Sluiten

Ezel

Ezels zijn intelligente dieren die van aandacht houden. Ze moeten met soortgenoten samen leven om zich prettig te voelen. Ezels hebben een weiland nodig en een droge stal. Wie ezels wil houden, moet dus voldoende ruimte hebben. Bij een goede verzorging kunt u lang plezier hebben van uw ezels: ze kunnen zeker dertig jaar oud worden.

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de ezel het huisdier is dat u zoekt.

Algemeen

Ezels zijn hoefdieren die verwant zijn aan paarden. Ze hebben echter langere oorschelpen, een dikker hoofd en korte manen. Een paard en een ezel kunnen met elkaar paren. Hun nakomeling heet bij een kruising tussen een ezelhengst en een paardenmerrie een muildier; andersom is er sprake van een muilezel.

Hoewel ezels zich hebben ontwikkeld in een subtropisch klimaat, kunnen ze zich goed aanpassen aan West-Europese omstandigheden. Dat stelt wel speciale eisen aan de voeding en de huisvesting. Ezels kunnen tussen de dertig en veertig jaar oud worden.

Verschillende varianten

De tamme ezel stamt oorspronkelijk af van de wilde Nubische ezel. Tamme ezels variëren in kleur en grootte. De kleur schommelt tussen grijs, bruin en zwart, maar er zijn ook bonte ezels en schimmels. De meeste ezels hebben, gemeten vanaf de schoft (schouder), een hoogte van ongeveer 1 meter 20. Dit wordt de schofthoogte genoemd. Er zijn ook mini-ezels. Officieel worden ezels in drie groepen ingedeeld, namelijk ezels met een schofthoogte tot 91 centimeter, ezels met een schofthoogte van 91 centimeter tot 1 meter 40, en ezels die groter zijn dan 1 meter 40. Twee voorbeelden van rassen die hoger zijn dan 1 meter 40 zijn de Grand Noir du Berry en Poitou. De Poitou valt op door zijn lange haar.

Van nature

Ezels zijn kuddedieren, ze kunnen slecht alleen zijn. Houd hen daarom bij voorkeur met soortgenoten. Ezels communiceren met elkaar door gebruik van hun oren, staart, lichaamshouding en met geluiden. Het duidelijkste geluid is het balken, dat over een afstand van enkele kilometers te horen is. Onder andere door middel van hun tastzin, reuk en smaak krijgen ezels informatie over hun omgeving, in het bijzonder over wat eetbaar is. Hun gehoor is redelijk goed. Ezels zien goed in het donker en hebben een goed overzicht over hun omgeving. Waar paarden bij gevaar direct op de vlucht slaan (vluchtrespons), hebben ezels een vechtrespons: ze zijn geneigd het gevaar op te zoeken en, als het kan, het hoofd te bieden.

Huisvesting

Ezels zijn van oudsher gewend aan een rotsachtige bodem en aan warm weer. In een drassige weide krijgen ze zonder voorzorgsmaatregelen al gauw last van gezondheidsproblemen. Een te natte ondergrond met veel plassen water is niet goed voor ezelhoeven. Door een deel van de wei te bestraten, heeft de ezel ook bij hevige regenval een droge plek.

Een ezelweide van 1000 vierkante meter is voor twee ezels voldoende. Een ezel samen met andere soorten (kleine) grazers huisvesten is niet altijd een goed idee. Ezels hebben namelijk de neiging bijvoorbeeld schapen en geiten te verjagen. Ezels zijn ontsnappingskunstenaars, zorg daarom voor een stevige, houten afrastering in combinatie met stroomdraad.

Naast een weide hebben ezels een droge stal nodig van minimaal 8 vierkante meter per ezel. Hierin moet de ezel kunnen schuilen als het 's winters erg koud is of als het regent, zijn vacht is namelijk niet waterdicht. Een stal waar de ezel zelf in en uit kan lopen is ideaal, hij kan dan zelf kiezen of hij buiten of binnen wil staan. Leg op de grond van de stal een dikke laag stro.

