Verzorging van uw kitten
Alle kittens zijn schattig en soms is het moeilijk de verleiding te weerstaan om een kitten mee naar huis te nemen. Maar het is echt belangrijk dat u stilstaat bij de gevolgen van de aanschaf van een kat. Besef dat kittens, net als kinderen, ook dingen in huis kunnen vernielen en veel aandacht vragen. En misschien wel nog belangrijker: de aanschaf van een kitten betekent dat u zich voor de komende 14 tot 20 jaar verbindt aan de zorg voor een kat. Dat betekent een flinke investering in tijd, aandacht en geld.
Heeft u daar allemaal rekening mee gehouden en bent u inmiddels eigenaar van zo’n leuk pluizenbolletje? Dan leest u in dit document hoe u uw kitten het beste verzorgt.
Wat betekent het om voor een kat te zorgen?
De zorg voor een kat bestaat uit:
- het geven van veel persoonlijke aandacht;
- elke dag een goede voeding geven;
- ervoor zorgen dat de kat altijd over vers water beschikt;
- het zorgen voor schone en comfortabele rustplaatsen;
- het aanbieden (en dagelijks verschonen) van meerdere kattenbakken in huis, óók als u een kat heeft die naar buiten gaat;
- het regelmatig borstelen van uw kat, vooral langharige katten vragen om een (bijna) dagelijkse vachtverzorging;
- het bij voorkeur laten chippen en registreren van uw kat (en bijhouden van uw contactgegevens);
- het laten castreren van uw poes of kater op een leeftijd tussen de 4 tot 6 maanden;
- het regelmatig laten vaccineren van uw kat tegen ernstige ziekten;
- het regelmatig ontwormen van uw kat en vlooien bestrijden;
- het minimaal jaarlijks naar de dierenarts gaan met uw kat voor een gezondheidscontrole en natuurlijk eerder als uw kat ziektesymptomen vertoont. Tip: Een huisdierenzorgverzekering kan u helpen te besparen op de kosten van uw dierenarts.
- het rekening houden met de kosten die u kwijt bent voor een kat, niet alleen de eenmalige kosten, maar ook de terugkerende kosten (u leest hier wat een kat gemiddeld per jaar kost).
Thuiskomen met uw kitten
Het verhuizen naar een nieuw huis brengt veel stress mee voor een kitten. Stel hem daarom gerust en geef hem de tijd om aan zijn nieuwe omgeving te wennen, voordat hij kennis gaat maken met andere huisdieren. Zorg ervoor dat alle deuren en ramen gesloten zijn en dat een eventuele open haard afgeschermd is (een stille, donkere schoorsteen kan erg uitnodigend zijn voor een nerveus kitten). Zorg ervoor dat uw kitten weet waar zijn rustplaats, kattenbak en etens- en drinkbakje zich bevinden.
De rustplaats van het kitten moet een veilige haven vormen waar hij zich terug kan trekken wanneer de stress hem teveel wordt. Deze moet warm, droog, comfortabel en tochtvrij zijn. Er zijn allerlei soorten ligplaatsen waaruit u kunt kiezen, maar u kunt ook een warm kleedje in een sterke, kartonnen doos, waarin u een gat heeft gemaakt in de zijkant, gebruiken. Plaats deze in een warme, veilige hoek (vlakbij de verwarming in de winter) die uitnodigend en veilig aandoet. De eerste nachten kan een warme kruik onder een dekentje bijdragen aan het verminderen van het gevoel van gemis van zijn moeder en nestgenootjes. Als u toevallig een grote bench heeft, of deze kunt lenen (een speciale bench voor de kat of voor een hond), dan biedt u uw kitten een veilige omgeving waarin u zelfs de kattenbak en een ligkussen kunt plaatsen. Een bench is ook ideaal bij het kennis maken met andere huisdieren.
Kennismaken van uw kitten met andere huisdieren en kinderen
De kennismaking met andere bewoners van het huis kan het beste geleidelijk en op vriendelijke en rustige wijze plaatsvinden. Enthousiaste kinderen kunnen heel eenvoudig en onbedoeld uw kitten verwonden, dus zorg ervoor dat er altijd iemand toezicht houdt tijdens het spelen en dat het kitten niet onnodig wordt opgetild. Kinderen kunnen het beste op de vloer gaan zitten en wachten tot het kitten zelf nieuwsgierig naar hen toekomt. Als uw kitten niet meer wil spelen, laat hem dan ook met rust. Een kitten is immers geen speeltje. Kittens hebben, net als andere jonge dieren, veel slaap nodig en moeten dus de kans krijgen om tussendoor te rusten.
