Sluiten

Gouldamadine

De gouldamadine is een fraai gekleurde prachtvink die geschikt is voor de ervaren vogelhouder. Er bestaan diverse kleurslagen. Houd gouldamadines altijd met soortgenoten. Een groepje van deze kleurrijke vogels komt het beste tot zijn recht in een ruime volière.

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de gouldamadine het huisdier is dat u zoekt.

Algemeen

Gouldamadines zijn kleurrijke tropische vogels die in een volière gehouden kunnen worden. Ze behoren tot de familie van de prachtvinken. John Gould beschreef de soort in 1844 en vernoemde hem naar zijn overleden vrouw, 'Amadina Gouldiae'. Het zijn sociale dieren die behoorlijk hoge eisen stellen aan huisvesting en verzorging. Gouldamadines worden in gevangenschap gemiddeld tot acht jaar oud.

Verschillende varianten

De gouldamadine komt in het wild in drie kleurslagen voor: de roodkop-gouldamadine, de zwartkop-gouldamadine en de oranjekop-gouldamadine. Vroeger dacht men dat het om verschillende soorten ging, maar tegenwoordig weten we dat het drie vormen van één en dezelfde soort zijn. Schedeltje en wangen zijn respectievelijk scharlakenrood, zwart of oranje. Om de kop heen ligt een smalle turkooiskleurige band. De borst is violet, de onderborst oranjegeel, op de buik lichter wordend tot wit. Rug en vleugels zijn grasgroen. De stuit is lichtblauw, de staart is zwart en de twee middelste staartveren zijn wat langer dan de rest van de staart. Bij het vrouwtje zijn de kleuren rood en oranjegeel wat minder fel, haar borst is meer lila dan violet. De lengte van de vogel is ongeveer twaalf tot veertien centimeter. Inmiddels zijn er verschillende kleurslagen van deze vogels gekweekt, en zien we ook gouldamadines met witte borst, in pasteltinten of blauw overgoten.

Van nature

De gouldamadines komen oorspronkelijk uit Noord-, Noordwest- en West- Australië voor, waar zij leven in de open savannen met hoge bomen en in mangrovebossen. In het regenseizoen trekken ze naar het zuiden, om in het droge seizoen weer terug te keren. Ze nestelen in holle bomen in termietenheuvels of bouwen hun nest in hoog gras. Gouldamadines leven in groepen van soms wel 500 tot 1000 vogels. Het zijn sociale vogels die weinig geluid maken. Ze kiezen hun woonplaats liefst ver van de bewoonde wereld en ze zijn behoorlijk schuw.  

Het aantal wilde gouldamadines is de laatste jaren dramatisch teruggelopen, onder meer door de aanwezigheid van parasieten (de luchtpijpmijt). Bovendien is door de ontwikkeling van landbouwgebieden in Australië d.m.v. het afbranden van graslanden en overbegrazing de natuurlijke habitat van de gouldamadine drastisch verkleind.

Huisvesting

Gouldamadines zijn in het wild verdraagzame vogels, maar in gevangenschap kunnen door de beperkte ruimte rangordegevechten uitbreken. Plaats daarom niet teveel koppels in één ruimte. Gouldamadines voelen zich het prettigst in een volière. Deze kan binnen staan, maar ook buiten. Van nature zijn gouldamadines vogels die een temperatuur tussen de 13 en 25 graden Celsius nodig hebben, maar dieren die in een buitenvolière gekweekt zijn en daardoor gewend zijn aan lagere temperaturen kunt u in een buitenvolière houden. Uiteraard dient die dan wel voorzien te zijn van een verwarmd, droog en tochtvrij binnenverblijf.

Wie wil kweken, plaatst een koppel in een kweekkooi van minimaal 80x50x50 centimeter. Dit biedt plaats aan het ouderpaar en de eventuele jongen.

Volières dienen van voldoende, liefst natuurlijke, takken te zijn voorzien. Gebruik bijvoorbeeld metselzand op de bodem van een buitenvolière, terwijl in een binnenvolière ook schelpenzand op de bodem kan.

