Sluiten

Cichliden (vissengroep)

Cichliden zijn er in vele soorten en maten. Ze vertonen bijna allemaal broedzorg, dit is prachtig om in uw eigen aquarium te kunnen bekijken. Sommige cichliden stellen hoge eisen aan het aquariumwater, andere kunnen erg groot worden of lastig met andere vissen gehouden worden. Als u de moeite en tijd wilt nemen om u te verdiepen in deze vissen, is er zeker een soort te vinden die bij u past en waar u jaren plezier van kunt hebben.

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of cichliden de vissen zijn die u zoekt.

Algemeen

De cichliden (Cichlidae) vormen een vissenfamilie die in de orde van de baarsachtigen valt. Ze worden ook wel bonte baarzen genoemd. Cichliden komen vooral voor in Midden- en Zuid-Amerika en in Afrika, enkele soorten komen voor in Azië en Madagaskar. Het is een zeer grote familie waar nog steeds nieuwe soorten van ontdekt worden. Er wordt aangenomen dat er in ieder geval meer dan duizend soorten cichliden zijn.

Deze soorten verschillen erg van elkaar qua vorm, grootte en gedrag. De vorm van het lichaam kan langwerpig zijn, of juist schijfvormig. Bijna alle soorten hebben een zijdelings afgeplat lichaam. De meeste cichliden blijven vrij klein, maar er zijn ook soorten die bijna een meter lang kunnen worden. Wat de cichliden met elkaar gemeen hebben is dat ze één neusgat aan beide zijden van de kop hebben, terwijl de meeste vissen er twee hebben.

Deze familie bevat veel populaire aquariumsoorten, zoals de maanvis, de kersenbuik en de discusvis. In aquaria leven cichliden gemiddeld tien jaar, sommige soorten kunnen echter wel achttien jaar worden in gevangenschap.

Verschillende soorten

De soorten van de cichliden familie worden in de praktijk vaak in groepen ingedeeld, aan de hand van waar ze van nature voorkomen. Zo ontstaat de indeling:

  • Zuid-Amerikaanse soorten. Hieronder vallen onder andere de discusvissen en maanvissen.
  • Midden-Amerikaanse soorten
  • Soorten uit het Malawimeer, het Tanganyikameer en het Victoriameer in Afrika. Dit is de grootste groep.
  • Overige Afrikaanse cichliden
  • Aziatische cichliden. Dit zijn maar enkele soorten.

Soorten uit dezelfde groep kunnen onderling erg van elkaar verschillen. Ook kunnen er binnen een soort verschillende kleurvarianten zijn.

Er kan ook een groep worden onderscheiden op grond van het formaat: de dwergcichliden, met de soorten die minder dan 12 centimeter lang worden.

Verschillende soorten kunnen soms kruisingen voortbrengen, dit gebeurt zowel in het wild als in gevangenschap. Het kruisen van soorten kan leiden tot problemen met gezondheid en vruchtbaarheid.

Er is een aantal afwijkende cichliden gekweekt, zoals de ‘papegaai cichliden’ (niet te verwarren met de originele, natuurlijke papegaaicichlide, Hoplarchus psittacus). Deze hebben een vervormd lichaam en een kleine vervormde bek, wat hun gezondheid en welzijn niet ten goede komt. U kunt ze dus beter vermijden.

Van nature

De meeste cichliden leven in zoet water, er zijn echter een paar soorten die in zout of brak water kunnen leven, zoals de oranje cichlide (Etroplus maculatus). Sommige cichliden leven in snelstromend water, maar men vindt ze voornamelijk in meren of andere wateren met geen tot weinig stroming.

De meeste cichliden hebben een territorium dat zij verdedigen. Sommige soorten verdedigen dit alleen in de voortplantingstijd, andere soorten verdedigen altijd een territorium. De mate van agressie waarmee dit gedaan wordt, verschilt per soort. Een deel van de cichliden leeft alleen in zo’n territorium, terwijl andere soorten dat als paartje doen of zelfs met een hele groep.

