Sluiten

De aanschaf van een knaagdier

In Nederland worden allerlei soorten knaagdieren gehouden. Bekende soorten, zoals de cavia en de hamster, maar ook onbekendere soorten zoals de stekelmuis en de steppelemming. Knaagdieren hebben op veel mensen een aantrekkingskracht vanwege hun vaak knuffelbare uiterlijk, en zijn ook bij kinderen erg populair. Ook hun gedrag is interessant en bovendien kunnen verschillende soorten goed tam worden waardoor men echt contact met de dieren kan maken en een band kan opbouwen.

Knaagdieren worden echter ook vaak in een impuls aangeschaft, juist ook omdat ze er aaibaar uitzien, niet zo duur zijn en het geschikte huisdieren voor kinderen lijken te zijn. Zoiets loopt echter vaak op een teleurstelling uit, bijvoorbeeld omdat het dier toch meer tijd en energie kost dan men dacht of niet aan de verwachtingen voldoet.

Bij de aanschaf van een knaagdier is het daarom belangrijk om na te gaan of een knaagdier bij uw situatie past en welke soort het meest geschikt is. De eigenschappen van de diverse soorten kunnen flink verschillen. Ze zijn niet allemaal even gemakkelijk te houden, er is veel verschil in de hoeveelheid ruimte die de dieren nodig hebben en ook de leeftijd die de dieren kunnen bereiken loopt erg uiteen. Bovendien moeten veel (maar niet alle!) van deze dieren in groepjes worden gehouden.

De juiste keuze zorgt ervoor dat u meer plezier heeft van uw knaagdier. Het is daarom belangrijk dat u weet welke zaken u in overweging moet nemen en waar u op moet letten bij de aankoop. Deze handleiding helpt u daarbij.

In dit document wordt het konijn niet besproken, omdat het konijn niet onder de knaagdieren valt maar onder de haasachtigen. Wilt u ook het konijn als mogelijk huisdier in uw overwegingen meenemen? Bij onze Praktische documenten vindt u een apart document over de aanschaf van een konijn.

Waarom wil ik een knaagdier aanschaffen?

Als u knaagdieren wilt aanschaffen, moet u eerst even stilstaan bij wat u van een huisdier verwacht en wenst. Waarom lijkt het u leuk om knaagdieren in huis te hebben?

Knaagdieren worden vaak aangeschaft voor kinderen, omdat ze klein zijn en daardoor hanteerbaar en knuffelbaar lijken. Dat gaat echter voor de meeste dieren niet op. Veel knaagdieren houden er niet van om opgepakt te worden: het zijn immers prooidieren en gepakt worden betekent in de natuur meestal opgegeten worden. Ze kunnen dan bijten, en dat geldt zeker voor hamsters als u hen stoort in hun slaap. Ook is een aantal van deze dieren te snel of te kwetsbaar om door kleine kinderen veilig gehanteerd te worden, zoals de gerbil waarbij de staart kwetsbaar is of de stekelmuis die niet rustig op een hand zal blijven zitten.

Dat wil niet zeggen dat er geen soorten zijn die geschikt zijn voor kinderen of die van aaien houden. Ratten die goed tam zijn, vinden oppakken bijvoorbeeld vaak niet erg en zijn doorgaans erg geschikte huisdieren voor kinderen. Ook cavia’s die goed aan mensen gewend zijn, houden best van aaien als het kind er naast op de grond gaat zitten en het dier met zijn pootjes op de grond blijft.

Ook voor volwassenen is een aantal knaagdieren niet gemakkelijk hanteerbaar, vanwege hun snelheid of omdat ze niet echt tam worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor stekelmuizen en dwergmuizen. Maar ook soorten als de Mongoolse gerbil, hamster en chinchilla kunnen weliswaar in de handen genomen worden als dat nodig is, maar zijn in zijn algemeenheid geen ‘knuffeldieren’.

De minder aaibare soorten kunnen echter ook heel leuk en interessant zijn: als u voor een ruim, mooi ingericht verblijf zorgt, kunt u genieten van hun bedrijvigheid en hun gedrag observeren.

Bedenk dus vooraf of u een dier wilt dat u kunt aaien en oppakken of dat u eerder een ‘kijkdier’ zoekt.

Houd er bovendien rekening mee dat veel knaagdiersoorten groepsdieren zijn, waarvan u er dus meer dan één moet nemen.

Past een knaagdier bij mij?

Voor u beslist dat u een of meerdere knaagdieren wilt aanschaffen, is het verstandig om na te gaan of de dieren die u op het oog heeft wel bij u en uw situatie passen. Hieronder leest u waar u om moet denken.

Tijd voor verzorging?

