Sluiten

Amsterdams bijtprotocol voor hondenbeten

31-01-2018

De gemeente Amsterdam heeft een bijtprotocol opgesteld voor bijtincidenten waarbij een of meerdere honden betrokken zijn. Dit bijtprotocol geeft duidelijke regels voor alle betrokkenen bij een incident en moet zorgen voor veiligheid voor mensen en dieren. Duidelijke regels en maatregelen per incident moeten verdere incidenten voorkomen zonder onnodig honden te laten inslapen.

Het bijtprotocol is een van de prioriteiten op het gebied van dierenwelzijn uit de Agenda Dieren. De Universiteit Wageningen (Livestock Research) heeft in opdracht van de gemeente voor het eerst onderzoek gedaan naar de aard en omvang van het aantal bijtincidenten in Nederland en Amsterdam sinds de Regeling Agressieve Dieren is afgeschaft. Op basis van dat onderzoek doet de universiteit aanbevelingen voor het bijtprotocol en preventieve en repressieve maatregelen. Het bijtprotocol wordt nu vrijgegeven voor inspraak, naar verwachting zal dit eind april kunnen worden vastgesteld in de gemeenteraad.

Met het bijtprotocol worden incidenten op dezelfde manier geregistreerd, zodat er goed zicht komt op de aard en omvang ervan. Op basis van de ernst van het incident, licht of ernstig, worden verschillende maatregelen genomen. In geval van een licht incident (geen of lichte verwonding en geen geneeskundige hulp nodig) volgt een schriftelijke waarschuwing en wordt de eigenaar geadviseerd over mogelijke maatregelen om een nieuw incident te voorkomen. In geval van een ernstig incident (ernstige verwonding en geneeskundige hulp nodig of een tweede licht incident binnen twee jaar) worden andere maatregelen toegepast, zoals een muilkorfgebod of inbeslagname van de hond.

Ook is handhaving op deze opgelegde maatregelen geregeld en kan een eigenaar op basis van het protocol verzoeken om een maatregel in te trekken. Dit kan bijvoorbeeld wanneer een hond een begeleidingstraject succesvol heeft afgerond en er een positieve gedragstest is afgelegd. Zo hoeven maatregelen niet langer te duren dan nodig.

Bron: Gemeente Amsterdam