Sluiten

Pyrrhura's

Pyrrhura’s zijn kleine papegaaiachtigen die steeds populairder worden. Het zijn actieve, speelse en intelligente vogels. Ze hebben naast veel aandacht en voldoende bezigheden ook een goede opvoeding en training nodig. Pyrrhura’s zijn groepsdieren, geef hun dus gezelschap van een soortgenoot. Houd er rekening mee dat pyrrhura’s vrij oud kunnen worden.

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de pyrrhura het huisdier is dat u zoekt.

Algemeen

Pyrrhura’s vormen een geslacht van kleinere papegaaiachtigen uit Zuid-Amerika. Ze behoren officieel bij de familie Psittacidae. De groep van pyrrhura’s, aratinga’s en nog enkele andere Zuid-Amerikaanse soorten wordt ook wel ‘conures’ genoemd.

Pyrrhura’s hebben allemaal een lange staart en een groene basiskleur, met per soort verschillende, kleurige aftekeningen in rood en diverse andere kleuren zoals blauw, wit of bruin. Bij veel soorten zijn de veren van de hals afgezet met een lichte rand waardoor een schubvormig patroon ontstaat. Man en vrouw (pop) zien er hetzelfde uit.

Pyrrhura’s zijn nieuwsgierig, speels, druk, intelligent en sociaal. Ze kunnen soms enkele woordjes leren maar het zijn meestal geen goede praters. In het algemeen zijn ze niet heel luidruchtig. Ze zijn wel snel opgewonden van dingen die ze niet kennen. Ze kunnen dan gaan schreeuwen en dat doen ze soms ook om aandacht te trekken. Om schreeuwen of andere gedragsproblemen zoals bijten te voorkomen zijn een goede opvoeding en veel aandacht belangrijk.

Pyrrhura’s kunnen ruim 20 jaar oud worden, maar halen dat in gevangenschap lang niet altijd.

Verschillende varianten

Er zijn meer dan 30 soorten pyrrhura’s. De kleinste soorten zijn zo’n 22 centimeter(cm) lang, de grootste, Pyrrhura cruentata, ongeveer 30 cm. Het gewicht loopt uiteen van iets meer dan 50 gram tot 100 gram.

Er worden meerdere soorten gehouden in gevangenschap, vooral Pyrrhura molinae en P. frontalis zijn populair. Van een aantal soorten bestaan verschillende kweekmutaties die anders gekleurd zijn, zoals P. molinae ‘cinnamon’, ‘opaline’, ‘turquoise’ of ‘pineapple’ en P. frontalis ‘fallow’.

In het algemeen zijn de kleinere soorten zoals P. emma, P. picta en P. griseipectus iets sneller nerveus of opgewonden dan de grotere soorten als P. molinae, P. frontalis en P. perlata. Er zijn echter ook veel individuele verschillen en veel hangt af van de socialisatie van de vogel.

P. cruentata staat als enige op CITES bijlage I, wat betekent dat hij een gesloten voetring moet hebben en dat u bij de aankoop een EU certificaat moet krijgen. Ook moet u een administratie bijhouden van de gegevens van de vogel. Alle overige soorten staan op CITES bijlage II; van hen moet u een aankoopbewijs hebben en het is belangrijk dat ook zij een gesloten voetring hebben omdat u de legale herkomst van de vogel moet kunnen aantonen. Meer informatie vindt u bij RVO.

 Pyrrhura cruentata Pyrrhura cruentata

Van nature

De verschillende soorten Pyrrhura’s komen verspreid over Zuid-Amerika voor. Ze leven in groepen van zo’n 5 tot 40 dieren in de bovenste boomlaag van diverse soorten bosgebieden en oerwoud en soms ook in plantages. Ze vliegen in groepjes met flinke snelheid vlak boven de boomkruinen terwijl ze naar elkaar roepen. In de vroege ochtend vliegen ze lawaaierig rond en zoeken daarna in kleine of grotere groepen naar voedsel zoals vruchten en zaden in bomen en graslanden. Midden op de dag rusten ze in groepjes in de boomtoppen, waarna ze eind van de middag weer voedsel gaan zoeken.

Hun nest maken ze in boomholtes hoog in de bomen, bij sommige soorten ook wel in holtes tussen de rotsen. In het broedseizoen leven ze in paartjes of kleine groepjes.