Knaagdieren hebben natuurlijk verzorging nodig. De hoeveelheid tijd die u hieraan kwijt bent hangt mede af van de soort die u kiest en de manier waarop u de dieren huisvest. In elk geval moeten de knaagdieren dagelijks gevoerd worden en schoon water krijgen en moet het hok regelmatig worden schoongemaakt. Hoe vaak dat moet, kan per soort verschillen. Er zijn knaagdieren die een sterke lucht verspreiden en waarbij u dus wekelijks of vaker moet verschonen, zoals (vooral mannelijke) muizen en ratten. Bovendien geeft de urinedamp voor de dieren zelf irritatie van de luchtwegen, dus ook daarom is regelmatig verschonen belangrijk. Andere knaagdieren produceren juist weinig urine omdat ze zijn aangepast aan het leven in een droog klimaat, zoals de gerbil en de stekelmuis.

Sommige knaagdieren zijn zindelijk maar andere niet; zo kunt u ratten leren om een toiletbakje te gebruiken en kiezen hamsters een hoekje van hun verblijf uit, maar keutelen cavia’s overal waar ze lopen. Bij zindelijke dieren scheelt het dat u het toilethoekje dagelijks even kunt schoonmaken en de rest van het verblijf wat langer schoon blijft.

Ook moet u de dieren dagelijks observeren om te zien of het goed met hen gaat. Een aantal soorten heeft ook aandacht en dus tijd nodig in de vorm van aaien, vachtverzorging en het vervangen van speelgoed. Bij sommige soorten moet u tijd vrijmaken om de dieren uit de kooi te laten zodat ze voldoende kunnen bewegen.

Voldoende ruimte beschikbaar?

De hoeveelheid ruimte die u nodig heeft voor uw knaagdier(en) hangt af van de soort. Vaak worden knaagdieren te klein gehuisvest, wat gezondheidsproblemen en afwijkend gedrag kan veroorzaken. Ga er dus niet te snel vanuit dat een klein hokje voldoende groot zal zijn!

Voor sommige soorten, zoals de rat en de chinchilla, is een wat hoger verblijf met etages het meest geschikt. Voor andere soorten, zoals de cavia, is juist een verblijf nodig met veel oppervlak (eventueel met een niet te hoge verdieping waar de dieren via een loopplankje naar toe kunnen) en bijvoorbeeld een ren of uitloopmogelijkheid. Hamsters hebben minder oppervlak nodig, maar ook zij vragen al gauw een verblijf van 80 bij 40 centimeter en willen juist weer veel graafmogelijkheden en dus een diepe onderbak met veel bodembedekking.

Dieren als de cavia en de rat willen ook graag eens uit hun verblijf, bijvoorbeeld om in een veilige ren of speelplaats rond te lopen of, als dat mogelijk is, in uw kamer rond te wandelen. Dat betekent wel dat de ruimte daarvoor geschikt gemaakt moet worden(denk aan het wegwerken van snoeren en dichtmaken van kleine ruimtes en keren waarin de dieren zouden kunnen verdwijnen)! Voor knaagdieren die niet uit hun verblijf kunnen, moet het verblijf zelf ruim voldoende oppervlakte hebben zodat de dieren genoeg kunnen bewegen en zich niet gaan vervelen.

Houd ook rekening met de plaats waar u het verblijf wilt zetten. Zet het niet in de directe zon, op de tocht en bijvoorbeeld naast televisie of andere apparatuur.

Cavia’s kunnen eventueel ook buiten gehuisvest worden. Er is dan (naast een ren) wel een goed nachthok nodig dat de dieren beschermt tegen kou, felle zon, tocht en regen, en ze mogen hier nooit in hun eentje gehuisvest worden. Wordt het erg koud, dan moet de mogelijkheid bestaan de dieren tijdelijk in een schuur of garage te zetten omdat ze niet zo goed bestand zijn tegen de kou.

Wat vinden huisgenoten ervan?

Het is leuker als uw huisgenoten uw huisdieren ook leuk vinden. De kans is dan groter dat zij willen helpen bij het verzorgen en bovendien zullen zij de dieren dan ook aandacht geven. Omdat het houden van knaagdieren zowel tijd als ruimte vergt, is het onverstandig deze dieren aan te schaffen wanneer uw huisgenoten negatief tegenover de aanschaf staan. Bovendien zijn mensen soms bang voor dieren als ratten en muizen. Houd daar rekening mee, want als uw huisgenoten uw dieren eng vinden, zullen ze niet snel kunnen inspringen als u eens geen tijd heeft of ziek bent.

Knaagdieren kunnen allergische reacties uitlokken bij mensen die gevoelig zijn voor allergieën. Ook de bodembedekking of het hooi van knaagdieren kan aanleiding geven tot een allergie, bijvoorbeeld als het stoffig is (wat ook voor het knaagdier zelf niet gezond is). Heeft een van uw huisgenoten of u zelf last van allergieën, dan is het misschien niet verstandig om een knaagdier te kiezen. Laat dan in elk geval vooraf testen of u allergisch bent voor knaagdieren.