Het kennismaken met een hond of andere kat moet voorzichtig gebeuren om ongelukken te voorkomen. Een slechte ervaring is lastig ongedaan te maken. Wanneer u uw kitten tijdelijk in een grote bench kunt onderbrengen, dan zal hij zich hierin veilig voelen, en kunnen honden of andere katten in huis geleidelijk wennen aan de nieuwkomer.
Aan sommige honden, met name honden die geen katten gewend zijn of snel opgewonden of agressief zijn, moet meer aandacht worden besteed tijdens het kennismaken. Om de hond zo kalm mogelijk te houden, is het verstandig hem aan te lijnen en rustig te laten zitten. Het nieuwe kitten kan het beste op een veilige plek in de kamer worden gezet. Zo kan het rustig wennen aan de hond en uit eigen beweging de hond benaderen. Dit kan echter wel wat tijd kosten en vraagt om geduld en het uitbundig belonen van de hond op het moment dat hij zich goed gedraagt.
Voor de wat rustigere honden en honden die aan katten gewend zijn, kan een stevige reismand een handig hulpmiddel zijn bij de kennismaking. Houd de hond aanvankelijk aan de lijn, plaats de reismand op een hoog gelegen oppervlak en laat de dieren onder toezicht, kort maar meerdere keren met elkaar in contact komen. De meeste honden kalmeren al snel wanneer ze zich realiseren dat de nieuwkomer niet echt heel erg interessant is. Intensiveer de ontmoetingen, maar houd de hond voor de veiligheid aan de lijn.
Laat het kitten nooit alleen in aanwezigheid van honden of katten, totdat ze volledig aan elkaar gewend zijn.
Wat is het juiste voer voor uw kitten?
Bij thuiskomst kunt u uw kitten aanvankelijk het beste de voeding geven waaraan het gewend is. Een plotseling voerverandering, in combinatie met de stress die gepaard gaat met het verhuizen, kan leiden tot maagklachten en diarree.
Als u van voeding wilt veranderen, kunt u dit het beste geleidelijk doen door het oude en nieuwe voer met elkaar te mengen. Een kitten heeft maar een klein maagje en heeft daarom meerdere kleine maaltijden per dag nodig, net als een baby. Het samenstellen van een zelfgekookt dieet, dat alle voedingsstoffen voor het groeiende kitten bevat, is niet eenvoudig en kan gemakkelijk leiden tot grote tekorten! Het is veel makkelijker om te kiezen voor een hoogwaardige kant-en-klare voeding, speciaal voor kittens, en de tijd die u hierdoor overhoudt te gebruiken om te spelen met uw kitten!
Gebruik uitsluitend voer voor kittens en geen voer voor volwassen katten, een kitten heeft een andere voedingsbehoefte dan de volwassen kat. Lees de voedingsrichtlijnen op de verpakking aandachtig door en volg deze op. Als het gaat om een ‘complete’ voeding, zoals de meeste kittenvoeders in Nederland, dan bevat deze alles wat uw kitten nodig heeft.
Kittens van acht tot twaalf weken oud hebben vier maaltijden per dag nodig, kittens van drie tot zes maanden drie maaltijden. Kittens ouder dan zes maanden hebben aan twee maaltijden voldoende. Of het mogelijk is om altijd voer te hebben klaarstaan voor uw kat, hangt af van uw levensstijl, wat uw kitten prettig vindt en gewend is en of er nog andere katten in huis zijn met speciale eetgewoontes of dieetbehoefte.
Een automatische voerautomaat die uw kat herkent aan zijn chip kan handig zijn. Zo kunt u een kat meerdere keren per dag eten geven op gezette tijden, zonder dat u precies op die tijden thuis hoeft te zijn. Een ander voordeel is dat de kat u niet gaat associëren met het voer. Oftewel, de kans dat uw kat bij u komt bedelen om voer is minimaal, want het voer komt nooit vanuit u, maar altijd vanuit de voerautomaat.
Geef uw kitten geen koeienmelk, want dit kan leiden tot diarree. Als u graag melk wilt geven, kies dan voor speciale kattenmelk. Wanneer diarree langer dan 24 uur aanhoudt, moet u altijd naar uw dierenarts gaan.
Zorg ervoor dat uw kat altijd beschikt over vers water.
Voor meer informatie over voeding kijkt u hier.
