies voor.

Direct aan het einde van het broedseizoen gaat de kanarie in de rui. Hij vervangt dan al zijn veren en stopt dan tijdelijk met zingen. Soms komt het voor dat kanaries blijven ruien. Dat wordt stokrui genoemd en kan liggen aan wisselende daglengtes door kunstlicht. Ook door te weinig lichtsterkte kunnen ruiproblemen optreden.

Een kanarie die plotseling niet meer zingt en niet in de rui is, kan last hebben van stress of een ziekte onder de leden hebben.

Houd een pas aangekochte vogel uit voorzorg een aantal weken apart van uw andere vogels. Plaats een zieke vogel ook direct afzonderlijk van de rest. Als uw kanarie ziekteverschijnselen vertoont, moet u zo snel mogelijk naar een vogeldierenarts gaan. Wacht, als een vogel genezen is, nog een paar weken voordat u hem terug zet bij andere vogels.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is geen specifieke ervaring nodig.

Aanschaf en kosten

U kunt een kanarie onder andere kopen bij een gespecialiseerde vogel- of dierenspeciaalzaak. Vaak bieden leden van een vogelvereniging ook vogels te koop aan. Vraag aan de verkoper welk soort voer de vogels krijgen. De beste tijd om een kanarie aan te schaffen is na de ruiperiode, omstreeks augustus of september.

De aanschafprijs voor een kanarie ligt tussen tien en enkele tientallen euro's per stuk en is mede afhankelijk van het type kanarie. Een zaadmengsel kost enkele euro's per kilogram, pelletvoeding is iets duurder maar heeft wel een volledig uitgebalanceerde samenstelling. Ook de kosten voor bodembedekking zijn gering. Verder zijn er uiteraard aanschafkosten voor een kooi of volière. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt.