Sluiten

Labrador Retriever

De Labrador Retriever is een enorm populaire hond. Hij staat bekend als enthousiast, gehoorzaam en prima geschikt voor een gezin. Bedenk echter wel dat ook de Labrador niet gehoorzaam geboren wordt en dat hij in zijn jonge jaren behoorlijk onstuimig en ook eigenwijs kan zijn! De Labrador Retriever komt goed tot zijn recht bij een rustige maar sportieve eigenaar die genoeg tijd heeft om zijn hond voldoende beweging en uitdaging te geven.

Kies het juiste ras voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de Labrador Retriever het ras is dat u zoekt.

Algemeen

De Labrador Retriever, kortweg Labrador genoemd, komt van oorsprong uit Newfoundland, Canada. De honden waren geliefd bij de Engelse adel, die ze gebruikte voor de jacht. Tegenwoordig behoren Labradors tot de populairste honden in Nederland. Zijn karaktereigenschappen zorgen ervoor dat de Labrador een gewaardeerde jachthond en een fijne kameraad is. Mede door deze eigenschappen zijn ze geschikt als blindengeleidehond en drugshond. De Labrador is ingedeeld bij rasgroep 8: ‘Retrievers, Spaniëls en Waterhonden’. De gemiddelde levensduur van een Labrador Retriever is elf tot twaalf jaar.

Uiterlijk

De Labrador Retriever is een stevig gebouwde, actieve hond. De lichaamsbouw moet zodanig zijn dat de hond zijn taken als jachthond goed kan uitvoeren, zowel op het land als in het water. Het uitgangspunt in de rasstandaard is een hond die op geen enkel onderdeel overdreven is en die vooral doelmatig is. Labradors hebben hangende oren en een stevige, vrij dikke staart, otterstaart genoemd.

De vacht is kort en dicht. De kleur is zwart, geel (blond) of lever-/chocoladekleurig. De gele kleur kan variëren van licht roomkleurig tot vossenrood. Een kleine witte vlek op de borst is toegestaan.

De ideale schofthoogte is bij reuen 56 tot 57 centimeter, bij teven 54 tot 56 centimeter. Het gewicht is gemiddeld zo’n 29 tot 35 kilo.

De volledige rasstandaard van de Labrador Retriever kunt u vinden via één van de rasverenigingen. Op de website van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland staan alle bij hen aangesloten rasverenigingen genoemd.

Karakter

De Labrador Retriever is een vriendelijke, opgewekte hond. Van nature zijn deze dieren graag bij mensen en zijn ze niet eenkennig. Het ras is gemakkelijk te trainen en staat bekend als gehoorzaam, wanneer ze goed zijn opgevoed. Deze honden zijn vooral in hun jonge jaren bijzonder actief en hebben veel beweging nodig. Wanneer ze dat niet krijgen, kan dat leiden tot gedragsproblemen. Labradors zijn niet altijd meegaand maar kunnen soms ook eigenwijs of onstuimig zijn. De Labrador heeft een gevoelig karakter, hij is graag bij zijn baas in de buurt. Sommige Labradors kunnen niet lang alleen gelaten worden.

Labradors kunnen doorgaans goed met kinderen omgaan. Dat neemt niet weg dat ook een Labrador nooit met kinderen alleen mag worden gelaten! Bovendien kan een jonge Labrador te onstuimig zijn voor kleine kinderen en erg druk worden als de kinderen dat ook zijn.

Verzorging

De vacht van een Labrador hoeft weinig geborsteld te worden. Eens per week doorborstelen en af en toe met een zachte borstel of een vochtige doek het zand en stof wegwrijven is voldoende. Alleen tijdens de ruiperiode kunt u hem met een rubber borstel helpen de oude haren kwijt te raken. Labradors houden van zwemmen. Als ze in stinkend of met algen begroeid water of in zee gezwommen hebben, kunt u ze het beste afspoelen met schoon water en indien nodig af en toe wassen. Gebruik dan wel speciale hondenshampoo!

Labradors eten graag en hebben aanleg om dik te worden. Houd het gewicht van uw Labrador goed in de gaten, een Labrador met overgewicht krijgt snel last van zijn gewrichten. Het is daarom belangrijk uw Labrador slank te houden.