Verzorgen en hanteren

Een ezel stelt niet bijzonder veel eisen, maar moet wel degelijk verzorgd worden. Maak de stal dagelijks schoon. Ook is het verstandig om regelmatig de ezelmest uit het weiland te verwijderen om wormbesmetting te voorkomen.

Ezelhoeven moeten minstens vier keer per jaar worden bekapt. U kunt dat het beste laten doen door een speciale ezelhoefsmid. Ondervinden de hoeven weinig natuurlijke slijtage, dan is vaker bekappen noodzakelijk. Ongeveer twee tot drie keer per week kunt u de hoeven uitkrabben.

Maak jaarlijks een afspraak met uw dierenarts om de ezel in te enten tegen tetanus en influenza en ontworm de ezel drie tot vier keer per jaar.

Bij het wisselen van de winter- naar de zomervacht kunt u de ezel helpen door hem extra te borstelen. Ezels houden van aandacht, geef dit door bijvoorbeeld aaien en borstelen.

Ezels staan bekend als dom en koppig, maar dat gedrag is altijd het gevolg van een slechte behandeling. Een ezel is intelligent en vraagt een consequente aanpak. Het gebruik van geweld heeft een averechts effect.

Voeding

Ezels hebben in de zomer voldoende aan gras, aangevuld met hooi of tarwestro. Het hooi of tarwestro moet vezelrijk, schoon, droog, schimmelvrij en stengelig zijn. Kuilvoer is ongeschikt voor ezels. In de winter hebben ze hooi en stro nodig. Pas op dat er geen Jacobskruiskruid in het hooi zit. Uw ezel herkent dit voor hem dodelijke kruid niet.

Een ezel van 175 kilo moet ongeveer 2275 gram arm hooi (hooi met een laageiwitgehalte) per dag krijgen om te voorzien in de behoefte aan vezels. De totale inname aan voedsel per dag voor deze ezel is 3 tot 5,4 kilo voer.

Omdat ezels snel te dik worden, kunt u ze beter niet onbeperkt laten grazen in een overvloedige wei. Ook onbeperkt hooi aanbieden is niet verstandig. Haal ezels die in de wei lopen ’s nachts naar binnen of raster een deel van de wei af. Extraatjes zijn niet nodig; een handje krachtvoer is voldoende om de ezel handtam te houden. Een ezel met een schofthoogte van 1 meter 10 en een borstomvang van 1 meter 20 is goed op gewicht bij 180 kilo.

Geef uw ezel geen paardenbrok, daarin zitten voor ezels te veel koolhydraten. Beter kunt u kiezen voor speciale ezelmix. Dat heeft in vergelijking met paardenbrok een heel laag zetmeel- en suikergehalte. Een liksteen komt tegemoet aan de individuele behoefte aan zout. Zorg ervoor dat uw ezel dagelijks vers drinkwater heeft.

Voortplanting

Een ezel wordt geboren na een draagtijd van twaalf maanden. Vrijwel direct na de geboorte kan het veulen staan. Als het zes maanden oud is kan het ezelveulen geleidelijk worden gespeend. Rond het tweede levensjaar zijn ezels geslachtsrijp.

Ziekten en aandoeningen

Een ezel laat niet gauw blijken dat hij wat mankeert. Als uw ezel niet eet en sloom is, moet u direct contact opnemen met de dierenarts.

Alle ezels in Nederland zijn min of meer besmet met inwendige parasieten. Vooral infecties door wormen en hun larven komen veel voor. Maar ook de larven van de paardenhorzel bezorgen een ezel vaak overlast. Regelmatig ontwormen, met een middel dat ook werkzaam is tegen horzellarven, is essentieel.

Hoefbevangenheid en koliek kunnen onder meer optreden na het eten van verse granen, te veel krachtvoer en te rijk gras. Ook het drinken van veel koud water na het leveren van grote inspanning kan gevaarlijk zijn. Koliek is de verzamelnaam voor symptomen die geassocieerd worden met buikpijn. Koliek kan vreselijk pijn doen, maar ezels laten hun pijn niet graag blijken. Meestal zijn ze sloom en lusteloos als ze koliek hebben. Als de pijn zeer heftig wordt (en de koliek in een gevaarlijk stadium belandt) zien we vaak herkenbare symptomen als het schrapen met de voorbenen, zweten, niet willen eten, naar de buik kijken en rollen.