Uw knaagdier en de buren

Buren hebben in het algemeen geen last van uw knaagdieren. Wilt u cavia’s in uw tuin huisvesten, dan moet u er echter voor zorgen dat u katten en honden uit uw tuin houdt. Ook als deze dieren niet daadwerkelijk bij de cavia’s kunnen komen, kan een cavia van een loerende en jagende kat of hond enorm schrikken. Dat geeft stress en kan daardoor ook de gezondheid van de cavia’s aantasten. Zorg dus altijd voor een goede schuilplaats.

Alles weten over uw knaagdier

Knaagdieren worden vaak gezien als gemakkelijke huisdieren. Om goed voor een knaagdier te kunnen zorgen, is het echter nodig dat u veel over de betreffende diersoort weet. Sommige knaagdieren zijn niet zo moeilijk te verzorgen, maar een aantal soorten is bijvoorbeeld extra gevoelig voor voedingsfouten of verkeerde huisvesting, zoals de chinchilla of stekelmuizen. Zorg dus dat u weet wat uw dier nodig heeft.

Er bestaan verschillende mogelijkheden om u te oriënteren. De LICG huisdierenbijsluiters geven u de basisinformatie die u moet weten. Daarnaast is op de website onder ‘Praktisch’ nog meer informatie over knaagdieren te vinden. Ook op de website van Kleindier Liefhebbers Nederland vindt u nuttige informatie.

Consequenties van het hebben van knaagdieren

Als u knaagdieren aanschaft, heeft dit een aantal consequenties voor u en uw leven. Daar moet u vooraf even bij stilstaan, zodat u zeker weet of dit geen problemen oplevert. Hieronder vindt u een aantal punten om rekening mee te houden.

Eenmalige en vaste kosten

De aanschafkosten van knaagdieren lopen uiteen: een muis kost slechts enkele euro’s, een chinchilla eerder enkele tientjes. Maar behalve het dier, of in geval van groepsdieren meestal twee of meer dieren, heeft u nog meer nodig: een verblijf, eetbakjes, een drinkbakje of flesje, materialen om het verblijf in te richten zoals klimtakken, schuilhuisjes, etages en speelgoed, eventueel een ren (voor bijv. cavia’s) en materiaal om uw woonkamer veilig te maken zoals kabelgootjes. Die kosten kunnen oplopen: een ingericht verblijf voor muizen of dwerghamsters kost u vanaf ongeveer 50 euro, terwijl u voor een goede chinchillakooi al snel 120 euro kwijt bent. Verder is het aanschaffen van een transportbox raadzaam, zodat u de dieren veilig mee kunt nemen naar bijvoorbeeld de dierenarts.

Natuurlijk zijn er kosten die steeds terugkomen, zoals voer, hooi en bodembedekking. Ook maakt u soms medische kosten, als u bijvoorbeeld dieren wilt laten castreren of als u onverwacht met een dier naar de dierenarts moet. Bij knaagdieren moet er snel worden ingegrepen als ze ziek zijn, vaak is het niet mogelijk om een dag te wachten. Soms zult u daardoor in het weekend naar de dierenarts moeten. Dat is bijvoorbeeld nodig als het dier niet eet, niet poept, niet meer kan plassen, verlamd is, benauwd is of bloed verliest. Zoiets brengt extra consultkosten met zich mee voor een spoed- of nachtconsult. Zorg dus dat u een spaarpotje heeft voor zulke gevallen.

Wie zorgt er voor uw knaagdieren als u dat niet kunt?

Voordat u knaagdieren aanschaft moet u bedenken wie er voor de dieren kan zorgen als u op vakantie wilt of om andere redenen tijdelijk niet zelf voor hen kunt zorgen. Als de dieren thuis blijven moet er minstens elke dag iemand langskomen om hen vers water en voer te geven en te kijken of alles in orde is. Omdat knaagdieren niet zo snel laten zien dat ze ziek zijn, is het belangrijk dat de oppas uw dieren een beetje kent en weet waar hij of zij op moet letten. Houd er rekening mee dat niet elke buurvrouw zin heeft uw ratten of muizen te verzorgen, want ook al zijn het nog zulke leuke dieren, er zijn toch mensen die hen ‘eng’ vinden.

U kunt de dieren ook naar iemand toe brengen die er voor wil zorgen. Maar dan moet die persoon wel een geschikte plek hebben om het verblijf te zetten en bij sommige soorten, zoals de cavia, is het fijn als ze ook bij de oppas wat rond kunnen lopen.

Er bestaan ook pensions die knaagdieren kunnen onderbrengen. U moet dan op tijd reserveren. Houd er rekening mee dat vaak alleen dieren geaccepteerd worden die gezond ogen.

Al een huisdier in huis?

