Sluiten

Zwerfhonden

In Nederland komen nauwelijks zwerfhonden voor. Elders in de wereld, ook in Europa, vormen zwerfhonden op sommige plekken echter een groot probleem. Het aantal zwerfhonden wereldwijd wordt geschat op 600 miljoen: een enorme hoeveelheid.

Wat is een zwerfhond?

Onder de naam ‘zwerfhond’ worden verschillende groepen honden geschaard. Ze zijn te verdelen op grond van het wel of niet hebben van een eigenaar of verzorger:

  • Loslopende hond met een eigenaar. In dit geval is de hond van iemand, maar deze laat hem, tenminste delen van de dag, vrij rondlopen zonder toezicht. De hond is wel afhankelijk van de eigenaar, wordt door hem verzorgd en zijn overlevingskans is dan ook groot.
  • Loslopende hond zonder eigenaar. Dit zijn honden die door hun voormalige eigenaar zijn achtergelaten of die ontsnapt zijn. Zij moeten voor zichzelf zorgen. Hun kans om te overleven is niet zo groot.
  • Gemeenschapshond. Dit zijn honden die van niemand zijn, maar wel door meerdere mensen verzorgd worden. Ze lopen bijvoorbeeld op een bepaald terrein en worden daar door mensen gevoerd. Ze zijn gedeeltelijk afhankelijk van hun verzorgers en hebben een grote kans om te overleven.
  • Verwilderde hond. Deze hond heeft geen eigenaar en zorgt voor zichzelf, hij leeft van onder andere afval. Zijn kans om te overleven is niet zo groot.

Een aspect dat per groep verschilt, is de vruchtbaarheid van de honden. Die is het grootst bij de honden die gevoed en verzorgd worden en veel kleiner bij de honden die voor zichzelf moeten zorgen. De vruchtbaarheid is belangrijk bij het beheersen van zwerfhondenpopulaties.

Zwerfhonden als praktisch probleem

De aanwezigheid van zwerfhonden kan voor problemen zorgen. Zij kunnen bijvoorbeeld verkeersongevallen veroorzaken doordat ze onbegeleid op straat lopen. Ook veroorzaken ze overlast, bijvoorbeeld door ontlasting en urine maar ook door geblaf.

Zwerfhonden kunnen ziekten (zoönosen) overbrengen op mensen, zoals rabiës, schimmel en wormen. Ze kunnen bovendien mensen bijten uit angst of uit agressie.

Omdat zwerfhonden vaak jagen, kunnen ze huisdieren of boerderijdieren doden of verwonden en kunnen ze schade toebrengen aan de natuur.

Zwerfhonden als moreel probleem

Ook emotioneel en vanuit het oogpunt van ethiek en dierenwelzijn zijn zwerfhonden ongewenst.

Voor de honden zelf geldt dat ze honger kunnen lijden door gebrek aan voedsel. Ze kunnen last krijgen van ziekten en aandoeningen, of gewond raken bij verkeersongelukken of gevechten met andere honden. Soms worden ze mishandeld door mensen. Ook kan de plaatselijke overheid dieronvriendelijke maatregelen nemen, bijvoorbeeld door de dieren te vangen en af te maken.

Maar ook voor de mens kunnen de zwerfhonden onprettige emoties oproepen. Veel inwoners, maar ook toeristen, vinden het vervelend om te zien als deze honden hongerig, ziek of zelfs gestorven zijn. Veel zwerfhonden zijn in aanleg trouwe, vriendelijke gezelschapsdieren.

Het beheersen van zwerfhondenpopulaties

Diverse instanties hebben zich gebogen over de vraag hoe men zwerfhondenpopulaties het beste kan beheersen.

In 1990 is het rapport “Guidelines for Dog Population Management” verschenen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de WSPA (World Society for the Protection of Animals).
Het beschrijft het wereldwijde zwerfhondenprobleem en mogelijke oplossingen.