Kattenbak & kattenbaktraining
Katten zijn erg kieskeurig als het om hun kattenbak gaat. Bekijk daarom voor onmisbare informatie het document Kattenbaktips.
De meeste kittens hebben al van hun moeder geleerd hoe ze de kattenbak moeten gebruiken. Vaak is het voldoende om het kitten te wijzen waar de bak staat en hem erop te plaatsen na het wakker worden en na elke maaltijd, of wanneer het kitten rondsnuffelt, krabt of een hurkende houding aanneemt en eruit ziet alsof deze hoge nood heeft!
U heeft een kunststof kattenbak nodig die u kunt vullen met zand, korrels of kattengrit, verkrijgbaar bij de dierenspeciaalzaak. Meer over alle voor- en nadelen van verschillende typen kattenbakken en kattenbakvullingen leest u in het document Kattenbaktips. Tuinaarde is in ieder geval ongeschikt, vooral voor ongevaccineerde kittens, omdat zich hierin ziekteverwekkers kunnen bevinden van andere katten die de tuin als kattenbak hebben gebruikt.
Plaats de kattenbak in een rustige, goed bereikbare hoek waar uw kitten niet gestoord wordt. Plaats de bak niet in de buurt van etens- of drinkbakjes. Het kitten kan de kattenbak vermijden als deze te dicht in de buurt van zijn eten of drinken staat.
Houd de kattenbak echt goed schoon. Hoe u dat op een handige en veilige manier (voor uw kat en uzelf) doet, leest u in het praktische document Kattenbaktips.
Als uw kitten zijn behoefte op een andere, ongewenste plek in huis blijft doen, houd het kitten dan zolang als nodig is in één ruimte met een kattenbak totdat het kitten geleerd heeft deze te gebruiken. Plaats het kitten op de kattenbak, vlak na het eten of wanneer het kitten rondsnuffelt, een hurkende houding aanneemt of eruit ziet alsof hij rondkijkt naar een geschikte hoek om te gebruiken als kattenbak.
Wat als uw kitten niet op de kattenbak gaat?
Als uw kitten weigert de kattenbak te gebruiken, kunnen er diverse oorzaken zijn, waaronder:
- de bak is niet schoon genoeg - verschoon de bak vaker;
- de bak is niet groot genoeg - de bak moet groot genoeg zijn voor een volwassen kat om zich om te kunnen draaien en om hem vaker dan één keer te kunnen gebruiken, zonder vies te worden;
- de bak is schoongemaakt met een te sterk ruikend schoonmaakmiddel;
- de bak staat te dicht bij de slaap- of eetplaats;
- uw kitten vindt de gekozen kattenbakvulling onprettig - kies voor de soort vulling die in het verleden wel gebruikt werd;
- uw kitten vindt het lastig om het deurtje open te duwen – haal (tijdelijk) het deurtje er uit;
- de instap is te hoog – verlaag de instap van de kattenbak.
Wilt u de kans op buiten de bak plassen zo klein mogelijk maken? Volg dan deze Kattenbaktips.
Wordt uw kitten een binnen- of buitenkat?
Het wel of niet naar buiten laten van een kat heeft voor- en nadelen, zie hier. Denk hier goed over na. Een mooie tussenoplossing kan zijn een hek om de tuin of een kattenren.
Voor het eerst naar buiten
Kiest u er bewust voor om uw kat naar buiten te laten gaan? Houd uw kitten dan bij voorkeur nog binnen totdat hij of zij volledig is gevaccineerd, gechipt en gecastreerd (dit kan rond 4-6 maanden leeftijd).
Na vervolgens helemaal gewend te zijn aan het leven bij u in huis, kunt u uw kat naar buiten laten gaan. Kies een droge dag uit (indien mogelijk) en een rustig tijdstip, bij voorkeur niet te laat op de dag. Zorg dat uw kat een beetje trek heeft, zodat u hem makkelijk met brokjes of wat anders lekkers weer kunt lokken. Ga samen met uw kat naar buiten, waar u hem op zijn gemak de omgeving laat verkennen. Blijf bij uw kat tot hij gewend is aan de tuin en zijn weg naar binnen zonder problemen kan vinden.
Katten bepalen het liefste zelf wanneer ze binnen of buiten zijn. Een kattenluik biedt hem deze mogelijkheid. U kunt uw kitten leren het luik te gebruiken door het open te klappen en hem met wat lekkers erdoor heen te lokken. Laat langzaam het luikje zakken, zodat uw kitten leert deze weg te duwen. Als u al een andere kat in huis heeft, dan is het heel goed mogelijk dat uw kitten het kunstje al heeft afgekeken, misschien wel voordat u er klaar voor bent. Kittens leren heel makkelijk door te kijken naar andere katten.