Als u al een huisdier heeft, is het natuurlijk belangrijk dat uw knaagdieren hierbij passen. Heeft u al een dier van dezelfde soort in huis, dan hangt het van de soort af of u hen samen kunt houden. Bij vrijwel alle soorten moet de introductie voorzichtig gebeuren, want als u zomaar een nieuw dier bij een of meer aanwezige dieren zet, is de kans erg groot dat ze gaan vechten. Een nieuwkomer wordt lang niet altijd geaccepteerd. Ga dus voor u een maatje voor uw al aanwezige dier(-en) koopt na of dit kans van slagen heeft en hoe u hen het beste aan elkaar kunt laten wennen.

Katten, honden en andere vleeseters zoals de fret zien knaagdieren van nature als prooi. Soms is een hond te leren om uw knaagdieren als familielid te zien, maar vertrouw er nooit op dat dit ook zonder uw toezicht goed zal gaan. Bij honden met veel jachtinstinct zal het vaak niet lukken. Katten en fretten zullen de meeste knaagdieren als maaltijd zien. Laat honden, katten of fretten nooit alleen met uw knaagdieren, zorg ervoor dat ze niet in het hok kunnen komen en niet voor het hok op de loer kunnen gaan zitten omdat dat stress oplevert.

Vogels kunnen geneigd zijn naar de ogen of staartjes van uw knaagdieren te pikken.

Cavia’s worden soms met konijnen samen gehouden. Dat kan goed gaan, maar konijnen en cavia’s spreken elkaars taal niet en het konijn kan de cavia verwonden of op de cavia gaan rijden. Ook hebben cavia’s voer met extra vitamine C nodig en konijnen niet. Het is dan ook geen ideale combinatie.

Goed bestede tijd

Natuurlijk zullen de dieren u ook tijd gaan kosten. Voor de verzorging, om hen te observeren zodat u weet of alles in orde is, om speelgoed voor hen te maken, hen te aaien en aandacht te geven of gewoon te genieten van hun onderlinge gedrag. Maar als u bewust voor uw huisdieren heeft gekozen, zult u dit een plezierige tijdsbesteding vinden!

Wat voor knaagdier wil ik aanschaffen? Knaagdieren in allerlei soorten en maten

De groep knaagdieren die als huisdier kunnen worden gehouden is nogal divers. Er zijn grotere en kleine soorten, tamme soorten en ‘kijkdieren’, soorten waarvan u een stel of een groepje moet houden en soorten die juist alleen leven, nacht- en schemerdieren en dieren die juist overdag actief zijn, en sommige soorten worden vrij oud terwijl andere maar enkele jaren leven. Het is daarom belangrijk om u goed in de verschillende soorten te verdiepen zodat u een knaagdier kiest dat ook echt past bij uw wensen en situatie.

Een goed eerste criterium is of u een dier zoekt dat u kunt aaien en waarmee u contact heeft, of dat u een dier zoekt dat vooral geschikt is om naar te kijken. Dat is zeker ook belangrijk als u kinderen heeft en het de bedoeling is dat de kinderen meehelpen bij de verzorging van het dier.

Soorten die in het algemeen vrij tam kunnen worden, van aandacht houden en goed hanteerbaar zijn, zijn de cavia en de rat. Deze twee soorten zijn ook wel geschikt voor kinderen (uiteraard onder begeleiding van ouders).

Ook de hamsters kunnen wel redelijk tam worden en gehanteerd worden, maar denk eraan dat het nachtdieren zijn die overdag vooral slapen en kunnen bijten als ze gewekt worden. Dat geldt ook voor de dikstaartgerbil.

Dwerghamsters, muisachtigen en gerbils kunnen erg snel zijn, zijn kwetsbaar en daardoor lastiger te hanteren. Ze zijn daarom niet geschikt voor kleine kinderen. Ook chinchilla’s en Gambia hamsterratten zijn meestal geen knuffeldieren en niet geschikt voor kinderen.

Uw eigen ervaring met dieren en met knaagdieren in het bijzonder is een factor die meetelt. Niet elk knaagdier is even geschikt voor beginners. Voor dieren als de woelmuis, steppelemming, chinchilla, stekelmuis, Gambia hamsterrat en de Afrikaanse dwergmuis is het prettig als u al ervaring heeft opgedaan met andere knaagdiersoorten. Voor beginners zijn dieren als de rat en de cavia meer geschikt.

De leeftijd die een dier kan bereiken kan meespelen bij de keuze. Sommige kleine knaagdieren worden maar 1 of enkele jaren oud (zoals de muis, hamster en rat). Dat kan een voordeel zijn, omdat de periode dat u voor het dier zult zorgen goed te overzien is, maar ook een nadeel, omdat u relatief snel weer afscheid moet nemen. Een chinchilla daarentegen kan meer dan vijftien jaar oud worden, en ook cavia’s kunnen soms de leeftijd van acht jaar bereiken. Voor deze soorten moet u er dus rekening mee houden dat u lange tijd goed voor de dieren zult moeten zorgen.

