Sluiten

Westnijlvirus in Nederland

18-09-2020

In de regio Utrecht is een grasmus positief getest op het westnijlvirus. Dit virus komt vooral voor bij vogels en wordt overgebracht door muggen. Ook paarden kunnen besmet raken. Het is de eerste keer dat dit virus in Nederland is gevonden.

Verspreiding door muggen

Het westnijlvirus heeft zich de laatste tientallen jaren verspreid over grote delen van de wereld. Besmetting gebeurt via geïnfecteerde muggen. De muggen raken geïnfecteerd doordat zij zich voeden op besmette vogels. Daarna verspreiden deze muggen het virus naar andere vogels en soms ook naar mensen en andere zoogdieren, zoals paarden. Dit gebeurt voornamelijk in de zomermaanden en vroege herfst. 

Besmetting van paarden

Bij de meeste paarden verloopt een westnijlvirus infectie (vrijwel) zonder zichtbare verschijnselen. Zo'n 20% krijgt milde klachten, zoals gebrek aan eetlust, sloomheid en koorts. Ongeveer 10% van de geïnfecteerde paarden kan echter ernstige neurologische klachten krijgen, zoals volledige verlamming.  

Er is geen gerichte behandeling mogelijk. Wel kan een ziek paard zo goed mogelijk worden verzorgd op een plek waar het dier zich niet kan beschadigen. De dierenarts kan zo nodig ontstekingsremmers en eventueel infusen geven. Voor paarden met neurologische verschijnselen is de prognose slecht, 35-40% moet worden geëuthanaseerd of sterft spontaan. Bij ongeveer 40% van de paarden die de acute ernstige symptomen overleven is er 6 maanden later nog sprake van iets wijkend lopen en/of iets afwijkend gedrag. 

Bij verdenking op westnijlvirus is de dierenarts verplicht dit te melden bij de NVWA.

Uw paard beschermen tegen het westnijlvirus

Paarden kunnen gevaccineerd worden tegen het westnijlvirus. Het beste kan in maart-april begonnen worden met twee basisvaccinaties met drie tot vijf weken er tussen. Twee tot drie weken na de tweede vaccinatie is er een goede bescherming. In de volgende jaren moet de vaccinatie ieder voorjaar in april/mei worden herhaald om zo in de zomer en nazomer goede bescherming te bieden.

Verder kunnen de paarden beschermd worden tegen muggenbeten. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van insectenwerende middelen en insectendekens. Ook is het belangrijk om de broedplaatsen van muggen (stilstaand water in emmers, enzovoorts) zoveel mogelijk op te ruimen. In de stal kan een ventilator voor of boven de box goede diensten bewijzen, want muggen zijn ‘slechte vliegers’. Als paarden uit een waterbak drinken is het raadzaam het water te laten bewegen.

(Bron: RIVM, UU)