Om te voorkomen dat katten uit de buurt uw huis binnenkomen, kunt u een kattenluik aanschaffen dat alleen opent voor uw eigen kat (het handigst gaat dat door middel van chip).
Een halsband voor uw kat?
Bij het ouder worden van uw kitten (ouder dan zes maanden), kunt u overwegen om een halsbandje om te doen. Deze kan een adreskokertje of ander identificatiemiddel bevatten of een magneet of andere ‘sleutel’ voor een elektrisch kattenluik. Een veel simpeler en veiliger methode is het laten chippen van uw kitten op jonge leeftijd. Vergeet niet uw kitten te laten registreren bij een portaal. Kijk voor meer informatie op chipjedier.nl
Geef uw kat geen halsband om alleen omdat u het mooi vindt. Halsbandjes moeten op maat gemaakt worden, want kittens zijn erg actief en onderzoekend. Ze kunnen heel makkelijk met het bandje ergens achter blijven haken, zoals aan een boomtak of aan een hek. Ook kunnen ze met hun voorpootje in het bandje klem komen te zitten wat kan leiden tot verwondingen. Bandjes die ‘vanzelf knappen’, verminderen de kans dat de kat komt vast te zitten in een onmogelijke positie. Bij een jonge, snel groeiende kat, zult u regelmatig moeten controleren of het bandje nog goed past (u hoort er met één of twee vingers onder te kunnen komen) en de maat moeten aanpassen.
Gevaren in en rond huis
Kittens zijn erg avontuurlijk en onderzoeken graag kleine, donkere ruimtes waar ze net in kunnen kruipen. Als u uw kitten dus ‘kwijt’ bent, zoek dan vooral in wandkasten, kledingkasten, schuurtjes etc. voor het geval het kitten opgesloten of klem zit.
Houd de deuren van de wasmachine en droger dicht wanneer deze niet gebruikt worden en controleer ze voor u er kleding in stopt!
Als uw kitten graag op planten knabbelt, verwijder dan alle planten die mogelijk giftig zijn zoals Dieffenbachia (schoonmoedersplant, dovemansriet), kerstster, lelietje-van-dalen, nachtschade, wonderboom, avocadoplant, Ficus (rubberplant/boom) en klimop. De meeste katten laten deze planten met rust, maar kittens kunnen erg nieuwsgierig zijn. Lelies zijn extreem giftig voor katten! Kijk hier voor een uitgebreide lijst van giftige planten.
Als u in een appartement woont, op de eerste verdieping of hoger, of een huis heeft met meerdere verdiepingen, zorg er dan voor dat er geen ramen open staan waar uw kitten door naar buiten kan vallen. Kiep- en kantelramen zijn ook erg gevaarlijk voor katten!
Bewaar bestrijdingsmiddelen voor de tuin op een afgesloten, veilige plek en let vooral op met het gebruik van middelen tegen slakken of ander ongedierte. Deze middelen zijn vaak ook erg giftig voor andere dieren. Voor meer informatie leest u het document Giftige stoffen voor de kat in en rondom huis.
Speeltjes en afleiding
Kittens zijn dol op spelen. Zorg voor een grote variatie aan speeltjes om uw kitten fit en bezig te houden, deze hoeven helemaal niet duur te zijn. Elk kitten is gek op kartonnen dozen om in te spelen. Kijk hier voor meer leuke (gratis) speeltips. In de dierenspeciaalzaak zijn ook leuke speeltjes te koop. Spelen is een goede manier om elkaar te leren kennen en vertrouwen.
Zorg daarnaast voor een stevige en voldoende hoge krabpaal, zodat uw kitten niet uw meubilair hoeft te gebruiken om te krabben.
Vachtverzorging
Wen uw kitten er vanaf jonge leeftijd aan om geborsteld worden, vooral als hij lang haar heeft. Langharige katten hebben dagelijks aandacht nodig om klitten te voorkomen. Borstelen verwijdert overtollige losse haren die anders een haarbal kunnen vormen in de maag. Bovendien vinden de meeste katten het prettig om te worden gekamd en geborsteld als ze dit van jongs af aan gewend zijn. Het borstelen geeft u ook de kans om tegelijkertijd de gezondheid van uw kat in de gaten te houden en zal de band met uw kat versterken. Doe het zachtjes en maak van het borstelen een aangename en plezierige belevenis.