Van de meeste knaagdiersoorten zult u er meer dan één moeten houden om in de gedragsbehoeften van het dier te voldoen: het zijn overwegend groepsdieren. Wilt u dat niet, dan blijven de hamsters, de dikstaartgerbil en eventueel de Gambia hamsterrat over, die veelal beter in hun eentje gehouden kunnen worden.

Afhankelijk van de ruimte die u beschikbaar heeft, kunnen sommige soorten afvallen. De benodigde ruimte kan ook een rol spelen bij de verzorging in uw vakantie: een dier dat een groot verblijf nodig heeft, kunt u minder gemakkelijk bij een oppas laten logeren.

Hoeveel tijd wilt u kwijt zijn aan schoonmaken? Ook dat moet u in de beslissing meenemen. Dieren die van oorsprong in de woestijn leven, produceren minder ontlasting en urine en hoeven minder snel verschoond te worden. Dieren die u in een ren of in huis wilt laten lopen, maken ook daar meer vies en u zult dan wellicht meer moeten stofzuigen. En een dier dat zindelijk is, bespaart u werk omdat u, wanneer u dagelijks de toilethoek schoonmaakt, de rest van het hok minder vaak hoeft te verschonen.

In onderstaande tabel vindt u een aantal kenmerken van verschillende knaagdiersoorten. Wellicht helpt dit u een eerste selectie te maken. Voor meer informatie kunt u de huisdierenbijsluiters raadplegen, zodat u een goed overwogen keuze kunt maken. Houd ook rekening met mogelijke verschillen binnen een soort, zoals vachttypen, die er onder andere toe kunnen leiden dat u meer of minder tijd aan de verzorging kwijt bent.

Klik op de tabel voor een groter formaat in PDF.

 

Erfelijke gebreken

Bij knaagdieren kunnen, net als bij andere diersoorten, erfelijke gebreken voorkomen. Sommige daarvan hangen samen met een bepaald uiterlijk waarop gefokt is. Bepaalde erfelijke afwijkingen worden bewust verder gefokt, zoals naakte dieren of dieren met afwijkende vacht. De afwijking zelf hoeft niet altijd nadelig te zijn voor een dier, maar is dat soms wel. Bovendien kunnen door te fokken op bepaalde kenmerken ook andere kenmerken veranderen, omdat die genetisch aan elkaar gekoppeld zijn. In zo’n geval kan het zijn dat fokken op een bepaalde kleur ook effect heeft op bijvoorbeeld het zenuwstelsel, of dat een bepaald vachttype samenhangt met veranderingen in de spijsvertering. Wie wil fokken met knaagdieren moet zich dan ook eerst heel goed verdiepen in erfelijkheidsleer en weten waar hij mee bezig is, net zoals dat geldt voor fokken met andere dieren zoals honden of paarden. En wie een knaagdier koopt dat van de natuurlijke vorm afwijkt, moet zich realiseren dat dit in sommige gevallen problemen met zich mee kan brengen. Ga dan vooraf na waar u extra op moet letten.

Erfelijke afwijkingen ontstaan ook door inteelt, en het is daarom belangrijk dat er niet zomaar met sterk verwante dieren gefokt wordt. Bij knaagdieren komt dat helaas vaak voor: dieren van beide geslachten worden, bewust of per ongeluk, te lang bij elkaar gelaten waardoor zonen hun moeders dekken, vaders hun dochters of broers hun zusjes. Dat kan allerlei vervelende gevolgen hebben.

Soms ontstaat een erfelijke afwijking ook gewoon door een plotselinge, onbedoelde verandering in de genen van een dier. Daar is niets aan te doen, maar men moet er wel voor zorgen dat er met zo’n dier niet verder gefokt wordt.

Een voorbeeld van erfelijke gebreken zijn afwijkingen aan de stand van tanden en kiezen, waardoor deze niet goed afslijten en dan doorgroeien zodat het dier niet goed kan eten.

Ratten hebben vaak erfelijke aanleg voor het ontwikkelen van tumoren, doordat ze veel gefokt zijn voor onderzoek. Bij muizen komt een erfelijke zenuwafwijking voor waardoor hun evenwicht verstoord is. Gerbils kunnen erfelijke epilepsie hebben.

Bij cavia’s komt binnen de vachtvariant ‘satijn’ satijnziekte voor, een erfelijke botafwijking.