Elke soort heeft zijn eigen leefgebied. Meerdere soorten worden bedreigd of zijn kwetsbaar geworden door het kappen van oerwoud en ook wel door vangst voor de handel.

Huisvesting (algemeen)

Pyrrhura’s zijn groepsdieren die graag bij elkaar zitten, elkaar poetsen en samen spelen, houd ze daarom met minimaal een soortgenoot. Een pyrrhura die alleen wordt gehouden heeft ontzettend veel tijd en aandacht nodig en als mens kunt u een soortgenoot niet vervangen.

Pyrrhura’s kunnen onderling ook wel ruzie maken; let dan op dat het niet zo fel wordt dat ze elkaar verwonden want dan moet u hen elk een eigen kooi geven. Volwassen pyrrhura’s moeten eerst rustig buiten de kooi aan elkaar wennen voor ze in één kooi kunnen leven en soms is het beter hen in twee aparte kooien te houden. U kunt ook twee verschillende pyrrhura soorten samen houden. Wilt u een andere papegaaiachtige als gezelschap voor uw pyrrhura, let dan op dat het formaat en temperament van de vogels bij elkaar passen. Combinaties met andere conures gaan vaak goed. Geef bij voorkeur wel elk een eigen kooi en zet de kooien niet direct tegen elkaar aan zodat de vogels elkaar niet kunnen bijten.

Pyrrhura’s kunnen zowel binnen (in een ruime kooi of kamervolière) als buiten (in een volière) gehouden worden. Ze zijn actief en vliegen graag snel heen en weer, ze hebben daarom veel ruimte nodig.

Pyrrhura’s slapen het hele jaar door in een nest. Geef hun daarom een aparte slaapplaats waar ze zich ook overdag kunnen terugtrekken, bijvoorbeeld in de vorm van een nestblok. Geschikte nestblokken zijn 40-60 cm hoog en 20-30 cm breed en diep met een invlieggat van 6-8 cm dat zich ongeveer 10 cm onder de bovenkant bevindt. Maak aan de binnenkant onder het invlieggat wat gaas of latjes vast zodat de vogels gemakkelijk naar buiten kunnen klimmen. Om te voorkomen dat de vogels gaan nestelen is het beter het blok met de ingang richting het licht te hangen; wilt u juist kweken, hang de ingang dan zo dat het in het nestblok donker blijft. Bedek de bodem van het nestblok met bijvoorbeeld zaagsel of klein formaat beukensnippers. Zorg bij meerdere dieren in een verblijf liefst ook voor meerdere slaapplekken zodat elke vogel verzekerd is van een slaapgelegenheid.

Hang genoeg zitstokken op van verschillende diktes, liefst natuurlijke takken van bijvoorbeeld knotwilg of (onbespoten) fruitbomen zoals appelbomen. Houd er rekening mee dat eraan geknaagd zal worden en ze dus regelmatig vervangen moeten worden. Hang ze aan de uiteinden van de kooi zodat de vogels van stok naar stok een eindje kunnen vliegen. De tenen van de vogels moeten voor ongeveer 2/3 om de stok heen kunnen sluiten. Gebruik geen schurende hulzen, deze zijn bedoeld om nagels te laten afslijten maar ze tasten de huid van de poten aan.

In het verblijf moeten meerdere voer- en drinkbakjes zijn. Kies voor materiaal dat goed schoon te maken is, zoals roestvrij staal. Gebruik liefst bakjes die aan de tralies vast te schroeven zijn. In een volière kunnen eventueel ook zwaardere aardewerk bakken gebruikt worden. Plaats de bakjes niet onder de zitstokken zodat er geen ontlasting in valt en niet dicht bij het nestblok.

Pyrrhura’s moeten dagelijks kunnen badderen, bijvoorbeeld in een brede, stevige schaal met water. Een badje in de kooi kan soms rommel geven, vooral in huis. U kunt dan het badje korte tijd in de kooi plaatsen en daarna weghalen of de vogels een badgelegenheid buiten de kooi geven.