Laat uw kat chippen (en zorg dat uw contactgegevens kloppen)!
Het chippen van een hond is in Nederland al jaren verplicht. Bij katten is die chipverplichting er voor de meeste katten nog niet, behalve voor naaktkatten en vouwoorkatten. Maar de overheid heeft aangekondigd dit in 2026 voor alle katten te willen invoeren (kijk hier voor meer informatie).
Los van het feit of het verplicht is, is het hoe dan ook erg verstandig om uw kat (liefst al op jonge leeftijd!) te laten chippen. Ook als het om een binnenkat gaat, want juist als zo’n kat per ongeluk een keer buiten komt is de kans op vermissing of een ongeluk groot. Dierenambulances en dierenartsen kunnen de chip aflezen en daarmee de eigenaar opsporen (als de informatie tenminste goed is bijgehouden door de eigenaar).
Meer over het chippen en registreren van uw kat vindt u op onze website chipjedier.nl
Vaccinaties voor kittens & volwassen katten
Om uw kat te beschermen tegen ernstige infecties, zoals niesziekte of kattenziekte, moeten kittens gevaccineerd worden. Het advies voor kittens is een basisvaccinatie die bestaat uit een set van drie vaccinaties met steeds 3 tot 4 weken tussentijd. De eerste vaccinatie op een leeftijd van 8 à 9 weken; de tweede rond 12 weken leeftijd; en de derde rond 16 weken leeftijd. Voor een optimale bescherming, kunt u uw kitten na de laatste vaccinatie het beste nog een dag of tien binnenhouden en afgezonderd van andere katten.
Om het beschermende effect van de vaccinatie te behouden, moet uw kat regelmatig opnieuw gevaccineerd worden (gewoonlijk één keer per jaar of per drie jaar). Uw dierenarts zal het vaccinatieprogramma afstemmen op wat het beste is voor uw kat. Meer daarover leest u in het praktisch document Vaccinatie van uw kat.
Ontworming op maat
Katten kunnen last krijgen van verschillende soorten wormen, zoals spoelwormen, lintwormen en longwormen. Dat is niet alleen schadelijk voor hun gezondheid, maar kan ook risico’s opleveren voor mensen in hun omgeving. Ontwormen is dus geen overbodige luxe.
Kittens moeten vanaf een leeftijd van drie tot vier weken behandeld worden tegen wormen en daarna elke twee weken totdat ze twee maanden oud zijn. Vervolgens maandelijks tot een leeftijd van zes maanden.
Ook daarna blijft ontwormen belangrijk. Toch is er niet één standaardadvies dat voor elk dier geldt. Vier keer per jaar wordt vaak als richtlijn genoemd, maar in werkelijkheid hangt het af van factoren zoals leeftijd, algemene gezondheid, jachtgedrag, binnen- of buitenleven, de aanwezigheid van vlooien, én met wie het dier in contact komt (denk aan jonge kinderen, ouderen of mensen met een verminderde weerstand).
De beste aanpak is ontwormen op maat. In overleg met de dierenarts bepaalt u hoe vaak, met welk middel en tegen welke wormen u uw kat het beste kunt behandelen.
Wilt u liever niet onnodig ontwormen? Vraag uw dierenarts dan om ontlastingsonderzoek van uw kat. Zo behandelt u alleen als het echt nodig is. Dat is beter voor uw dier én beter voor het milieu.
Bekijk voor meer informatie het document over ontwormen.
Vlooienbestrijding
Zelfs schone katten kunnen vlooien oppikken, dus let hier altijd op tijdens het borstelen. Vlooienpoepjes zien eruit als bruine korreltjes (‘vuil’) en bevinden zich vooral rondom de nek en aan de staartbasis. Wanneer u deze korreltjes nat maakt met een stukje natte watten of een tissue ziet u een bruinrode vlek ontstaan (dit komt doordat het bloed in de vlooienpoep langzaam oplost).
Een effectieve bestrijding doodt niet alleen de volwassen vlooien op het kitten, maar voorkomt ook een herbesmetting van de omgeving. Sommige vlooienbestrijdingsmiddelen (sprays, shampoos en vlooienbandjes) kunnen stoffen bevatten die giftig zijn voor kittens en bovendien minder effectief zijn. Uw dierenarts kan u een aantal middelen voorschrijven die de vlo bestrijden en veilig zijn in het gebruik, omdat ze alleen werkzaam zijn tegen insecten. Deze middelen zijn makkelijk in gebruik en kunnen vanaf jonge leeftijd gebruikt worden.
