Bruine anolis
De bruine anolis is veel op de grond te vinden, maar het is ook een klimgraag dier. Bruine anolissen zijn erg atletisch, kunnen hard rennen en erg hoog springen. Het is het erg boeiend om te zien hoe ze ontzettend snel tegen een rechte wand op kunnen klimmen. Omdat deze dieren erg stressgevoelig zijn, is een goede huisvesting erg belangrijk.
Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de bruine anolis het huisdier is dat u zoekt.
Algemeen
Anolissen zijn slanke, klimmende hagedissen. De bruine anolis (Anolis sagrei) is, zoals de naam al suggereert, bruin van kleur. Een andere gebruikte naam voor dit dier is oranjekeelanolis.
De bruine anolis heeft donkere en lichte vlekjes op zijn lichaam. Vrouwtjes hebben een gele rugstreep en twee bruine strepen op de flanken. Bruine anolissen kunnen enigszins van kleur veranderen. De kleur varieert van verschillende kleuren bruin tot bleek grijs/bruin tot bijna helemaal zwart/bruin. De kleur verandert onder invloed van hoe ze zich voelen. Dieren die koud, ziek of gestrest zijn, zijn vaak donkerder dan normaal .
De kop van de bruine anolis is kort en hooggebouwd. Aan de kop zit een grote keelwam, die in kleur kan variëren: van oranjerood met gele zoom tot geel met rode vlekjes.
De grootte van een bruine anolis ligt tussen de twaalf en achttien centimeter. De mannetjes worden tot achttien centimeter lang, de vrouwtjes blijven iets kleiner, tot veertien centimeter. De staartlengte is iets meer dan de helft van de totale lengte.
Een bruine anolis heeft in het wild een gemiddelde leeftijd van ongeveer anderhalf jaar, met een maximum van zo’n vijf jaar oud. In gevangenschap is de gemiddelde leeftijd drie tot vijf jaar.
Verschillende varianten
Er zijn zes verschillende ondersoorten van de bruine anolis. De bekendste twee hiervan zijn de Cubaanse anolis (Anolis sagrei sagrei) en de Bahama anolis (Anolis sagrei ordinatus).
Van nature
De bruine anolis komt van nature voor op Cuba en de Bahama’s, maar is in onder andere Florida, Jamaika, Yucatan, Belize en Puerto Rico door de mens ingevoerd. Het is een struikbewoner die dichtbij of op de grond leeft. De bruine anolis is dagactief.
Wanneer een bruine anolis aangevallen wordt door een ander dier, kan hij zijn staart loslaten. De staart blijft bewegen waardoor de aandacht van de vijand afgeleid wordt en de anolis kan ontsnappen. De anolis kan een nieuwe staart aangroeien, maar deze kan iets kleiner zijn en kan wat verschillen in kleur.
Huisvesting
Bij het opzetten, inrichten en onderhouden van een terrarium komt heel wat kijken. In de handleiding over terrariumtechniek leest u hoe u dat aan kunt pakken.
Anolissen kunnen het beste als paartje (man-vrouw) of alleen gehouden worden. Mannetjes hebben een sterke territoriumdrang en tolereren elkaar niet. Ook meerdere vrouwtjes samen houden is af te raden; zij zijn vaak onderling erg agressief. Bij onvoldoende ruimte is er kans op onderdrukking en kan er stress ontstaan, hierbij gaan de dieren vaak minder eten en vermageren ze, met regelmatig de dood als gevolg.
Voor het huisvesten van een paartje kleine anolissen heeft u een terrarium nodig met een minimale afmeting van 45 bij 45 bij 60 centimeter (lengte x breedte x hoogte). Het terrarium moet veel planten en klimgelegenheid bieden. De achter- en eventueel zijwanden van het terrarium kunnen bestaan uit schors en kurk. De bodem van het terrarium kan bestaan uit een mengsel van turf en zand of bosgrond, eventueel kan dit gemengd worden met veenmos. De bodem moet ongeveer even hoog zijn als de helft van de lengte van een vrouwtje. Op de bodem kunt u bodembedekkende planten plaatsen. Verder zijn kokerplanten zoals bromelia’s zeer geschikt omdat in deze planten water in de koker blijft staan. Hier kan de anolis uit drinken en bovendien werkt dit klimaatbevorderend. Voor de inrichting kunt u onder andere veel verticale takken plaatsen. U kunt ook plastic planten gebruiken voor de verdere aankleding van het terrarium. Zorg er bij meerdere dieren voor dat ze uit elkaars zicht kunnen zitten.