Gouldamadines houden van zon. Wie zijn vogels binnen houdt, dient daglichtlampen te installeren als vervanging voor het zonlicht. Zorg voor ongeveer veertien uur daglicht. Ook de vochtigheidsgraad is belangrijk, die moet tussen de 50 en 70% zijn om te zorgen dat eventuele eieren niet te droog worden. Als ze te droog en bros worden, kunnen de kuikens niet uit hun ei komen. Als de luchtvochtigheid in de kooien te laag is, is het verstandig het verblijf te nevelen met de plantenspuit.

Verzorgen en hanteren

Gouldamadines zijn vrij schuwe vogels. Door veel met ze bezig te zijn en rustig te bewegen, kunt u ze ook voorzichtig met een handdoekje of vangnetje vangen zonder dat ze in paniek raken. Hanteren kan nodig zijn als u bijvoorbeeld twee vogels bij elkaar wilt plaatsen waar u mee wilt kweken. Ook kunt u de ringen controleren, en later de jongen van ringen voorzien. Natuurlijk is het zaak om de vogels van tijd tot tijd te controleren, bijvoorbeeld op parasieten. Gouldamadines zijn vrij gevoelig voor parasieten.

Geef de vogels elke dag schoon drinkwater en vervang het voer. Maak dagelijks het drinkbakje goed schoon en haal regelmatig voerresten en ontlasting weg.

De volière dient maandelijks geheel gereinigd te worden, ook de bodembedekking moet u dan vervangen. De kweekkooien dienen na iedere broedronde grondig te worden schoongemaakt. Voor het schoonmaken van kooien, zitstokken en takken zijn speciale, niet-schadelijke reinigingsmiddelen in de handel.

Voeding

Het hoofdvoedsel van de gouldamadine bestaat uit tropenzaad met milletzaad, aangevuld met witzaad en levende of gedroogde insecten, met name in het broedseizoen. Daarnaast wordt ook een bakje met onkruidzaden aanbevolen. Als aanvulling kunt u dagelijks eivoer gegeven, liefst een beetje vochtig gemaakt met wat water. Maak dit elke dag vers aan. Af en toe groenvoer in de vorm van vogelmuur of jonge paardenbloemblaadjes is een lekkernij voor de vogels, net als trosgierst. Ook fijne maagkiezel en oestergrit wordt aanbevolen, evenals sepia.

Ook voor deze vogels zijn pellets beschikbaar. Als de vogels uitsluitend zaden eten kunnen zij tekorten aan vitaminen en mineralen krijgen. Daarom is het verstandig om voor deze vogels pellets toe te voegen aan het beschreven dieet. Zeker bij vogels die binnen gehouden worden kan het gebrek aan zonlicht bijdragen aan tekorten.

Schoon drinkwater is een absolute noodzaak, het water moet dagelijks ververst worden. U kunt dit eventueel aanzuren met appelazijn om bacteriegroei tegen te gaan.

Blauwe gouldamadines kunnen zelf geen vitamine A aanmaken. Zij kunnen dit het beste binnen krijgen via pellets en eivoer.

Voortplanting

Gouldamadines zijn geslachtsrijp wanneer ze tien maanden oud zijn, maar voor de vogels is het het beste om te wachten met kweken tot ze een jaar oud zijn. Kies voor het kweken geen te nauw verwante vogels, om inteelt te voorkomen. Een goede manier is om de vogels zelf hun partner te laten zoeken. Een koppel is vaak erg op elkaar gesteld en wordt bij voorkeur niet uit elkaar gehaald.

Door het schuwe karakter van de gouldamadine heeft de vogel de reputatie gekregen een slechte broeder te zijn. Om die reden werden soms Japanse meeuwtjes als gastouder gebruikt. Toch is het voor de ontwikkeling van de jongen veel beter als de ouders ze zelf opvoeden, dit noemt men natuurbroed.

Gouldamadines beschikken over een prachtig baltsvertoon: zachtjes zingend en dansend verleidt het mannetje het vrouwtje om te paren. Zorg voor een speciaal voor gouldamadines ontworpen langwerpig nestkastje, liefst met bijvoorbeeld uitgekookt henneptouw, sisal of cocosvezel op de bodem.