Zorg ervoor dat u regelmatig goed stofzuigt, ook in alle donkere hoeken, gaten en kieren, in banken en mandjes. Daar zitten vaak de vlooieneitjes, die u weg wilt hebben voordat ze zich ontwikkelen tot vlooien! Heeft u vlooien of vlooienpoepjes gezien, vervang dan ook de stofzuigerzak regelmatig en was of vervang de kleedjes en mandjes van uw kat.
Andere huisdieren moeten ook behandeld worden. Uw dierenarts kan u ook een aantal producten meegeven die de vlooien in de omgeving bestrijden en/of die u aan de kat kunt toedienen om te voorkomen dat de vlo zich verder kan voortplanten (een soort ‘vlooienanticonceptiepil’).
Belangrijk: geef altijd alléén anti-vlooienmiddelen aan uw kat die ook echt bedoeld zijn voor katten. Middelen met permethrin die voor honden worden gebruikt, zijn namelijk dodelijk voor katten!
Bekijk voor meer informatie het document over vlooienbestrijding.
Oormijten
Katten kunnen last hebben van oormijten. Vaak zijn er geen symptomen aanwezig maar bij sommige katten kunnen ze tot irritatie en jeuk leiden en de productie van overmatig bruin/zwart oorsmeer. Ook als de oren van uw kitten er vies uitzien, jeukerig zijn of vol zitten met donker gekleurd oorsmeer, is het verstandig deze te laten nakijken door uw dierenarts. Ook al veroorzaken de mijten zelf geen pijn, ze kunnen erg irriteren en andere katten en honden in huis besmetten.
Als u een hond heeft met blijvende problemen met oormijt, dan is het verstandig ook de oren van uw kat te laten controleren door uw dierenarts, omdat deze de bron zouden kunnen zijn.
Laat uw poes of kater castreren!
Castratie van uw poes of kater is om meerdere redenen heel belangrijk. Jaarlijks belanden er veel katten en kittens in het asiel, moeten ze worden geëuthanaseerd, of worden ze ergens achtergelaten omdat er te veel katten zijn en er geen plek meer voor hen is. Door uw poes of kater te laten castreren (verwijderen van de geslachtsorganen), helpt u dit probleem te verminderen.
Een kater wordt meestal gecastreerd vanaf een leeftijd van vijf maanden. Castratie verkleint de kans op sproeigedrag in huis om zijn territorium af te zetten. De kater zal ook minder tijd besteden aan het zoeken naar een mogelijke partner. Dit maakt de kans om aangereden te worden of in gevecht te raken met een andere kater een stuk kleiner. Katten die gebeten of gekrabd worden tijdens een gevecht, hebben een hogere kans op een besmettelijke ziekte. Let op: Na operatieve castratie moet een kater nog een tijd binnen worden gehouden, omdat hij nog enige tijd (tot wel zeven weken lang) vruchtbaar kan zijn.
Een poes wordt gecastreerd om ongewenste kittens te voorkomen. De term ‘sterilisatie’, die vaak nog wordt gebruikt, is onjuist, omdat bij de poes de eierstokken (en eventueel de baarmoeder) verwijderd worden tijdens deze ingreep en niet alleen maar afgebonden. Het verwijderen van de geslachtsorganen heet officieel ‘castratie’. Een poes wordt meestal gecastreerd vanaf een leeftijd van vijf maanden. Ze hoeft hiervoor geen nestje te hebben gehad. Castratie heeft geen nadelige gevolgen en vermindert vooral de stress die het geeft als uw poes krols wordt (luid miauwen om een kater te lokken) drachtig (zwanger) raakt, kittens ter wereld moet brengen en verzorgen, en u moet zoeken naar nieuwe eigenaren voor alle kittens.
Meer informatie over castratie van uw kat vindt u hier.
Overgewicht bij uw kat: zo voorkomt u het
Na castratie is het belangrijk dat u uw kat ongeveer een derde (1/3) minder voer geeft dan wat u gewend was om te geven. Katers en poezen die gecastreerd zijn verbruiken namelijk minder energie. Zou u uw kat hetzelfde blijven voeren, dan wordt hij gegarandeerd te zwaar en dat is slecht voor zijn gezondheid! Bedenk: overgewicht is makkelijker te voorkomen dan te genezen.
Tip: Gebruik de handige Kat maat-o-meter scorekaart om zelf te kunnen zien en voelen of uw kat het juiste gewicht heeft.
