Sluiten

Overgewicht bij vogels

Overgewicht is ongezond, ook voor vogels. Toch zijn vogels die als huisdier worden gehouden regelmatig te dik. Dat zorgt voor gezondheidsproblemen. Het is daarom belangrijk dat u kunt herkennen of uw vogel te zwaar is. Omdat dit niet zo gemakkelijk te beoordelen is, vindt u hier een hulpmiddel: de Vogel Maat-o-meter.

Nadelen van overgewicht bij vogels

Overgewicht geeft meer risico op allerlei aandoeningen. Het zorgt onder andere voor meer belasting van het lichaam. Bovendien worden in vetweefsel stoffen aangemaakt die ontstekingen in het hele lichaam bevorderen.

Vogels die te zwaar zijn, lopen meer risico op leververvetting. Dit is een gevaarlijke aandoening omdat de lever niet meer goed kan werken. De vogel kan slechter gaan eten, soms ook overgeven, het urine-deel van de ontlasting kan groen verkleuren, de veren kunnen worden aangetast en de snavel en nagels kunnen te snel of verkeerd gaan groeien. Als een vogel met leververvetting stopt met eten, kan het snel fout gaan omdat er dan vetten uit het lichaam worden afgebroken om aan energie te komen. Die worden naar de lever vervoerd, die toch al te vet was, waardoor de lever stopt met werken. De levert hoort onder andere afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen, en als dat niet meer gebeurt kan de vogel snel overlijden.

Een andere aandoening die gezien wordt bij vogels die te veel en te vet eten, is aderverkalking. Daardoor worden bloedvaten minder flexibel en raken ze steeds meer verstopt, wat uiteraard gevaarlijk is. Ook kan het hartproblemen veroorzaken.

Vetgezwellen komen meer voor bij vogels die te zwaar zijn en onjuiste voeding krijgen.

Ook andere aandoeningen worden in verband gebracht met, of verergerd door, overgewicht, zoals artrose, nierziekte, hoge bloeddruk of legnood.

Overgewicht voorkomen

Een vogel wordt te zwaar als hij te veel calorieën binnenkrijgt via zijn voer en te weinig calorieën verbruikt via beweging. Verkeerde voeding, te veel snacks, te kleine verblijven en niet genoeg mogelijkheden om te vliegen en actief te zijn zorgen dus voor overgewicht. De juiste voeding en genoeg beweging zijn belangrijk om een gezond gewicht te houden.

Sommige vogelsoorten lijken meer aanleg te hebben om te dik te worden. Voorbeelden zijn de grasparkiet, de kaketoe en de amazonepapegaai. Ook tussen rassen kan verschil zijn in hoe snel ze dik worden, zoals bij ganzen en kippen.

     Voer

Vogelvoeding moet goed passen bij de soort. Helaas krijgen lang niet alle vogels een dieet dat geschikt is. Zo worden papegaaien nog te vaak gevoerd met zaadmengsels, waarbij ze selectief gaan eten. Ze pikken dan de lekkerste, vaak vetste, zaden zoals zonnebloempitten en milletzaad eruit en laten de rest liggen. Daardoor missen ze niet alleen belangrijke voedingsstoffen, maar krijgen ze ook te veel vet en te veel calorieën binnen. Dit soort voeding is dus ongeschikt, maar wordt toch nog veel verkocht.

In plaats van zaadmengsels is het bij veel vogels, zoals papegaaien, verstandiger om tenminste een deel van de voeding te laten bestaan uit pellets (of andere voertypen met een uitgebalanceerde samenstelling en waarbij de vogel niet selectief kan eten). Uw vogel zal daar dan wel rustig aan moeten wennen, waarbij u ervoor moet zorgen dat hij wel steeds blijft eten! Meer over hoe u dat aanpakt leest u in ‘Voeding voor papegaaien en parkieten’ (ook voor andere vogelsoorten kunt u dit advies bekijken over het wennen aan pellets)

Ook krijgen vogels nog wel eens snacks die te veel calorieën bevatten en die bovendien veel te groot zijn. Geliefd zijn bijvoorbeeld de gierststengels (trosgierst). Deze bevatten veel vet en zijn, zeker voor kleine vogeltjes, bovendien veel te groot om in één keer als snack aan te bieden. Ook stukjes brood en cracker leveren al snel veel calorieën. Wilt u uw vogel iets tussendoor geven, kies dan iets kleins met weinig calorieën. Wat geschikt is, verschilt per vogelsoort, maar denk bijvoorbeeld aan groente of kleine stukjes fruit of houd iets van zijn dagelijkse portie apart om als extraatje of beloning te geven.

In de bijsluiters vindt u informatie over welke voeding voor uw vogel geschikt is. Voor papegaaiachtigen vindt u bovendien veel informatie in ons document ‘Voeding voor papegaaien en parkieten’.

     Beweging

Veel vogels in gevangenschap krijgen te weinig beweging. Ze hebben een beperkt verblijf en vaak niet de mogelijkheid om echt te vliegen. Ze worden bovendien niet voldoende uitgedaagd om in beweging te komen, bijvoorbeeld door interessante objecten om te onderzoeken, speelgoed of contact met soortgenoten.