Naakte varianten, die bestaan onder muizen, ratten en cavia’s, hebben natuurlijk sneller last van kou en beschadigen sneller hun huid. Daar moet u rekening mee houden bij het inrichten van het verblijf. Langharige varianten, zoals langharige hamsters en cavia’s, moeten dagelijks gekamd worden omdat er anders snel klitten ontstaan en het haar gaat vilten. Ook moet men er rekening mee houden dat bodembedekking snel in de vacht verward raakt. Het lange haar kan de dieren in de weg zitten bij het uitvoeren van natuurlijk gedrag en het vrij bewegen; ze kunnen bijvoorbeeld moeite hebben om zichzelf schoon te houden.

Staartloze ratten kunnen last hebben van afwijkingen in de wervelkolom.

Sommige kleurslagen van bepaalde soorten mogen niet met elkaar gekruist worden omdat er dan dode jongen geboren worden. Ook hebben bepaalde kleurslagen of aftekeningen soms meer kans op een bepaalde aandoening.

Voor u een keuze maakt voor een bepaald dier is het dan ook belangrijk dat u nagaat of er erfelijke problemen kunnen spelen. Meer informatie over erfelijke aandoeningen bij knaagdieren vindt u in het Praktisch document ‘Overzicht erfelijke aandoeningen bij konijnen en knaagdieren’.

Jong of volwassen dier?

Jonge dieren kunnen meestal nog goed aan mensen wennen. Of ze ook echt tam worden, hangt af van de diersoort: bij cavia’s, ratten of hamsters kan dat goed lukken, bij stekelmuizen of dwergmuisjes gaat het er meer om dat ze niet meer van u schrikken, maar knuffelen is er niet bij.

Een nadeel van het kopen van een jong dier is dat u vooraf niet weet welk karakter het dier zal krijgen. Bij een volwassen dier kunt u meteen vaststellen of het gewend is aan mensenhanden, houdt van knuffelen of snel zijn tanden gebruikt.

Bedenk dat jonge dieren snel volwassen worden, het schattige is er snel vanaf. Wilt u een jong dier omdat u de volwassen dieren niet leuk genoeg vindt, dan kunt u dus beter helemaal niet aan zo’n dier beginnen.

Een aantal knaagdiersoorten wordt maar een of enkele jaren oud, en in zo’n geval zult u waarschijnlijk liever een jong dier kopen. Ook als u een aantal dieren bij elkaar wilt zetten, is het vaak gemakkelijker met jonge dieren een groepje te maken. Pas wel op dat u niet ongemerkt mannetjes en vrouwtjes bij elkaar zet; op jonge leeftijd is soms nog moeilijk te zien welk geslacht een dier heeft. Bovendien zijn knaagdieren vaak op jonge leeftijd al vruchtbaar.

Dieren als gerbils en muizen accepteren op volwassen leeftijd vaak geen onbekende soortgenoten meer. Bij bijvoorbeeld cavia’s is zoiets ook met oudere dieren wel heel goed mogelijk, hoewel u de koppeling altijd rustig aan moet pakken en goed moet begeleiden.

Verschil tussen mannetjes en vrouwtjes

Of u een mannetje of een vrouwtje, een groepje mannetjes, vrouwtjes of juist een combinatie van een mannetje en een vrouwtje wilt nemen, is afhankelijk van de diersoort die u kiest.

Bij veel soorten, zoals muizen en gerbils, kunt u geen groepje mannetjes bij elkaar houden, met vrouwtjes gaat dat vaak beter (wel moeten die van jongs af aan samenleven!). Bijchinchilla’s en ook wel bij cavia’s en ratten kunnen mannetjes wel samenleven als er geen vrouwtjes in de buurt zijn, zeker als ze van jongs af aan bij elkaar zitten.

Bij sommige soorten, zoals de muis en de rat, kunnen de mannetjes sterker ruiken dan de vrouwtjes.

Kiest u een mannetje en een vrouwtje dan moet in ieder geval het mannetje tijdig gecastreerd worden, anders krijgen ze jongen en bij knaagdieren heeft u dan al snel een paar hokken vol! Castratie is niet bij elke soort even haalbaar: technisch is het weliswaar uitvoerbaar, maar het kan lastig zijn een dierenarts te vinden die ervaring heeft met het castreren van de kleinste of meer bijzondere knaagdiersoorten. Het risico van zo’n operatie en de benodigde narcose verschilt per soort. Ook brengt castratie de nodige kosten met zich mee. Bij sommige diersoorten kan chemische castratie een optie zijn. Overleg met uw dierenarts wat er bij de soort van uw keuze mogelijk is.

Kiest u een hamster, die u het beste in zijn eentje houdt, dan maakt het weinig uit of u voor een mannetje of een vrouwtje kiest.

Eén dier of meer?

Van de knaagdieren die groepsdieren zijn, neemt u uiteraard altijd meer dan één dier. Deze dieren hebben het nodig om met een soortgenoot te leven, zodat ze hun natuurlijke gedrag kunnen uitvoeren en gezelligheid, veiligheid en steun aan elkaar hebben.