Hoefbevangenheid is een ontsteking van de hoeflederhuid, die wordt veroorzaakt door het circuleren van giftige stoffen in het bloed. Het komt meestal voor aan de voorhoeven. Ezels die veel vezels krijgen, lopen minder risico hoefbevangen te raken. Ook hebben ze minder last van hoefproblemen en zwaarlijvigheid.

Als een ezel lastig is in de mond bij het rijden of mennen kan dat een aanwijzing zijn dat er iets mis is met zijn gebit, schakel in dat geval een paardentandarts in. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de tanden te scherpe randen hebben en in de mond en tong snijden. Slecht eten, vermagering en conditieverlies zijn eveneens symptomen van gebitsproblemen. Het is verstandig om bij ezels ouder dan tien jaar de dierenarts jaarlijks het gebit te laten controleren.
 

Benodigde ervaring

Voor het op verantwoorde wijze houden van een ezel is geen specifieke ervaring nodig. Het is echter wel verstandig vooraf te gaan praten met een ervaren ezelhouder of bij een ezelvereniging. Laat u informeren over het gedrag en de specifieke behoeften van ezels zodat u goed weet waar u aan begint.

Aanschaf en kosten

Een ezel koopt u het beste bij een ezelfokker of liefhebber. U kunt ook een ezel adopteren via een ezelopvang. Betrouwbare adressen kunt u vinden bij een ezelvereniging. De Europese Unie stelt een paspoort en een chip voor paardachtigen verplicht. Deze horen aanwezig te zijn bij de aankoop van de ezel, want de chip moet worden aangebracht voordat het dier zeven maanden oud is. Vraag vooraf bij uw gemeente hoe het precies zit met wettelijke regels en verordeningen. U moet bijvoorbeeld rekening houden met de milieuregels zoals die voor mestopslag wanneer u een landbouwhuisdier als de ezel wilt houden.

Overdenk goed wat u precies wilt voordat u een ezel koopt. Wilt u een jong of ouder dier? Een merrie of een hengst? Als u een hengst op een gezellige en ontspannen manier bij huis wilt houden, dan moet u hem laten castreren. Dan wordt het meestal een sociale, brave en betrouwbare “ruin” die weinig balkt. Denk er aan dat ezels zeker dertig jaar oud kunnen worden, u zult het dier dus voor lange tijd een goed tehuis moeten kunnen bieden en de kosten voor zijn verzorging moeten kunnen opbrengen.

Een ezel kost gemiddeld tussen de twee- en de vijfhonderd euro. De kosten voor voedsel, ontwormingskuren, vaccinaties, de hoefsmid en de dierenarts kunnen behoorlijk oplopen, u bent al snel vijfhonderd tot duizend euro per jaar kwijt. Ook het huren van een stuk grond en stal om uw ezel te huisvesten behoort tot de terugkerende kosten, evenals het onderhoud hiervan. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt.

Aandachtspunten

  • Vanaf 21 april 2021 moet van elke ezel bijgehouden worden waar het dier zich bevindt. De houder van de locatie moet de ezel koppelen aan zijn of haar Unieke Bedrijfsnummer (UBN).
    Staan uw ezels bij u thuis gestald? Dan moet u zelf een UBN aanvragen en de ezels bij RVO aanmelden. Daarnaast moet u een administratie bijhouden met daarin de gegevens van de dieren op uw locatie.
    Gaat u langer dan 1 dag, maar korter dan 30 dagen weg met uw ezel? Dan moet dit in de staladministratie worden bijhouden. Als uw ezel langer dan 30 dagen op een andere plek gestald staat, moet dit doorgegeven worden aan RVO. Meer informatie vindt u op de website van RVO.