Om fit en goed op gewicht te blijven moeten vogels genoeg kunnen bewegen. Ze hebben dus veel ruimte nodig en moeten liefst kunnen vliegen. Natuurlijk moet die ruimte wel veilig zijn voor de vogel. Voor vogels die niet kunnen vliegen, bijvoorbeeld omdat ze ooit geleewiekt zijn of omdat er geen geschikte ruimte is, kan activiteit in de vorm van klauteren (met name bij papegaaien en parkieten), spelen en rondwandelen ook helpen. Vogels zoals kippen, die weinig vliegen, moeten genoeg kunnen rondscharrelen en ook eens een sprintje kunnen trekken.

Bovendien helpt genoeg activiteit om verveling tegen te gaan. Ook dat is belangrijk in de strijd tegen overgewicht, want door verveling kunnen vogels ook blijven eten. Vogels als papegaaien en parkieten kunnen bezig gehouden worden door training en met allerlei speelgoed. Daarnaast is voor elke vogel wel een vorm van voerverrijking mogelijk. Daarbij moeten ze hun best doen voor hun voer, net zoals in de natuur. Daardoor blijven ze lichamelijk en geestelijk actief en vervelen ze zich minder snel. In de documenten over voedselverrijking voor papegaaien en voedselverrijking voor kippen vindt u voorbeelden.

Heeft uw vogel last van lichamelijke klachten die ervoor zorgen dat hij niet graag beweegt, zoals gewrichtspijn, overleg dan met de dierenarts wat hieraan gedaan kan worden.

Is mijn vogel te dik?

Het is voor veel eigenaren niet zo eenvoudig om te weten of hun vogel te dik is. Om dit te controleren kan een Body Condition Score (BCS) handig zijn. U kunt daarmee uw vogel vergelijken met afbeeldingen en beschrijvingen en dan zijn score bepalen. Die geeft een aanwijzing over of de vogel te dun, te dik of goed op gewicht is. Een goed bruikbare BCS is de Pet Size-o-meter voor vogels van UK Pet Food. Het LICG heeft deze mogen vertalen naar de Vogel Maat-o-meter. U vindt de Vogel Maat-o-meter onderaan dit artikel.

Om de juiste score te bepalen is het belangrijk dat u de vogel niet alleen bekijkt, maar vooral ook kunt bevoelen. De veren zorgen er immers voor dat de lichaamsvorm niet zo duidelijk te zien is. Voelen is bij een vogel niet altijd even eenvoudig, maar op de Maat-o-meter vindt u daarvoor handige tips. Doe het altijd voorzichtig. Zorg dat u nooit op de borst van de vogel drukt of de borstkas te stevig vasthoudt, want dan kan hij niet meer goed ademen.

De Maat-o-meter is in eerste instantie ontworpen voor papegaaien en parkieten. Voor andere vogelsoorten is hij ook bruikbaar omdat bij hen in principe dezelfde uitgangspunten gelden. Maar omdat er veel verschillen tussen vogelsoorten zijn, is het goed om het resultaat te bespreken met uw dierenarts. Als u een heel ander type vogel heeft, kan de betekenis van de uitkomst voor uw vogelsoort toch net anders zijn dan voor papegaaiachtigen.

Natuurlijk is het daarnaast verstandig om uw vogel regelmatig te wegen als dat mogelijk is. Het is daarbij goed om het gewicht steeds te noteren zodat u verschillen snel kunt zien. Een kleine vogel kunt u bijvoorbeeld in een klein vervoersbakje op een keukenweegschaal zetten en daarna het lege gewicht van het bakje van het totaalgewicht aftrekken. Papegaaien en parkieten kunt u trainen om op de weegschaal te stappen of bijvoorbeeld op een kleine standaard te gaan zitten die u op de weegschaal kunt zetten. Bij grotere vogels kunt u eventueel samen met de vogel op de weegschaal gaan staan en daarna uw eigen gewicht weer van het totaalgewicht aftrekken. Met uw (vogeldeskundige) dierenarts kunt u overleggen of uw vogel goed op gewicht is.

Vogels kunnen ook vet opslaan op andere plekken dan op hun borst, bijvoorbeeld onder de huid op hun dijen, hun achterlijf of bij hun nek. Dat kan soms gezien worden als een gele laag onder de huid. Het kan eenvoudiger te zien zijn als de vogel nat is, bijvoorbeeld als hij in bad of onder de douche is geweest, omdat de veren er dan minder overheen liggen.

Zorg in alle gevallen dat u de stress voor uw vogel zo laag mogelijk houdt, dat u weet hoe u de vogel moet hanteren en dat u het meten of wegen niet te lang laat duren. Is uw vogel heel lastig hanteerbaar of snel in paniek zodat meten en wegen niet mogelijk is, zorg dan in elk geval voor de juiste voeding, weinig extraatjes en voldoende beweging.

Afvallen? Rustig aan en in overleg!

Is uw vogel te zwaar? Zet hem dan niet zomaar op een streng dieet! Als hij last heeft van een vervette lever, dan kan een streng dieet ervoor zorgen dat de leververvetting ineens toeneemt en dat kan verkeerd aflopen. Voor kleine vogeltjes kan het bovendien snel gevaarlijk zijn als ze te weinig voer krijgen omdat hun stofwisseling erg snel gaat en ze dus ook snel weer nieuwe energie nodig hebben. Zorg voor de juiste voeding met een gezonde samenstelling, genoeg beweging en activiteiten en overleg met uw dierenarts hoe u het afvallen het beste kunt aanpakken.

Vogel Maat-o-meter

Klik op de afbeelding voor de Maat-o-meter voor vogels in PDF formaat.

Vogel maat-o-meter