Sluiten

Hond mee op vakantie? Niet elk ras is overal welkom!

02-06-2014

Als de hond mee gaat op vakantie, moet hij een chip en een EU-dierenpaspoort hebben. Daarnaast is een vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) verplicht, en soms een aanvullende bloedtest. Een aantal landen eist verplicht een behandeling tegen wormen. Maar heeft u er ook bij stil gestaan dat niet elke hond zomaar overal mee naar toe mag?

Sommige landen hebben regels voor ‘gevaarlijke rassen’. Welke rassen daar precies mee bedoeld worden, kan per land anders zijn. Ook de regels kunnen verschillen. Wanneer u dat niet goed hebt uitgezocht, kunt u voor vervelende verrassingen komen te staan.

Zo kunt u de American Stafford  de Tosa en de Rottweiler niet meenemen op vakantie naar Frankrijk. De eisen daarvoor zijn zo streng, dat ze niet haalbaar zijn voor een korte periode. U moet bijvoorbeeld een Franse hondencursus volgen en de hond moet een gedragstest afleggen. Honden van deze en enkele andere rassen die geen stamboom hebben, of kruisingen van deze rassen, mogen het land helemaal niet in, zelfs niet met een cursus en bewijs van goed gedrag. Deze regels gelden ook voor honden die alleen op doorreis naar een ander land door Frankrijk komen!

Ook Spanje heeft strenge regels over dergelijke rassen. In Denemarken mag een heel rijtje rassen alleen nog maar mee wanneer u kunt bewijzen dat u de hond al voor maart 2010 had; ook dan moet de hond altijd kort aangelijnd en gemuilkorfd blijven. In Duitsland mogen honden van bepaalde rassen niet langer dan vier weken blijven. Zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen.

Controleer daarom altijd de eisen van uw vakantieland en alle landen waar u doorheen wilt reizen. Op de website van het LICG vindt u van alle EU landen de invoereisen. Bij twijfel over de eisen adviseren wij u contact op te nemen met de controlerende instanties in dat land, of de ambassade.