Syrische hamsters en Chinese dwerghamsters zijn solitaire knaagdieren: zij dulden geen soortgenoot in hun verblijf. Deze houdt u dus altijd alleen. Ook de Gambia hamsterrat en de dikstaartgerbil zijn eenlingen, hoewel de vrouwtjes in de paartijd wel samen leven.

Andere dwerghamsters, zoals de Russische, Roborovski en Campbelli dwerghamster, zijn van nature weliswaar groepsdieren maar in gevangenschap gaat dit toch vaak niet goed. Als u geen ervaring heeft met deze dieren kunt u dan ook beter één dier houden. Dat geldt zeker voor de Russische dwerghamster; de andere twee soorten zijn vaak iets gemakkelijker in groepjes te houden. Wilt u toch meer dan één dwerghamster houden, begin dan met nestgenootjes van hetzelfde geslacht, houd de dieren goed in de gaten en zorg dat u een reservekooi heeft, zodat u bij problemen de dieren direct kunt scheiden.

Twee volwassen dieren koppelen

Wilt u bijvoorbeeld twee volwassen cavia’s, chinchilla’s of ratten samen zetten dan moet u dit zorgvuldig begeleiden en langzaam opbouwen. Verzamel vooraf informatie over hoe u dit het beste kunt aanpakken. Begin altijd op neutraal terrein dat voor beide dieren onbekend is. Zet nooit twee vreemde dieren zomaar bij elkaar in een hok! Bij een knaagdierenopvang kunt u vaak ook koppels vinden die al aan elkaar gewend zijn en al gecastreerd zijn. Dat scheelt u een hoop tijd, zorgen en kosten. Ook kunnen zij u vaak helpen bij het koppelen van uw dier aan een nieuw maatje. Niet elke soort is goed te koppelen: bij muizen is dit bijvoorbeeld bijna niet te doen, ze zullen elkaar aanvallen. Win dus altijd eerst goede informatie over de soort in voor u zoiets probeert!

Waar wil ik mijn knaagdieren gaan aanschaffen?

Er zijn verschillende manieren om aan knaagdieren te komen. Het is belangrijk dat u een goed adres vindt zodat u een goede aanschaf kunt doen. Hieronder leest u waar u op kunt letten.

Een betrouwbaar adres?

Knaagdieren worden aangeboden via dierenspeciaalzaken, fokkers, asielen, speciale knaagdierenopvangcentra of via particulieren. Koopt u bij een dierenspeciaalzaak, dan is het prettig als deze is aangesloten bij Dibevo. De hierbij aangesloten dierenspeciaalzaken hebben een klachtenregeling en een geschillencommissie. Zoekt u een minder vaak voorkomende soort, een speciaal ras of een bijzondere kleurslag dan kunt u informeren naar adressen van fokkers bij een vereniging voor die soort, die u kunt vinden via Kleindier Liefhebbers Nederland. Een knaagdierenopvang vindt u onder andere via de website van Stichting Dierenasiels & Internet. 

Waar u het dier ook koopt, het is altijd belangrijk om op een aantal punten te letten. Kijk of de dieren goed gehuisvest zijn, in schone en ruime verblijven met voldoende voer en water. Natuurlijk moeten de dieren gezond zijn, en mogen de mannetjes niet samen met de vrouwtjes gehuisvest zijn (tenzij de dieren gecastreerd zijn). Een betrouwbare verkoper die het beste met zijn dieren voor heeft, zal u bovendien goede informatie geven over de dieren.

Eerste hulp bij lokkertjes

Jonge dieren zien er altijd schattig uit. Bovendien zijn knaagdieren niet zo groot en lijken gemakkelijk en aantrekkelijk voor kinderen. Het kan daarom verleidelijk zijn overstag te gaan als u eenmaal oog in oog staat met zo’n knuffelbaar uitziend diertje. Ga daarom liever niet naar de dieren kijken als u nog niet zeker weet of u zo’n dier als huisdier wilt hebben en u zich er nog niet in verdiept heeft wat het dier nodig heeft.

De prijzen van knaagdieren zijn vaak niet zo hoog en soms kunt u ze zelfs gratis meenemen, maar bedenk dat een goed verblijf en de juiste verzorging veel meer kosten dan het dier zelf! En let u niet goed op en is het diertje niet goed gezond, dan komen daar dierenartskosten bij.

Biedt weerstand aan de smekende blikken van uw kind, en ga u eerst eens samen verdiepen in de mogelijkheden. Dat geeft niet alleen veel voorpret, het voorkomt ook dat uw kind door een verkeerde, te snelle beslissing straks teleurgesteld is in het nieuwe huisdier en leert het kind om verantwoord over dieren na te denken.