Cichliden kunnen op verschillende manieren met elkaar communiceren, bijvoorbeeld door bepaalde bewegingen te maken, en bij sommige soorten door het lichaam van kleur te laten veranderen.

Cichliden staan erom bekend dat ze agressief kunnen zijn naar andere vissen, dit is vooral het geval bij mannetjes van bepaalde soorten, zoals de zebracichlide (Amatitlania nigrofasciata). Er zijn echter ook rustigere soorten waar bijna geen agressie voorkomt, zoals de maanvis of de oranje cichlide. Als cichliden met elkaar vechten, pakken ze elkaar beet bij de bek, dit kan ook gebeuren in een aquarium. Als er genoeg ruimte is in het aquarium, zal de verliezer zich terugtrekken. De territoriumgrenzen zullen worden gerespecteerd en de rust keert vanzelf terug. Als er echter niet voldoende ruimte is, kunnen de gevechten ernstige verwondingen of zelfs de dood tot gevolg hebben.

Huisvesting

Bij het opzetten, inrichten en onderhouden van een aquarium komt heel wat kijken. In het Praktische document ‘Het tropisch zoetwateraquarium’ leest u hoe u dat aan kunt pakken en worden de gebruikte termen nader uitgelegd.

Hoeveel cichliden bij elkaar gehouden kunnen worden en of ze samen met andere vissen kunnen leven verschilt erg per soort. Sommige cichliden zullen vissen die veel kleiner zijn dan zijzelf opeten. Let ook op dat vissen die u bij elkaar zet dezelfde eisen stellen aan het water en de voeding. Zeker voor de agressieve, territoriale soorten, zoals sommige Afrikaanse cichliden, geldt dat ze het beste in een biotoop-aquarium gehouden kunnen worden, eventueel met geschikte medebewoners uit hetzelfde meer. In een biotoop-aquarium wordt de natuurlijke leefomgeving zo goed mogelijk nagemaakt. Als u eenmaal een groep cichliden heeft met een bepaalde rangorde, kan het lastig zijn om een nieuwe cichlide te introduceren. Om cichliden en eventueel andere vissen zo vredig mogelijk te laten samenleven is het belangrijk dat uw aquarium groot genoeg is en dat er voldoende schuilplaatsen zijn. Sommige cichliden kunnen als paartje gehouden worden, terwijl bij andere soorten een grote groep de voorkeur heeft.

Voor cichliden geldt dat ze meestal een ruim aquarium nodig hebben, de minimale afmetingen verschillen per soort en zijn voor een groot deel afhankelijk van de afmetingen van de vis. Voor de kleinste soorten volstaat een aquarium van zestig centimeter lang, groter is echter beter. Voor de grote soorten is een aquarium van drie meter lang nodig. Voor maanvissen en discusvissen is ook de hoogte van het aquarium van belang, deze moet minimaal 50 centimeter zijn.

De gewenste temperatuur, hardheid en pH van het water verschilt per soort, het is belangrijk om de omstandigheden na te bootsen van het water waar de vis van nature voorkomt. De gewenste temperatuur van cichliden varieert tussen 18 en 30 graden Celsius, de meeste soorten doen het goed bij temperaturen tussen 23 en 26 graden. Voor de optimale pH-waarde en hardheid van het water is grofweg een indeling te maken per gebied van herkomst, hoewel er uitzonderingen kunnen zijn. De vissen uit het Malawi- en Tanganyikameer hebben bijvoorbeeld zowel een hoge carbonaathardheid (KH) als een hoge totale hardheid (GH) nodig en een vrij hoge zuurgraad (pH). Soorten uit het tropisch regenwoud van Zuid-Amerika en Afrika hebben juist zacht water en een lage pH nodig.

Zie de tabel van bijlage 1 (zie PDF) en vraag voor aanschaf na wat de eisen zijn van de soort die u wilt gaan houden.