Beweging en activiteiten

De Labrador is een energieke hond en moet dan ook voldoende worden uitgelaten. Krijgt hij te weinig beweging dan zal hij overgewicht krijgen en sloom worden. Pas wel op dat u met een jonge hond niet te lang achter elkaar loopt en hem niet achter ballen aan laat rennen, dit geeft een te grote belasting voor vooral de heup- en ellebooggewrichten. Dat geldt ook voor activiteiten zoals wild spelen met andere honden of traplopen. Labradors houden meestal erg van water, zwemmen is voor hen een goede lichaamsbeweging die bovendien de spieren versterkt. Ook lopen naast de fiets is een mogelijkheid om spieren op te bouwen die gewrichtsklachten kunnen helpen voorkomen. Bouw dit wel langzaam op en begin niet voor de hond uitgegroeid is, rond de leeftijd van een jaar. Fiets niet met de hond als het buiten erg warm is om oververhitting te voorkomen.

De Labrador is vooral geschikt voor gehoorzaamheidstraining, apporteer- en speurwerk of complete jachttraining.

Socialisatie en opvoeding

De Labrador is van nature enthousiast. Bij de socialisatie is het daarom soms nodig uw pup te leren om mensen en andere honden wat meer te negeren, in plaats van dat u hem moet leren dat deze leuk zijn. Ondanks dat moet ook een Labradorpup kennis maken met allerlei mensen, dieren en situaties om hier later in het leven goed mee om te kunnen gaan.

Bij de opvoeding is het belangrijk dat de hond leert om niet te onstuimig te zijn. Leer hem dat hij niet tegen mensen op mag springen, maar dat hij beter netjes kan gaan zitten als hij aandacht wil. Ook het meelopen zonder aan de lijn te trekken is iets wat u hem moet aanleren voor hij zijn volwassen afmetingen bereikt heeft. Labradors houden erg van eten, pas op dat uw Labrador niet alles van straat eet wat hij tegenkomt.

Er wordt vaak gezegd dat Labradors gemakkelijke, gehoorzame honden zijn. Dat kunnen ze inderdaad worden, maar dat gaat niet vanzelf: u zult de eerste anderhalf à twee jaar van zijn leven wel voldoende tijd in de opvoeding moeten stoppen om zijn energie in goede banen te leiden. Ze hebben een rustige, vriendelijke maar duidelijke training nodig. Ga daarom met uw Labrador op cursus. Het is aan te raden om na de puppycursus door te gaan met vervolgcursussen, het versterkt de band tussen u en uw hond en helpt u bovendien om de hond goed te begeleiden tijdens opgroeien en puberteit.

Ziekten en erfelijke aandoeningen

Bij elk ras kunnen erfelijke aandoeningen voorkomen. Volgens recent onderzoek van Universiteit Utrecht zijn voor de Nederlandse populatie Labrador Retrievers de belangrijkste erfelijke aandoeningen:

  • Elleboogdysplasie (ED)
  • Heupdysplasie (HD)
  • Atopische dermatitis
  • Obesitas (overgewicht)
  • Cataract

Elleboogdysplasie is een verzamelnaam van (voornamelijk) erfelijke afwijkingen in de ontwikkeling van het ellebooggewricht. Vormen van ED zijn:

- los processus anconeus (LPA) / - los processus coronoïdeus (LPC): hierbij ligt een stukje bot van de ellepijp los in het gewricht

- osteochondrosis dissecans van de mediale humeruscondyl (OCD): afwijking in het gewrichtskraakbeen van de bovenarm

- incongruentie van het gewrichtsvlak van radius en ulna met de humerus: de drie botten in het ellebooggewricht (spaakbeen, ellepijp en bovenarm) sluiten niet goed op elkaar aan in het gewricht.

Deze vormen kunnen apart of samen voorkomen en elkaar beïnvloeden.

Symptomen zijn pijn en kreupelheid aan één of beide voorpoten. Deze treden al op vanaf een leeftijd van rond 6 maanden. Later ontstaat ook artrose (gewrichtsslijtage).

Heupdysplasie is een afwijkende ontwikkeling van het heupgewricht waardoor de heupkop niet goed in de heupkom past. Dit veroorzaakt schade in het gewricht. De aandoening heeft een erfelijke basis en wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals een hoge groeisnelheid en overbelasting door verkeerd of te veel bewegen of overgewicht. Jonge dieren met heupdysplasie vertonen een afwijkende gang, plotselinge pijnlijkheid in de achterpoten en heup en verminderde activiteit vanwege de pijn. Vaak zijn de achterpoten en heupen minder sterk bespierd. Oudere dieren vertonen verschijnselen die passen bij artrose (gewrichtsslijtage), zoals startkreupelheid, moeilijk opstaan en pijnlijkheid na zware inspanning.