De vogels beginnen met broeden als het vierde eitje is gelegd. Na veertien dagen broeden door zowel mannetje als vrouwtje komen de eieren uit. Jonge gouldamadines hebben aan weerskanten van hun snavel knopvormige orgaantjes die licht reflecteren. Op deze manier lichten de jongen hun ouders bij wanneer die in het donkere nestkastje komen voeren. Na 21 tot 24 dagen vliegen ze uit. Daarna worden ze nog twee tot drie weken door de ouders gevoerd.

Ziekten en aandoeningen 

Gouldamadines staan bekend als vrij sterke vogels, waarbij de zwartkop-wildkleur de sterkste is. Toch kunnen ze last krijgen van een aantal ziekten.

De draaihalsziekte wordt veroorzaakt door het paramyxo virus en geeft zenuwverschijnselen.

Campylobacteriosis is een infectie met bacteriën waaraan vooral jonge vogels kunnen sterven door verstoring van de spijsvertering.

Cochlosomosis wordt veroorzaakt door een parasiet. Het geeft dunne ontlasting en groeiachterstand en wordt vooral overgebracht door Japanse meeuwtjes.

Gouldamadines kunnen ook last krijgen van andere parasieten: de luchtpijpmijt, de veermijt en de bloedmijt (die vaak bloedluis wordt genoemd maar eigenlijk een mijt is). Deze laatste kan bloedarmoede en sterfte van jongen veroorzaken. Luchtpijpmijt veroorzaakt benauwdheid en een klikkende ademhaling. Middelen om parasieten te bestrijden zijn verkrijgbaar bij de dierenarts.

Gouldamadines krijgen soms een kale kop, de oorzaak hiervan is niet duidelijk.

Vaak hebben ziekten te maken met verkeerde voeding of verlaagde weerstand door bijvoorbeeld stress. Gouldamadines zijn prooidieren en zullen daarom niet zo snel laten zien dat ze ziek zijn. 'Bol' zitten en op de grond verblijven zijn tekenen dat er iets mis is. Het is belangrijk om er snel bij te zijn als een van uw vogels ziekteverschijnselen vertoont. Observeer uw vogels dan ook nauwkeurig, zodat u zieke vogels op tijd door een gespecialiseerd dierenarts kunt laten behandelen.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is ervaring nodig met volièrevogels. Laat u bijvoorbeeld adviseren door een vogelvereniging of kweker.

Aanschaf en kosten

Gouldamadines worden vooral gekweekt in liefhebberskringen en zijn in een enkele gespecialiseerde dierenwinkel te koop. Om een goede kweker te vinden kunt u contact opnemen met een vogelvereniging bij u in de buurt. De beste tijd om een gouldamadine aan te schaffen is als de jonge vogel op kleur is, op een leeftijd van 3-4 maanden, of na de ruiperiode omstreeks oktober/november.

Gouldamadines zijn in het wild ernstig bedreigd. Om die reden mogen wilde gouldamadines sinds 1960 niet meer vanuit Australië uitgevoerd worden. In de hier gekweekte vogels, die zijn voorzien van een ring, mag vrij gehandeld worden.

De aanschafprijs voor gouldamadines hangt af van de kleurslag en de kwaliteit van de vogel. De prijs loopt vanaf € 35,- per koppel, en voor goede tentoonstellingsdieren een veelvoud daarvan. Dierenspeciaalzaken verkopen tropenzaad, millet en ander voer van goede kwaliteit en ook grit moet aangeschaft worden. Pellets zijn via een dierenarts te verkrijgen. De kosten voor bodembedekking zijn gering. Verder zijn er uiteraard aanschafkosten voor een kooi of volière, en eventueel ook daglichtlamp, verwarming, thermometer en hygrometer. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt.

Aandachtspunten

  • Lidmaatschap van een vogelvereniging is aan te raden, omdat binnen zo’n vereniging veel mensen zijn die ervaring hebben met deze soort. Ook binnen bonden als de NBVV (Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers) is veel kennis en ervaring aanwezig. Vaak wordt u automatisch lid van een bond wanneer u zich als lid van een vogelvereniging aanmeldt.