Een waterfilter en verlichting horen tot de basisuitrusting van het aquarium. Voor sommige cichliden is het belangrijk om planten in het aquarium te zetten. Ze gebruiken deze als schuilplaats of om eitjes op af te zetten. Er zijn echter ook cichliden die de grond omwoelen en zo planten uitgraven of planten opeten. Voor de bodem kiest u, afhankelijk van de soort, voor zand of kiezel.

Overige inrichting kan, afhankelijk van de gehouden soort, bestaan uit kienhout, stukken rots of stenen (zorg ervoor dat deze heel stevig staan!), voor sommige soorten (diverse dwergcichliden) bladstrooisel zoals eikenbladeren, en schuilplaatsen van bijvoorbeeld bloempotten of pvc-buisjes. Ga na wat de natuurlijke leefomgeving is van de soort die u wilt gaan houden en probeer deze na te bootsen.

Verzorgen en hanteren

Dagelijks moet u de vissen even bekijken om te zien of ze gezond zijn. Controleer ook de watertemperatuur en verwijder eventuele voedselresten. Haal elke week losse plantenresten weg.

Test geregeld het water met testsetjes die u in de dierenspeciaalzaak kunt kopen. Belangrijk zijn daarbij vooral de zuurgraad (pH), de hardheid en de hoeveelheid ammoniak, nitriet en nitraat. Bij een goed werkend filter zijn ammoniak en nitriet niet meetbaar aanwezig. Nitraat kan het snelst uit het water worden verwijderd door water te verversen. Ververs daarom regelmatig, afhankelijk van de gemeten waterkwaliteit. Een richtlijn voor cichliden is om wekelijks ongeveer een derde van het water te vervangen. Gebruik hier wel water voor met de juiste waterwaarden, voor aquaria met zuur en zacht water kunt u leidingwater mengen met osmosewater of gebruik maken van speciale producten om het water te bewerken.

Maak het mechanische deel van het filter regelmatig schoon door te spoelen in het oude aquariumwater. Maak indien nodig de ruiten schoon met een magneetveger, een krabber of filterwatten.

Gebruik attributen die voor het aquarium bestemd zijn, zoals een emmer en schepnetje, alleen voor het aquarium en niet voor andere huishoudelijke activiteiten. Was altijd uw handen zowel voor als nadat u met het aquarium bezig bent geweest. Gebruikt u een hevelslang, zorg er dan voor dat u geen water binnen krijgt. Sommige visziekten zijn ook besmettelijk voor mensen, en andersom kunnen mensen ook ziekteverwekkers aan vissen doorgeven.

Voeding

Sommige cichliden eten alleen plantaardig voedsel, andere cichliden alleen dierlijk voedsel of beide. De meeste cichliden eten gevarieerd. Veel cichliden zullen een dieet van diepvries- en/of droogvoer accepteren. Het is voor veel soorten beter om ze ook af en toe vers, levend voer te geven, zoals muggenlarven, watervlooien of meelwormen. Levend voer en diepvriesvoer kunnen soms ziekten overbrengen, haal ze bij een vertrouwde leverancier. Invriezen doodt veel ziekteverwekkers, maar niet alle.

Algeneters zoals de meeste cichliden uit het Malawimeer en Tropheus soorten uit het Tanganyikameer mag u echter geen eiwitrijk voer zoals Tubifex, muggenlarven of droogvoer voor gewone aquariumvissen geven, zij hebben plantaardig voer zoals Spirulina vlokken nodig.

Voer cichliden eenmaal per dag, zoveel als ze in één à twee minuten opeten. Droogvoer bewaart u het beste op een koele en droge plek, dus niet op de lichtkap van het aquarium. Vocht en warmte zorgen ervoor dat belangrijke voedingsstoffen zoals vitaminen en vetzuren verloren gaan.

Voortplanting

Bij veel cichliden is het moeilijk om het verschil te zien tussen mannetjes en vrouwtjes. Als er wel verschil is dan zijn de mannetjes vaak wat groter en hebben ze fellere kleuren dan de vrouwtjes. In de paartijd is ook te zien dat de geslachtspapil bij het vrouwtje stomp is en bij het mannetje spits. De geslachtspapil is een verdikking bij de aars.