Het is belangrijk om een jonge hond die nog niet uitgegroeid is niet te wild te laten spelen, niet achter ballen aan te laten rennen of andere voor de gewrichten belastende activiteiten te laten doen. Geef uw hond een goede kwaliteit voeding zodat botten en spieren goed worden opgebouwd.

Atopische dermatitis is een ontsteking van de huid door een allergische reactie op stoffen uit de omgeving, bijvoorbeeld huisstofmijt of pollen van grassen of bomen. Dit kan jeukklachten geven over het hele lichaam, maar voornamelijk aan de poten, in de liezen en op de rug bij de staartbasis. Honden kunnen deze plekken tot bloedens toe kapot bijten, likken en krabben. Er kunnen ook infecties, kale plekken en bultjes ontstaan.

Cataract is een vertroebeling van de ooglens, die ook wel grauwe of grijze staar wordt genoemd. Cataract wordt meestal geleidelijk steeds erger en leidt uiteindelijk tot een verslechtering van het gezichtsvermogen. Stofwisselingsstoornissen, externe beschadiging van de ooglens en erfelijke factoren kunnen meespelen in het ontstaan van cataract.

Overgewicht of obesitas bij honden ontstaat wanneer de energieopname hoger is dan het energieverbruik. Dat kan zijn doordat een dier te veel eet of juist te weinig energie verbrandt, bijvoorbeeld door te bewegen. De overtollige energie wordt door het lichaam als vet opgeslagen, waardoor overgewicht kan ontstaan. Sommige rassen, waaronder de Labrador, hebben meer aanleg om overgewicht te ontwikkelen.

Behalve deze aandoeningen zijn er volgens het onderzoek naar de Labrador Retriever nog andere erfelijke aandoeningen die bij het ras van belang kunnen zijn, namelijk:

  • Tricuspidalisklep dysplasie
  • Nasale parakeratose
  • Diabetes mellitus (suikerziekte)
  • Hypoadrenocorticisme (Ziekte van Addison)
  • Portosystemische shunt (intrahepatische portocavale shunt)
  • Hepatitis door koperstapeling
  • Chronische idiopathische hepatitis
  • Larynx paralyse
  • Idiopathische epilepsie
  • Excercise induced collapse
  • Mastocytoom
  • Osteochondrosis dissecans (OCD) van de schouder
  • Voorste kruisband lesie
  • Degeneratieve lumbosacrale stenose
  • Ectopische ureteren
  • Dyssynergie

Tricuspidalisklep dysplasie is een hartaandoening waarbij de tricuspidalis klep, tussen de rechterboezem en rechterkamer, niet goed gevormd is en daardoor niet goed afsluit. Zo lekt er bloed terug naar de rechterboezem. Daardoor zet de rechterkant van het hart uit. Symptomen zijn sloomheid, snel ademen en vochtophoping in de buikholte doordat de bloedstroom wordt belemmerd. Bij beluisteren van het hart is een ruis te horen.

Nasale parakeratose is een verhoorning van de huid op de neus. De neus is droog en er ontstaan ruwe eeltplekken. Dit begint op een leeftijd vanaf een half jaar oud.

Diabetes mellitus (suikerziekte) is een stofwisselingsziekte waarbij dieren niet genoeg insuline aanmaken of minder gevoelig zijn voor insuline. Insuline zorgt ervoor dat suiker (glucose) vanuit het bloed naar de weefsels wordt gebracht. Als dat niet voldoende gebeurt, krijgt het dier een te hoog glucosegehalte in het bloed wat leidt tot verschijnselen zoals veel plassen, veel drinken, veel eten en vermageren.

Hypoadrenocorticisme (Ziekte van Addison) is een aandoening waarbij de bijnier wordt aangetast. Deze maakt een aantal hormonen aan. Deze zorgen onder andere voor het constant houden van de suikerspiegel van het bloed en zijn belangrijk voor onder andere het immuunsysteem, de bloedcellen en de bloeddruk. Bij deze aandoening worden te weinig van deze hormonen aangemaakt. Symptomen zijn vermoeidheid, braken, slecht eten en in ernstigere gevallen uitputting en uitdroging. Medicatie kan goed helpen maar moet levenslang gegeven worden.