Pyrrhura’s zijn intelligente vogels, het is belangrijk dat ze iets te doen hebben. Geef ze daarom speelgoed in de kooi, liefst van natuurlijk materiaal zoals touw (van bijvoorbeeld sisal of hennep), hout of zeegras. Geschikt zijn bijvoorbeeld touwen, ladders, schommels, doosjes om te slopen en dergelijke. Let erop dat het speelgoed veilig is, niet snel kapotgaat en geen scherpe of losse onderdelen, giftige verf of giftige metalen zoals lood en zink bevat. Geef geen speeltjes met kleine onderdelen, scherpe metalen ophanghaakjes of belletjes met klepels die los kunnen komen. Katoentouw moet vervangen worden als er draden vanaf kunnen komen die de krop, slokdarm of maag kunnen verstoppen, om tenen of nek kunnen draaien of waar de vogel zichzelf in kan ophangen. Dat geldt ook voor tentjes en dekentjes waar draden of pluizen af kunnen komen als de pyrrhura eraan gaat knagen. Rubber kan worden opgegeten en in open ballen kan de pyrrhura met zijn kop klem komen te zitten.

Speelgoed in de vorm van (voer-) puzzels is een leuke uitdaging die aansluit bij hun natuurlijke gedrag; in de natuur besteden ze meerdere uren van hun tijd aan voedsel zoeken.

Bied ook knaagmateriaal aan, bijvoorbeeld verse wilgentakken of takken van fruitbomen.

Is het gaas van de volière of de tralies van de kooi gemaakt van gegalvaniseerd ijzer of staal, dan moet dit voorbewerkt worden omdat het zink bevat, wat giftig is. Borstel het goed af met azijn en zet het enige tijd in de buitenlucht zodat het gaat oxideren (roesten), borstel de witte roest die ontstaat goed weg. Dat helpt een zinkvergiftiging (“new wire disease”) voorkomen. Als er na verloop van tijd weer een wit laagje roest verschijnt moet dit herhaald worden. Bij roestvrij staal is dit niet nodig.

     Huisvesting buiten

Wanneer pyrrhura’s buiten gehouden worden moet een altijd toegankelijk, verwarmd binnenverblijf (nachthok) aanwezig zijn waar het bij voorkeur niet kouder dan 10 graden Celsius wordt. Het moet vrij zijn van tocht en vocht en er moet voldoende ventilatie zijn.

Wilt u pyrrhura’s die gewend zijn om binnen te zitten, overzetten naar een buitenvolière, start dan in het late voorjaar of in de zomer bij buitentemperaturen van minimaal 15 graden en geen regen of wind. Breng eerst in huis stapsgewijs de temperatuur omlaag. Zet de vogels daarna in het binnenverblijf van de volière, houd de temperatuur eerst gelijk aan de laagste temperatuur in huis en breng die stapsgewijs verder omlaag. Zorg voor een veilige verwarming: de vogels mogen zich niet kunnen verbranden en de verwarming mag geen giftige dampen vrijgeven bij verhitting!

Oudere, zieke of (deels) kale vogels kunnen zichzelf minder goed warm houden. Zorg dan voor een binnentemperatuur van tenminste 20 graden Celsius. Een warmtelamp kan daarnaast gebruikt worden om plaatselijk de temperatuur te verhogen naar zo'n 25 tot 30 graden, zodat de vogel zelf kan kiezen om warmer te zitten. Houd elektriciteitsdraden buiten bereik van de vogels en zorg dat de dieren zich niet kunnen branden aan de lamp.

Als het vriest kunt u de pyrrhura’s tijdelijk in het binnenverblijf houden. Verwijder in elk geval hun badgelegenheid, omdat ze anders met natte veren kouvatten of met natte poten kunnen vastvriezen aan het gaas tijdens strenge vorst.

Een goede maat voor een volière met twee pyrrhura’s is tenminste 3 x 1 x 2 meter (l x b x h) met daaraan een binnenverblijf van minimaal 1 x 1 x 2 meter. Groter is altijd beter, houd bovendien rekening met het temperament en de activiteit van de vogels en hun onderlinge verstandhouding.

Kies voor een volière met een frame van staal, want aan hout wordt vaak geknaagd. Gebruik stevig, niet buigbaar gaas met een maaswijdte van maximaal 2 centimeter. Overdek tenminste de helft van de volière tegen regen en zon; om contact met ontlasting van wilde vogels te voorkomen kan het verstandig zijn de hele volière te overdekken. Er moet zon én schaduw zijn en beschutting tegen wind. Een sluisdeur voorkomt dat de vogels ontsnappen.