In de manier van voortplanten zit veel verschil tussen de verschillende soorten cichliden. Cichliden vertonen broedzorg, dat betekent dat ze voor de eitjes en de jongen zorgen. Ze doen dit tot de jongen enkele weken of zelfs enkele maanden oud zijn. Bij sommige cichliden doet alleen het vrouwtje of het mannetje dit, maar vaak zorgt een koppeltje samen voor het nageslacht. De jongen hoeven hierdoor ook niet direct weggehaald te worden bij de ouders. Er zijn verschillende vormen van broedzorg.

De muilbroeders vormen een hele bijzondere groep. Een deel van de muilbroeders neemt de jongen in de bek, na het uitkomen van de eitjes. Een ander deel neemt de eitjes in de bek en broedt ze daar uit. Het muilbroeden wordt meestal door de vrouwtjes gedaan maar soms ook door mannetjes en vrouwtjes samen. 

Een andere vorm van broeden is te zien bij de open substraatbroeders, zoals de maanvis en de discusvis. Zij leggen eitjes op een gladde ondergrond, zoals plantenbladeren, gladde wortels of stenen. In de meeste gevallen verdedigt het mannetje het territorium en verzorgt het vrouwtje de eitjes. Ze waaiert zuurstofrijk water over de eitjes heen en haalt onvruchtbare eitjes weg. Ook bij het zoeken naar voedsel worden de jongen begeleid. Sommige soorten, zoals de discusvis, scheiden slijm af uit de huid, waar de jongen van kunnen eten.

Holenbroeders lijken op open substraatbroeders, alleen zij leggen hun eitjes in grotten of holen.

In het Tanganyikameer leven cichliden die hun eitjes in lege slakkenhuizen leggen, zoals een aantal Lamprologus en Neolamprologus soorten. Een van de ouders kan dan de wacht houden in de ingang van het slakkenhuis, zodat de eieren niet kunnen worden opgegeten. Houdt u deze soorten dan moet u dus zorgen voor voldoende lege slakkenhuizen.

Bij sommige cichliden paart elk mannetje met één vrouwtje, bij andere soorten paren de mannetjes met meerdere vrouwtjes. Dit hangt niet samen met de broedvorm. Soms heeft een mannetje een harem van vrouwtjes die binnen zijn territorium elk een eigen broedplaats hebben.

Per keer leggen deze vissen een paar tot een paar honderd eitjes. De eitjes komen na één dag tot vier weken uit, afhankelijk van de soort, waarbij bijvoorbeeld de muilbroeders uit Afrika een veel langere broedtijd hebben dan veel van de cichliden uit Zuid-Amerika. Er is geen vaste voortplantingstijd, eitjes kunnen het hele jaar door gelegd worden.

Ziekten en aandoeningen

Om uw vissen gezond te houden is het erg belangrijk om te zorgen voor een goede waterkwaliteit en goede voeding. Stress kunt u voorkomen door de vissen zoveel mogelijk met rust te laten en een vast dagpatroon aan te houden. Zet geen soorten bij elkaar die elkaar lastigvallen.

Tekenen van gezondheidsproblemen zijn een doffe of aangetaste huid, geknepen vinnen, een afwijkende lichaamsvorm en een afwijkende manier van zwemmen (bijvoorbeeld schommelend of scheef).

Enkele Zuid-Amerikaanse cichlidensoorten zijn gevoelig voor ‘gatenziekte’. Hierbij ontstaan gaatjes in de huid van de kop. Het is niet helemaal duidelijk wat de oorzaak is van deze ziekte, maar een tekort in de voeding (bijvoorbeeld vitamine C), waterkwaliteit en infectie door de flagellaten worden in verband gebracht met gatenziekte.

Cichliden kunnen daarnaast, net als veel andere aquariumvissen, van nog meer parasieten last hebben. Voorbeelden van parasitaire huidaandoeningen zijn witte stip en fluweelziekte. Ook op de kieuwen en in de darmen komen parasieten voor, waaronder verschillende wormen en flagellaten.

