Sluiten

Ziekten en aandoeningen bij zoetwatervissen

Vissen kunnen last hebben van parasieten, bacteriën, virussen en schimmels. Vaak kunnen aandoeningen verholpen worden als er bijtijds wordt ingegrepen. Het is daarom belangrijk om te weten waar u op moet letten. Als u de vissen regelmatig bekijkt, zult u symptomen sneller herkennen. Tekenen van gezondheidsproblemen bij uw vissen zijn onder andere kleurverandering, een doffe of aangetaste huid, wonden, samengeknepen of rafelende vinnen, een afwijkende lichaamsvorm en een te langzame, ongecoördineerde of op een andere wijze afwijkende manier van zwemmen. In dit document wordt een aantal ziekten en aandoeningen van zoetwatervissen besproken.

Zoetwater siervissen kunnen allerlei parasieten hebben zoals wormen, luizen of eencelligen zoals flagellaten en ciliaten. Soms ontstaan door infecties met parasieten bijkomende (secundaire) infecties door bacteriën.

Bekende aandoeningen die worden veroorzaakt door huid- en kieuwparasieten zijn:

Witte stip (Ich)

Deze ziekte wordt bij zoetwatervissen veroorzaakt door Ichthyopthirius multifiliis, een ciliaat, die zich vestigt in de slijmhuid van de vis. Daardoor ontstaan slijmbolletjes die als witte stipjes op de huid van de vis te zien zijn. De vissen zullen langs voorwerpen gaan schuren en als de kieuwen zijn aangetast hebben ze problemen met ademen. De ziekte ontstaat vaak bij stress of verlaagde weerstand door bijvoorbeeld te koud water of plotselinge veranderingen in watersamenstelling. De parasiet kan in uw aquarium terechtkomen via aquariumwater, nieuwe vissen, nieuwe planten, slakken of levend voer. Witte stip breidt zich snel uit en moet dan ook meteen behandeld worden.

Fluweelziekte (Oodinium)

Fluweelziekte, ook wel peperstip genoemd, wordt bij zoetwatervissen veroorzaakt door Piscinoodinium, een flagellaat. De infectie start bij de kieuwen en breidt zich uit over de huid van de vis, die hierbij een fluweelachtig uiterlijk krijgt. De vis kan herstellen als de ziekte goed behandeld wordt.

Chilodonella

Chilodonella is een ciliaat die de kieuwen en de huid aantast, vooral bij vissen die al een verlaagde weerstand hebben. Kenmerken van besmetting zijn een witte slijmlaag op de rug, schuren en problemen met ademhalen. Doordat de slijmlaag wordt aangetast is de vis vatbaar voor andere infecties. Chilodonella komt voor bij allerlei temperaturen en de parasiet kan niet tegen temperaturen boven 28 graden. De infectie is behandelbaar.

Apiosoma (Glossatella)

Ook Apiosoma, voorheen Glossatella genoemd, is een ciliaat die in de kieuwen en op de huid kan voorkomen en veel gezien wordt bij vissen die in een vijver zijn gekweekt. Als deze parasieten in grote aantallen voorkomen, kan dat tot ziekte leiden. Omstandigheden waarin dat kan gebeuren zijn een teveel aan vissen, tekort aan zuurstof en slechte waterkwaliteit. Het veroorzaakt een overmaat aan slijmproductie van de huid, een bleke kleur en ook ademhalingsproblemen kunnen optreden. 

Neontetra ziekte

Neontetraziekte is een aandoening die wordt veroorzaakt door de parasiet Pleistophora hyphessobryconis. Deze parasiet hoor bij de sporozoa, sporenvormende eencelligen. De ziekte wordt ook wel ‘Pleistophora’ genoemd en kan ook bij andere vissoorten voorkomen. Neontetra ziekte wordt verspreid via nieuwe vissen of via levend voer. De vissen krijgen last van vervagende kleuren, rusteloosheid, bobbels op het lichaam, kunnen niet meer goed zwemmen, het lichaam kan krom groeien en uiteindelijk gaat de vis dood. Er is geen genezing mogelijk.

Ichthyobodo (Costia)

Deze flagellaat tast huid en kieuwen aan en veroorzaakt een slijmerige blauwe waas op de huid. Vissen raken geïrriteerd en eten vaak niet meer. De aandoening is te behandelen.

Trichodina

Trichodina, een ciliaat, bevindt zich op en in de huid van de vis en plant zich voort in het slijmvlies van de huid. De vis gaat schuurgedrag vertonen, wordt bleek en maakt extra slijm aan wat als een laag over de huid komt te liggen. De eetlust neemt af. Trichodina infecties treden vaak op na stress, bij een slechte waterkwaliteit of bij een te hoge bezetting van het aquarium. Er bestaan middelen om de infectie te bestrijden, daarnaast moet de waterkwaliteit verbeterd worden.

Hexamita en gaatjesziekte

Darmproblemen kunnen optreden door de flagellaat Hexamita (of Spironucleus). Symptomen zijn dat de vis sloom en bleek wordt en slecht eet, de ontlasting ziet er slijmerig uit. Deze parasiet komt bij cichliden ook op de kop voor en is dan een veroorzaker van gaatjesziekte (ook wel 'hole-in-the-head disease' of 'lateral line erosion' genoemd). Hierbij ontstaan gaten in de huid van de kop of bij het zijlijnorgaan, een rij kleine putjes die langs het lichaam van de vis naar achteren loopt en gebruikt wordt om trillingen mee op te vangen. Stress, verkeerde voeding, slechte waterkwaliteit en een hoge leeftijd vergroten de kans op gaatjesziekte. Als bijtijds wordt behandeld dan kan de ziekte genezen, grijpt u te laat in dan is behandeling moeilijk.

Visluis

Argulus is een luis die op de huid van de vis zit en met het blote oog te zien is. Visluizen irriteren de huid en geven jeuk, waardoor de vissen gaan schuren, de vinnen samenknijpen en rusteloos zijn. Er ontstaan wondjes en er kunnen bijkomende infecties ontstaan. Behandeling is mogelijk.

Wormenbesmetting

Trematode wormen (parasitaire platwormen) kunnen de huid en kieuwen van de vis aantasten, zoals de kieuwwormen Gyrodactylus (levendbarend) en Dactylogyrus (eierleggend). Als de parasiet op de huid zit, zal de vis met zijn huid langs oppervlakten gaan schuren. Een besmetting van de kieuwen veroorzaakt ademhalingsproblemen, de kieuwen staan dan verder open dan normaal, zijn vlekkerig en kunnen bloedingen vertonen. Deze parasieten beschadigen de slijmlaag en het weefsel van huid en kieuwen doordat zij zich vastzetten met haakjes, waardoor de vis minder bescherming heeft tegen andere infecties. Ze worden overgedragen via levend voer, planten en nieuwe vissen.

Een bijkomend probleem is dat deze wormen zich in het biofilter kunnen vestigen en het daardoor lastig is ze kwijt te raken zonder het biofilter te vervangen. Vaak zijn deze wormen al in kleine aantallen aanwezig in het aquarium zonder dat dit problemen geeft. Bij stress, te hoge bezetting of een verlaagde weerstand van de vissen kan de worm zich gaan verspreiden en ziekteverschijnselen veroorzaken.

Ook in de darmen van vissen kunnen verschillende soorten wormen voorkomen.

Wormen kunnen worden bestreden met geschikte anti-wormmiddelen. Bedenk daarbij dat Dactylogyrus een eierleggende worm is, waardoor een herhaling van de behandeling nodig is.