Een portosystemische shunt is een verkeerde aanleg van bloedvaten naar de lever. Via de poortader loopt bloed van het maagdarmgebied naar de lever, waar het gezuiverd wordt van allerlei afvalstoffen. Bij deze aandoening is de poortader verkeerd ontwikkeld, waardoor een abnormale verbinding met een ander bloedvat ontstaat. Hierdoor loopt het bloed vanuit de darmen niet naar de lever, maar direct naar de onderste holle ader (vena cava) of een ander groot bloedvat, de vena azygos. Er komen te veel afvalstoffen in het bloed, wat allerlei gezondheidsklachten bij de hond kan geven omdat de hond zichzelf als het ware vergiftigt. Bovendien groeit de lever niet met de hond mee, en wordt dus op den duur veel te klein wat betreft omvang en functie. Symptomen zijn onder andere hersenverschijnselen, sloomheid, braken, diarree en weinig eetlust. Er zijn verschillende varianten portosystemische shunt, bij de labrador gaat het om een intrahepatische portocavale shunt.

Hepatitis is een ontsteking van de lever. Bij de labrador komen twee vormen voor.

Een vorm wordt veroorzaakt door koperstapeling in de lever. Hierdoor wordt de lever aangetast. Na verloop van tijd ontstaan symptomen die wijzen op een verminderde werking van de lever, zoals het geel worden van het oogwit en de slijmvliezen, sloomheid, braken en een opgezette buik door vochtophoping. De aandoening komt vaker voor bij teven. Er bestaat een DNA test waarmee een risico-inschatting kan worden gemaakt.

Chronische idiopathische hepatitis is een aandoening waarbij de lever zonder duidelijke oorzaak ontstoken is. Er kunnen wisselende, onduidelijke symptomen zijn, zoals slecht eten, braken, diarree, veel drinken en plassen, sloomheid en soms ook geelzucht, vochtophoping in de buik en hersenverschijnselen, afhankelijk van de ernst van de aandoening. De aandoening wordt vaak chronisch.

Larynxparalyse is een verlamming van het strottenhoofd (de larynx). Het ontstaat door aantasting van de zenuwen die het strottenhoofd besturen. Daardoor ontstaan ademproblemen. Symptomen zijn hoorbaar inademen, snel moe zijn bij inspanning, stemverandering, hoesten, kokhalzen en later veel moeite met ademen en instorten.

Epilepsie bestaat uit aanvalsgewijze, spontane ontladingen van elektriciteit in de hersenen. Een epileptische aanval of toeval kan verschillende vormen hebben. Als het gehele lichaam betrokken is, verkrampen de spieren, het dier valt om en kan schokken, kwijlen en urine en ontlasting laten lopen. De hond is tijdens de aanval buiten bewustzijn en voelt en hoort dus niets. Voor een aanval vertoont de hond vaak ander, onrustig gedrag, na afloop kan de hond gedesoriënteerd en ‘wiebelig’ zijn. Er zijn ook plaatselijke vormen van epilepsie, waarbij bijvoorbeeld een spiergroep begint te trillen of trekken of waarbij een dier kortdurend vreemd gedrag vertoont, zoals happen naar onzichtbare vliegen of voor zich uit staren zonder dat men contact met hem kan maken. Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben, maar bij de idiopathische vorm van epilepsie is er geen onderliggende verwonding of ziekte aan te wijzen. Erfelijke vormen van epilepsie treden meestal voor het derde levensjaar op. Bij oudere dieren is er meestal een niet-erfelijke oorzaak die later is ontstaan, zoals een hersentumor.

Excercise induced collapse is een aandoening waarbij honden tijdens intensief werk of hoge opwinding ineens instabiel worden, gaan wankelen en door de achterpoten zakken. Vaak probeert de hond nog door te rennen. Soms breidt de slapte uit tot de voorpoten. Een aanval gebeurt na zo’n 5 tot 20 minuten intensieve en opwindende belasting zoals jachttraining en herhaald apporteerwerk, soms ook bij stress. Het wordt gezien bij dieren die graag werken, snel opgewonden zijn en een goede conditie hebben, vaak uit werklijnen. Als de hond direct rust krijgt zodra de eerste verschijnselen zich voordoen, is de aanval na hooguit een half uur meestal voorbij, zonder rust kan het echter fataal zijn. Er bestaat een DNA test.

Een mastocytoom is een tumor van mastcellen. Mastcellen spelen een rol bij de afweer en bij allergische reacties. Mastceltumoren komen voor als bultjes op of onder de huid, maar kunnen zich ook verspreiden naar onder andere de milt, lever, maagdarmstelsel en beenmerg. Hoewel men vermoedt dat erfelijkheid een rol speelt is de exacte manier van overerving nog onbekend.