Bacteriën kunnen diverse visziekten veroorzaken. Columnaris ziekte lijdt vooral tot aantasting van de huid en kieuwen en kan zich snel uitbreiden tot een ernstige ziekte. Het is lastig te behandelen.

Vissen-TBC wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium. Het ziektebeeld is heel divers, maar vaak vermageren vissen langzaam. Ook beschadigingen aan het oog en wondjes die slecht genezen kunnen voorkomen. Kenmerkend van de ziekte is echter aantasting van organen van de vis waarbij granulomen, kleine geelachtige bolletjes, tussen en in de organen worden gevormd. De ziekte is vrijwel onbehandelbaar bij vissen. Bij de mens kan deze bacterie zwemmersgranuloom veroorzaken, een ziekte met huidwondjes die lastig te behandelen is en waarvoor speciale geneesmiddelen nodig zijn. Vissen-TBC kan ook via levende en bevroren voeding worden overgedragen.

Infecties door bacteriën zijn vaak een gevolg van verminderde weerstand (bijvoorbeeld door stress), een beschadigde huid of een aantasting van de slijmlaag van de huid door parasieten of een slechte waterkwaliteit. Een voorbeeld hiervan is vinrot. Belangrijk is dan om niet alleen de aandoening te verhelpen, maar vooral ook de primaire oorzaak op te sporen en te corrigeren.

Vaak kunnen vissen door een snelle behandeling herstellen. In de dieren- of aquariumspeciaalzaak kunt u terecht voor algemeen advies over ziekten en mogelijke behandelwijzen. Ook vindt u hier enkele middelen om ziekten te behandelen. Zorg er wel voor dat u lang genoeg doorgaat met behandelen, zodat alle ziekteverwekkers gedood worden.

Er zijn in Nederland ook dierenartsen die deskundig zijn op het gebied van visziekten. Is laboratoriumonderzoek nodig dan kunt u contact opnemen met het visziektenlaboratorium van het WBVR (Wageningen Bioveterinary Research, Lelystad).

In de Praktische informatie over ‘Ziekten en aandoeningen bij zoetwatervissen’ leest u meer over visziekten.

Benodigde ervaring

De groep cichliden is erg divers. Diverse soorten zijn geschikt voor beginners, zoals de zebracichlide (Amatitlania nigrofasciata; houd wel rekening met zijn agressie, combineer hem daarom niet met kleine of kwetsbare vissen en zorg voor voldoende ruimte), de felgele Labidochromis caeruleus, de kleurrijke Haplochromis sp. “Ruby Green” en ook de bekende maanvis (Pterophyllum scalare). Voor andere soorten zoals de discusvis (Symphysodon discus en S. aequifasciata), maar ook bijvoorbeeld Petrochromis, Tropheus of Satanoperca soorten, is meer ervaring nodig. Zorg er altijd voor dat u zich van tevoren goed informeert over de verzorging van de soort die u kiest en over het opzetten van een aquarium en houd de waterkwaliteit goed in de gaten.

Aanschaf en kosten

Cichliden kunt u kopen in een aquariumspeciaalzaak of bij een kweker. Let er bij het kopen van vissen op dat ze uit schone bakken met gezonde dieren komen. Kies de meest actieve vissen. Let erop dat de vissen een mooie schone huid hebben en niet mager zijn. Laat de dieren geleidelijk wennen aan de nieuwe wateromstandigheden, nog beter is het om nieuwe vissen in een quarantainebak te plaatsen. 

Veel voorkomende cichlidensoorten zijn te koop voor enkele euro’s, bijzondere soorten kosten vaak enkele tientallen euro’s en soms nog meer. Daarnaast heeft u opstartkosten voor de aanschaf van een aquarium met inrichting en techniek. Terugkerende kosten zijn die voor voer, testsetjes, filtermateriaal en energie voor verwarming en licht. Ook kunt u voor kosten komen te staan als er ziekten in het aquarium ontstaan.

Bijlage 1

In deze tabel vindt u waarden voor diverse geslachten en soorten. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.