Zorg dat het binnenverblijf af te sluiten is. Dat kan handig zijn om te voorkomen dat ze ’s ochtends heel vroeg beginnen te schreeuwen of dat ze naar buiten gaan als het te koud is. Laat het luik altijd open als de vogels buiten zijn zodat ze zelf naar binnen kunnen.

In het binnenverblijf moet daglicht zijn of u kunt een daglichtlamp gebruiken die u ongeveer 12 uur
per dag laat branden. Gebruik geen TL-verlichting, want de vogels kunnen dit zien flikkeren. Let ook bij LED licht op dat dit goed is aangesloten zodat het niet flikkert.

Op de bodem van het buitendeel kunt u zand, kiezel of aarde gebruiken of u kunt kiezen voor tegels of een betonnen vloer. In het nachtverblijf kunt u zand, houtsnippers of eventueel kippengrit gebruiken.

     Huisvesting binnen

Binnen kunt u de pyrrhura’s houden in een flinke kooi of een kamervolière. Het verblijf moet breed genoeg zijn zodat de vogels een stukje kunnen vliegen. Een geschikte kooi voor een paartje kleine pyrrhura’s is tenminste 120 x 60 x 70 cm (l x b x h), voor de grote soorten minimaal 150 x 80 x 80 cm. Groter is altijd beter. Zet de kooi op een verhoging van tenminste 80 cm, anders voelen de vogels zich niet veilig.

Er moeten horizontale spijlen zijn zodat de pyrrhura’s kunnen klimmen. De spijlen mogen niet verder dan 2 cm (liefst minder) uit elkaar staan en niet kunnen buigen, anders kan de pyrrhura met zijn kop vast komen te zitten of ontsnappen.

Investeer in een grote en degelijke kooi want de vogels zullen er jarenlang in wonen. Pas op dat er geen giftige metalen gebruikt zijn zoals onderdelen van zink. Een kooi met een lade is het meest praktisch met schoonmaken. Haal een vloerrooster er liever uit want pyrrhura’s spelen graag op de vloer en het rooster kan de poten irriteren. Een kooi waarbij u de voer- en drinkbakjes kunt verwisselen zonder met uw handen in de kooi te komen heeft de voorkeur omdat u op deze manier de vogels niet hoeft te verstoren.

Bij een kooi hangt u de nestblokken het beste aan de buitenkant. De kooi moet daarvoor wel vrij hoog geplaatste zijdeurtjes hebben die u kunt verwijderen.

Zet de kooi op een plek zonder tocht, niet naast de verwarming en niet in de volle zon. Plaats hem in de woonkamer in uw directe gezelschap want pyrrhura’s maken graag deel uit van het gezin en de bedrijvigheid. Langs een wand of in een hoek voelen de vogels zich het veiligst. Vermijd plekken naast deuren, geluidsboxen, de computer of de televisie. Zet de kooi niet in de keuken want kookdampen kunnen ongezond zijn.

Rook niet in de ruimte waar de vogels leven en gebruik er geen luchtverfrissers, geurkaarsen of gewone kaarsen, open haard, spray of wierook, want dat is schadelijk voor de gevoelige luchtwegen van de vogels. Gebruik ook geen gourmetstel, tostiapparaat of pannen met PTFE antiaanbaklaag bij de vogels, bij sterke verhitting komen daar giftige dampen af.

Zorg voor voldoende licht maar ook een goede licht-donker cyclus. De papegaai heeft ongeveer 10-12 uur donkerte en rust nodig om voldoende slaap te krijgen. Dek bijvoorbeeld de kooi ’s avonds (deels) af met een doek, maar let wel op dat er nog genoeg frisse lucht moet zijn. Probeer te voorkomen dat de papegaai aan de doek knaagt en gebruik materiaal waar geen pluizen of draden vanaf komen die gevaarlijk kunnen zijn als de vogel ze inslikt. Flitslicht en geluid van televisie en radio kunnen de slaap verstoren. Doe ’s avonds de gordijnen dicht zodat lichten van bijvoorbeeld auto’s de vogels niet storen. U kunt ook de vogels in een andere kamer laten slapen, bijvoorbeeld door een verrijdbare kooi te kiezen of een extra (kleinere) slaapkooi te gebruiken. Op die manier wordt de nachtrust van de vogels zo min mogelijk verstoord.