Osteochondrosis dissecans (OCD) van de schouder is een afwijking in het gewrichtskraakbeen van het schoudergewricht. Hierdoor komen er kraakbeenstukjes los in het gewricht te liggen. Symptomen zijn pijn en kreupelheid aan één of beide voorpoten. Deze treden op vanaf een leeftijd van rond 6 maanden. Later ontstaat ook artrose (gewrichtsslijtage).

Een voorste kruisband lesie is een aandoening in de knie waarbij de voorste kruisband van de knie gedeeltelijk of geheel gescheurd is. Dit kan worden veroorzaakt door een afwijkende bouw, afwijkende groei of verkeerde of te grote belasting van de poten (bijvoorbeeld bij obesitas), of door een ongeluk zoals een verkeerde sprong. De hond zal vooral plotselinge kreupelheid vertonen in één of beide achterpoten en pijn bij het bewegen van de knie. Bij grote hondenrassen komt dit vaker voor op jonge leeftijd (1 tot 2 jaar oud) en het komt vaker voor bij gecastreerde teven. Het is ook mogelijk dat de breuk geleidelijk ontstaat doordat de kruisband wordt aangetast, in zo’n geval is de hond af en toe kreupel tot de kruisband uiteindelijk scheurt.

Degeneratieve lumbosacrale stenose is een aandoening waarbij er een vernauwing van het wervelkanaal in de overgang van lendenwervels naar bekken ontstaat, onder andere door afbraak van tussenwervelschijven. Hierdoor komen zenuwen bekneld te liggen in het bekkengebied (lumbosacrale gebied). Symptomen zijn onder andere moeite met opstaan en springen, last van kreupelheid aan één van de achterpoten, neurologische verschijnselen en soms zelfs urine- en ontlasting incontinentie.

Ectopische ureteren is een aandoening waarbij de urineleiders (ureteren) verkeerd zijn aangelegd. Normaal gesproken lopen de urineleiders van de nieren naar de blaas, waar de urine wordt verzameld tot de hond gaat plassen. In dit geval komen een of beide urineleiders op een andere plaats uit, voorbij de blaas. Dat kan zijn in de plasbuis, bij teefjes in de vagina of baarmoeder en bij reuen in de zaadleider of prostaat. De hond zal hierdoor ongecontroleerd urine lekken, wat weer kan zorgen voor ontstekingen doordat de huid steeds nat wordt. Ook kan de hond regelmatig blaasontsteking hebben en de nieren kunnen worden aangetast.

Dyssynergie is een aandoening waarbij de coördinatie tussen de verschillende spieren die gebruikt worden bij het plassen niet goed is. De sluitspier van de urinebuis ontspant niet goed op het moment dat de blaasspieren samentrekken om de urine uit te drijven. De hond kan dan niet goed plassen. Daardoor ontstaat incontinentie door weglekkende urine op momenten dat de hond niet wil plassen, en de blaasspier raakt beschadigd als de blaas lange tijd sterk uitrekt. De aandoening komt vooral voor bij reuen van grote rassen.

De rasverenigingen verplichten fokkers om de ouderdieren te laten testen op elleboogdysplasie, heupdysplasie en oogafwijkingen (waarvan de PRA-test met behulp van DNA bij één of beide ouders). In het fokreglementen van de rasverenigingen kunt u de precieze fokregels nagaan en zien wanneer ouderdieren worden uitgesloten van de fok om erfelijke aandoeningen te voorkomen.

Meer uitleg over het onderzoek door Universiteit Utrecht naar erfelijke aandoeningen bij rashonden in Nederland vindt u op www.rashondengids.nl.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van de Labrador Retriever is geen specifieke ervaring nodig. Zorg wel dat u zich van tevoren goed informeert, bijvoorbeeld via de rasverenigingen.

Aanschaf en kosten

Lees voor u een hond aanschaft het Praktisch document 'De aanschaf van een hond'.

Let goed op als u een Labrador Retriever pup wilt aanschaffen. Pups die via de rasverenigingen worden aangeboden, zijn in elk geval gefokt volgens de fokreglementen van de verenigingen. Deze stellen het testen op een aantal erfelijke aandoeningen verplicht. Ook worden welzijnsregels gesteld aan de fokdieren, zoals een minimale en maximale leeftijd waarop de teef gedekt mag worden en een maximaal aantal nesten per teef. U kunt zelf een fokker benaderen van een foklijn die u aanspreekt. Met behulp van de NHSB-nummers van de ouderdieren, die u van de fokker krijgt, kunt u bij de rasverenigingen opvragen of het nest volgens de regels gefokt is. U kunt ook een pup zoeken op de puppylijst die u vindt op de website van de rasverenigingen.