Zwerfhondenmanagement moet volgens dit wetenschappelijk rapport gericht zijn op het verminderen van het aantal loslopende honden, om het welzijn van de honden te verbeteren en de gezondheidsrisico’s voor de mens te verminderen. Als enige echt effectieve oplossing van het probleem wordt het onvruchtbaar maken van zwerfhonden genoemd. Daarnaast zijn andere maatregelen nodig, zoals wetgeving, educatie en informatie.

Het verwijderen of doden van zwerfhonden is volgens de samenstellers geen effectieve manier gebleken om een overschot aan zwerfhonden te bestrijden. Het heeft namelijk geen enkel effect op de hoofdoorzaak van het probleem, de verwijderde honden worden slechts vervangen door nieuwe vruchtbare zwerfhonden.

Uit onderzoek van de O.I.E. (World Organisation for Animal Health) is gebleken, dat in 60% van de Europese landen zwerfhonden een probleem vormen. De problemen zijn het grootst in Oost- en Zuid-Europa. Ondanks de aanbevelingen van het hierboven genoemde rapport is in meer dan 60% van de Europese landen met een zwerfhondenprobleem het doden/euthanaseren van zwerfhonden politiek beleid.

Na wetenschappelijk onderzoek kwam de O.I.E. in 2009 tot dezelfde conclusie als de Wereldgezondheidsorganisatie. Om effectief te kunnen zijn moet het management van zwerfhonden altijd samengaan met het veranderen van gedrag van mensen. Het bevorderen van verantwoordelijk hondenbezit kan het aantal zwerfhonden, en daarmee ook de verspreiding van zoönosen, aanzienlijk verminderen.

Kunt u iets doen om zwerfhonden te helpen?

Wie van honden houdt en leest over zwerfhonden, beelden op televisie ziet of zelf zwerfhonden tegenkomt in een vakantieland, kan de behoefte krijgen om de dieren te helpen. Vaak is het wel mogelijk om iets voor de dieren te doen. Neem echter nooit zelf zwerfdieren mee naar huis. Het dier kan gezondheids- of gedragsproblemen hebben en moeite hebben om zich in onze, totaal andere, maatschappij aan te passen.

Realiseer u dat de dieren soms niet gewend zijn aan leven in een drukke stad met verkeer en bijvoorbeeld nooit hebben geleerd om te lopen aan de riem. Als ze slecht gesocialiseerd zijn, kunnen ze angstig worden van alle nieuwe dingen, en dat valt zeker niet altijd weg te trainen! In dat soort gevallen doet u het dier er geen plezier mee hem te dwingen hier te leven. Zwerfhonden die gewend zijn om te jagen kunnen bovendien ook op dat gebied voor problemen zorgen, zowel met wild en vee als met katten en kleine honden!

Vanwege de invoereisen is het bovendien niet mogelijk een dier direct zelf mee te nemen: hij moet tijdig gevaccineerd zijn, gechipt zijn en een paspoort of gezondheidsdocument hebben, en soms is een bloedtest nodig en een lange wachttijd.

Kies daarom liever voor hulp die ook echt effectief iets aan het probleem doet. Er zijn organisaties die zich inzetten voor zwerfhonden in het land zelf. Zij voeren bijvoorbeeld castratieprojecten uit of zorgen voor medische hulp. Zo doen zij iets aan de oorzaak van het probleem. U kunt deze organisaties vaak steunen. 

Mocht u toch een hond een tweede kans willen geven en daarbij een hond uit het buitenland verkiezen boven een hond uit een Nederlands asiel, zorg er dan voor dat u weet wat u doet. Ga alleen in zee met een betrouwbare organisatie, die alleen die honden voor adoptie aanbiedt waarvan men weet dat ze gezond zijn en ook qua gedrag geschikt zijn om in Nederland te leven. Kijk voor meer informatie in ons artikel ‘De aanschaf van een buitenlandse zwerfhond of -kat’.