Ga niet in op zielige verhalen en koop geen dieren bij handelaars die hun dieren niet goed behandelen ‘om ze te redden’. Hoe moeilijk het ook is, door deze dieren te kopen kan zo’n handelaar op dezelfde voet doorgaan en de volgende dag neemt een nieuw dier de plaats in van het door u geredde dier.

Waar moet ik bij de aanschaf op letten?

Als u een goed adres heeft gevonden, is er nog een aantal zaken waar u goed op moet letten bij het kiezen van een knaagdier. U wilt immers een gezond dier dat aan uw verwachtingen voldoet. Hieronder leest u wat de belangrijkste punten zijn.

Gezondheid

Natuurlijk is het belangrijk om met gezonde dieren te beginnen. In de bijsluiters vindt u de specifieke aandachtspunten voor het dier van uw keuze. In het algemeen is er aantal punten waar u op kunt letten bij de dieren die u wilt aanschaffen:

De vacht van het dier moet schoon en droog zijn. Bij gladharige soorten moet het haar glanzend en goed aangesloten liggen. Bij langharige dieren mogen er geen klitten in de vacht zitten. Een volwassen dier kan in de rui zijn, dan laten er haren los en ziet de vacht er wat plukkerig uit, maar ook dan zijn er meestal nog plaatsen waar het haar in goede conditie is omdat de rui niet over het hele lichaam tegelijk plaatsvindt.

De ogen van het dier moeten schoon zijn en glanzen, de oren moeten schoon zijn zonder korstjes, bobbels  of plekjes, en de neus moet schoon en droog zijn. Let ook op de haren bij ogen en neus, deze moeten schoon zijn zonder verkleuringen van snot of traanvocht. Het dier moet gemakkelijk en onhoorbaar ademen.

Kijk of de tanden van het dier er goed uitzien. Dat is niet eenvoudig bij kleine, minder tamme knaagdieren, maar u kunt door hen iets lekkers of een spriet hooi voor te houden soms bereiken dat zij hun bek open doen zodat u de tanden kunt zien. Let op of ze niet te lang zijn of scheef staan.

Kijk hoe het dier zich beweegt: loopt hij gemakkelijk en soepel?

Let ook op de ontlasting in het hok, deze moet stevig en droog zijn. Zorg dat u vooraf weet hoe deze er voor uw diersoort uit hoort te zien. Let ook op of het dier schoon is bij zijn anus, vieze plekken kunnen wijzen op diarree.

Gedrag

Aan het gedrag van het dier kunt u ook veel aflezen.

In de eerste plaats moet het dier alert en levendig zijn. Natuurlijk moet u wel rekening houden met de tijd van de dag: veel van deze dieren zijn schemerdieren, die overdag soms heel veel slapen.

Ook kunt u merken of het dier gewend is aan mensen en mensenhanden. Is het dier schrikkerig of nieuwsgierig? Wat u kunt verwachten, kan per diersoort verschillen.

Jonge dieren kunnen vaak nog leren om te wennen aan mensen en aanraking. Als het om een volwassen dier gaat, is dit lastiger, maar kunt u wel direct zien of het gedrag van het dier overeenkomt met uw wensen, of het er aan gewend is om gehanteerd te worden en of het houdt van aaien.

Leeftijd

Hoewel een jong diertje vaak extra schattig is, moet u er ook rekening mee houden dat hele jonge dieren ook wat kwetsbaarder zijn en vatbaarder voor ziekten. Koop de dieren dus niet te jong.

De leeftijd van een knaagdier is meestal lastig om vast te stellen. Men kan bijvoorbeeld niet naar de tanden kijken zoals bij een hond of een paard, want de tanden van knaagdieren groeien altijd door en vernieuwen dus steeds. Oude dieren worden vaak wat strammer, verliezen spiermassa en tonen daardoor wat meer hun botten, en soms is grauwe staar te zien (een wat blauw-witte waas binnen in het oog). Maar u zult voor het grootste deel moeten vertrouwen op de verkoper om te weten hoe oud uw dier is.

Bent u er klaar voor?

Zorg dat u een hok klaar heeft staan als u uw dieren gaat kopen. Op die manier kunnen ze meteen na het vervoer rustig wennen op hun eigen plek. U kunt een knaagdier natuurlijk niet eerst in een kartonnen doos neerzetten tot u een hok heeft gekocht…

In de Huisdierenbijsluiter over uw diersoort leest u waar u bij de huisvesting op moet letten. Zorg ook voor het juiste voer, hooi, bodembedekking, eetbakjes en een drinkflesje of drinkbak.

Mee naar huis

Voor het vervoer op weg naar huis heeft u een stevige en tochtvrije bak nodig waar natuurlijk wel frisse lucht in moet kunnen komen, zoals een stevige plastic vervoersbox voor knaagdieren. Houd rekening met de temperatuur tijdens het vervoer: veel knaagdieren kunnen slecht tegen hitte, maar er zijn er ook die slecht tegen kou kunnen.