Sluiten

Vaccinatie van de hond

Vaccinatie is een belangrijke en effectieve manier om besmettelijke ziekten te voorkomen. Door vaccinatie wordt het lichaam voorbereid op een mogelijke infectie, waardoor het immuunsysteem direct in actie kan komen. Zo worden ziekteverwekkers uitgeschakeld voor ze schade kunnen toebrengen. Om het effect van vaccinatie te laten voortbestaan, moet er regelmatig opnieuw gevaccineerd worden. Een vaccinatie geldt doorgaans voor één specifieke ziekte. Sommige vaccinaties zijn voor alle honden van belang, andere vaccinaties worden alleen onder bepaalde omstandigheden gegeven. Niet tegen alle besmettelijke hondenziekten bestaat een vaccinatie.

Vaccineren of inenten is een manier om antilichamen en afweercellen in het bloed te laten ontstaan tegen ziekten. Door een dier in te spuiten met een klein beetje dode of onschadelijk gemaakte ziekteverwekker (bijvoorbeeld een virus) of een onderdeel van die ziekteverwekker, wordt het lichaam aangezet om antilichamen te maken. Komt het dier daarna in aanraking met de werkelijke, levende ziekteverwekker dan is het afweersysteem klaar om meteen te reageren. Daardoor wordt de ziekteverwekker direct uitgeschakeld. Soms lukt dit niet meteen of niet volledig, maar doordat er al antilichamen en afweercellen aanwezig zijn wordt ook dan het bestrijden van de ziekte gemakkelijker en heeft het dier een grotere overlevingskans.