Koopt u elders een pup, dan zult u zelf moeten vragen of er bij de ouders tests op erfelijke aandoeningen zijn gedaan en de uitslagen moeten bekijken. Daarmee maakt u de kans dat u een pup koopt met een erfelijke aandoening zo klein mogelijk. Van ouderdieren met stamboom kunt u de uitslagen van oogonderzoek, elleboogdysplasie en heupdysplasie-onderzoek ook nagaan op de website van de Raad van Beheer.

Van pups met een FCI-stamboom heeft u zekerheid over de afkomst van de pup, want sinds juni 2014 moet voor alle rassen voor het afgeven van stamboompapieren een DNA-test op afkomst worden gedaan.

Koop geen ‘goedkope’ pups via internet of handelaars die allerlei rassen verkopen of veel nesten tegelijk hebben. Deze zijn vaak niet goed gesocialiseerd, de ouderdieren zijn lang niet altijd getest op erfelijke aandoeningen en u loopt daardoor het risico dat u op termijn alsnog veel geld kwijt bent aan medische kosten of gedragstherapie.

Gebruik de puppy-checklist van het LICG om u te helpen beoordelen of bij u een betrouwbaar adres koopt.

Wilt u een volwassen Labrador aanschaffen dan kunt u terecht bij de rasverenigingen, zij bemiddelen bij herplaatsing. U kunt ook terecht bij een asiel en soms zijn bij geleidehondenscholen voor de opleiding afgekeurde Labradors beschikbaar.

Het is verstandig om bij de aanschaf van een pup of oudere hond duidelijke afspraken te maken. Het gebruik van een goed koopcontract is bij de aanschaf van een puppy zeer aan te raden.

Het chippen en registreren van honden is verplicht. Pups moeten geregistreerd zijn op naam van de fokker. Honden uit het buitenland moeten geregistreerd zijn op naam van de importeur. Honden die herplaatst worden moeten geregistreerd zijn op naam van de vorige eigenaar. Vraag altijd om een registratiebewijs. Elke hond die na 1 november 2021 geboren of geïmporteerd is of van eigenaar wisselt moet bovendien een EU-dierenpaspoort hebben.

Krijgt u een hond aangeboden die niet gechipt is, niet geregistreerd is op naam van de verkoper of geen EU-dierenpaspoort heeft, dan houdt de verkoper zich niet aan de wet. Koop de hond niet, want dan bent u zelf ook in overtreding! U bent verplicht de registratie binnen twee weken na aanschaf op uw naam te zetten via één van de aangewezen portalen. Houd de registratie steeds up-to-date. Meer informatie vindt u op www.chipjedier.nl. Lees daar ook hoe u de registratie moet regelen als u zelf een pup wilt importeren.

Een Labrador met FCI-stamboom kost gemiddeld ongeveer 1600 euro. Daarnaast bent u geld kwijt aan benodigdheden zoals een mand, een riem, een etensbak en speeltjes. Kosten voor voeding zijn mede afhankelijk van welk type voer u kiest, maar reken op ruim 40 euro per maand.

De tarieven van de hondenbelasting variëren per gemeente. Denk ook aan de kosten van de puppycursus en vervolgcursussen of hondensport.

Houd rekening met terugkerende dierenartskosten zoals entingen, ontworming en behandeling tegen vlooien. Denk daarnaast aan eventuele castratiekosten. Deze zijn mede afhankelijk van het gewicht van uw hond en zijn voor teven hoger dan voor reuen. Informeer vooraf naar dergelijke kosten bij uw dierenarts. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. Voor (onverwachte) dierenartskosten kunt u een ziektekostenverzekering afsluiten.

Bijzonderheden

  • Een gladde vloer zoals laminaat of parket is niet geschikt voor een Labrador pup, hij glijdt hier snel op uit wat zijn gewrichten zal beschadigen. Gebruik dus, eventueel tijdelijk tijdens het eerste jaar, een kamerbreed tapijt of tapijttegels.
  • Laat de Labrador (ook als hij al wat ouder is) niet eindeloos achter ballen aan rennen, de hierbij optredende onverwachte bewegingen zullen zijn gewrichten beschadigen.
  • Het is goed u te realiseren dat uw Labrador naast veel gezelligheid ook veel vuil meebrengt in huis.