Het terrarium moet twaalf tot veertien uur per dag verlicht worden. Overdag moet de temperatuur van het terrarium tussen 20 graden Celsius (op de koudste plek) en 35 graden Celsius (onder een spot) liggen. De luchtvochtigheid moet 60 tot 80% zijn. ’s Nachts moet de temperatuur ongeveer 18 tot 20 graden Celsius zijn, en is de luchtvochtigheid hoger: 80 tot 95%. Voor verdere verlichting is het goed om een TL lamp met UV licht te gebruiken, of bij grotere terraria metaalhalyde lampen die UV straling opwekken. Bij het gebruik van een TL lamp dient rekening te worden gehouden met halfjaarlijkse vernieuwing.
Anolissen worden soms samengehouden met andere niet-agressieve hagedissensoorten. Houd er echter rekening mee dat dit vaak tot stress kan lijden, zeker in een kleine ruimte. Omdat mannetjes erg territoriaal zijn en agressief kunnen zijn tegen andere hagedissen is het beter om deze niet te combineren. Soms worden anolissen gecombineerd met kleine boomkikkers. Houd er dan wel rekening mee dat boomkikkers jonge anolissen kunnen eten!
Winterrust
De bruine anolis houdt gedurende ongeveer twee maanden een winterrust. Tijdens de winterrust eet een anolis minder en is het dier minder actief. Gedurende deze tijd ligt de temperatuur van het terrarium lager (20 tot 24 graden Celsius). De lichtperiode is korter, zo’n acht tot tien uur per dag. Voer tijdens de winterrust minder en sproei tweemaal per week. Na deze rustperiode van acht weken kunt u weer opbouwen naar het normale ritme van temperatuur, licht en sproeien.
Verzorgen en hanteren
Een bruine anolis zal er niet aan gewend raken om gehanteerd te worden, over het algemeen geldt dat het hanteren van deze dieren stress veroorzaakt. Pak een anolis niet op bij de staart, het dier kan dan de staart verliezen. Haal deze dieren altijd voorzichtig van een tak, uw kleding of andere oppervlakken af. Wanneer u dit te ruw doet, kan het dier gewond raken aan de tenen.
Een bruine anolis kan soms proberen te bijten, bijvoorbeeld wanneer u het dier op wilt pakken. Dieren die niet gewend zijn gehanteerd te worden zullen eerder bijten. Wees dus altijd voorzichtig wanneer u een bruine anolis hanteert. Wanneer u gebeten wordt is het zaak om niet uw hand snel weg te trekken, dit kan namelijk het gebit van het dier beschadigen.
Het is niet bekend dat bruine anolissen ziekten kunnen overbrengen op mensen. Was na het hanteren en verzorgen van een anolis wel altijd uw handen met zeep.
Voeding
Een bruine anolis kan gevoerd worden met insecten en spinnetjes. Af en toe kunt u het menu aanvullen met zoete nectar of honingwater. Geschikte insecten zijn bijvoorbeeld kleine krekels, wasmotlarven, wormen, krulvliegen en pissebedden. Voer zo gevarieerd mogelijk. De voedseldieren moet u bestuiven met aanvullende vitaminen en mineralen, vooral calcium en vitamine D3 zijn erg belangrijk. Vraag hiernaar bij uw dierenspeciaalzaak. Het is voldoende om ongeveer twee tot drie keer per week te voeren, maar bijvoorbeeld in de voortplantingstijd heeft het vrouwtje meer voeding nodig. Jonge bruine anolissen kunt u dagelijks kleine porties van kleine insecten voeren.
Een bruine anolis drinkt hoofdzakelijk door druppels van de bladeren af te likken. Daarnaast is het belangrijk om liefst iedere dag water te sproeien. Als alternatief kunt u ook een druppelsysteem gebruiken. Hoewel een bruine anolis maar zelden uit een bakje water drinkt, mag een bakje vers water toch niet ontbreken. Zorg ervoor dat dit een ondiep bakje is en ververs het water dagelijks.
Voortplanting
Mannetjes zijn verhoudingsgewijs groter en zijn verder te herkennen aan een grotere keelwam en een verdikte staartwortel. Daarnaast hebben mannetjes zogenaamde post-anale poriënschubben, dit zijn twee grote schubben onder de geslachtsopening. Ook hebben ze een donkere, vaak v-vormige tekening op de rug. Vrouwtjes hebben vaak een lichte streep over de rug en een kleine keelwam.
Wanneer de winterrust voorbij is, zal het mannetje naar het vrouwtje beginnen te pronken door te zwaaien met zijn keelwam. De paartijd duurt ongeveer van mei tot september. Na de paring wordt elke één tot twee weken een ei gelegd. De eieren worden begraven in losse, vochtige grond, meestal vlakbij een plant. Aangezien de bruine anolis kannibalistisch is, is het van belang de eieren weg te halen en apart uit te broeden wanneer u jonge dieren wilt kweken.
Na ongeveer 40 tot 90 dagen komen de eieren uit. Omdat de jonge dieren erg intolerant naar elkaar zijn moeten ze per één of per twee opgefokt worden in miniterraria. Binnen een jaar is een jonge anolis geslachtsrijp.
Ziekten en aandoeningen
Met name wildvang anolissen hebben vaak last van parasieten. Deze parasieten kunnen ervoor zorgen dat het dier ziek wordt. In gevangenschap gehouden anolissen kunnen last hebben van anorexia. Dit kan worden veroorzaakt door een verkeerd klimaat (te heet of te koud), stress of door parasieten. Anolissen zijn stressgevoelig. Wanneer een anolis last heeft van stress kan dit leiden tot ziekten, of aandoeningen verergeren.
Verder is rachitis een nogal vaak voorkomende aandoening. Dit is een ziekte die ontstaat door kalk- en vitaminetekort. Ook gebrek aan UV straling kan tot deze aandoening leiden. Hierdoor krijgen de dieren misvormde botten en breuken.
Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van bruine anolissen is geen specifieke ervaring nodig. Laat u goed voorlichten, ook over de opzet van het terrarium waarin u deze dieren wilt houden. U kunt bijvoorbeeld informatie inwinnen bij een reptielenvereniging. Bruine anolissen zijn geen knuffeldieren.
Aanschaf en kosten
U kunt een bruine anolis kopen bij een gespecialiseerde fokker, reptielen- of dierenspeciaalzaak. Kies het liefst een nakweekdier en geen wildvang. Bruine anolissen kunt u kopen vanaf iets meer dan tien euro. Voor een terrarium bent u al snel meer dan 100 euro kwijt. Daar komen nog kosten bij voor de inrichting van het terrarium, zoals bodembedekking, een luchtvochtigheids- en temperatuurmeter en aankleding zoals takken en planten.
Goede lampen kosten vaak enkele tientallen euro’s , al naar gelang het type. Houd er rekening mee dat deze regelmatig vervangen moeten worden. Daarnaast moet u rekening houden met kosten voor energie voor licht en verwarming. Voedseldieren kosten al snel enkele euro’s per bakje, en dan heeft u nog aanvullende vitaminen en mineralen nodig. Houdt u daarnaast rekening met dierenartskosten als uw dier onverhoopt ziek wordt. Zoek een in reptielen gespecialiseerde dierenarts vóórdat u een reptiel koopt.
Aandachtspunten
- Sluit u eventueel aan bij een reptielenvereniging, waar u via medeliefhebbers veel nuttige informatie kunt krijgen.