Op de bodem van de kooi kunt u bijvoorbeeld houtsnippers, papier, zeoliet of kranten gebruiken. Schelpenzand is niet geschikt omdat het stuift en in de ogen en longen van de vogels kan komen.

Pyrrhura’s hebben veel beweging nodig om in conditie te blijven, laat hen elke dag enkele uren uit de kooi. U kunt een speelstandaard maken van hout of een speelboom neerzetten, waar u speelgoed aan kunt hangen en waar uw pyrrhura’s kunnen rondlopen en klauteren.

UV-B licht is nodig voor het aanmaken van vitamine D. Dat is nodig voor de opname van calcium. Het is daarom goed als de vogels bij mooi weer regelmatig even naar buiten kunnen om in de zon te zitten. Zorg er wel voor dat ze ook schaduw hebben. U kunt ook een daglichtlamp gebruiken. Zie ook het artikel over ‘Voeding van papegaaien en parkieten’.

Verzorgen en hanteren

Houd regelmaat in de dagelijkse verzorging zodat uw pyrrhura’s weten wanneer ze aandacht kunnen krijgen en wanneer niet. Aan het begin van de middag hebben de pyrrhura’s hun natuurlijke rustperiode, laat ze dan liever met rust.

Uw pyrrhura moet al in het nest gewend zijn aan mensen, maar zorg ervoor dat hij ook bij u thuis regelmatig op een positieve manier kennis maakt met nieuwe situaties, mensen en objecten zodat hij daarmee leert omgaan.

Pyrrhura’s hebben een consequente opvoeding nodig. Beloon gewenst gedrag, bijvoorbeeld door even tegen hen te praten, en geef rustig en duidelijk uw grenzen aan. Straffen of tegen een vogel schreeuwen werkt averechts.

Laat pyrrhura’s die in huis worden gehouden dagelijks enkele uren uit de kooi om te spelen of in de kamer rond te vliegen. Dat moet uiteraard wel veilig zijn. Kan uw vogel vliegen, zorg dan dat ramen en deuren gesloten en afgedekt zijn (bijvoorbeeld met gordijnen of vitrage). Andere bronnen van gevaar zijn bijvoorbeeld elektriciteitskabels, giftige planten, loodkoord in vitrage, spiegels, open water, hete voorwerpen (zoals kachels, theepot, halogeenlampen) en andere huisdieren zoals honden of katten. Sommige pyrrhura’s kruipen graag ergens onder, bijvoorbeeld tussen kussens op de bank of onder een dekbed, dus pas op als u ergens gaat zitten. Pyrrhura’s zijn niet zindelijk, leg eventueel op plaatsen waar ze vaak gaan zitten een krant neer. Houd altijd toezicht en controleer voor het loslaten van de vogel eerst de kamer.

Zorg dat de pyrrhura’s genoeg aandacht krijgen en genoeg te doen hebben. Dat voorkomt probleemgedrag. Wissel het speelgoed elke paar weken om zodat er steeds iets nieuws te onderzoeken is. Geef elke pyrrhura afzonderlijk dagelijks ook gerichte aandacht, bijvoorbeeld door met hem te spelen of hem iets te leren. Trainen is een goede vorm van aandacht geven en zorgt ervoor dat de pyrrhura zijn hersens kan gebruiken. Een handige oefening om mee te beginnen is om uw pyrrhura te leren om op uw hand te stappen. Vogels die alleen gehouden worden hebben extra aandacht nodig. Reken er dan op dat u zeker zo’n twee uur per dag met de vogel bezig moet zijn.

Pyrrhura’s houden contact met elkaar door geluiden te maken. Maakt uw vogel zachte geluiden om contact met u te maken, reageer daar dan kort op door iets te zeggen. Schreeuwt hij echter om aandacht te trekken, negeer dat dan.

Hun kooi zien veel papegaaiachtigen als territorium. Als uw pyrrhura de kooi verdedigt is het aan te raden om de vogel uit de kooi te laten komen voordat u uw handen in de kooi doet om bijvoorbeeld speelgoed of water te vervangen.

Pyrrhura’s die goed aan mensen gewend zijn houden vaak van knuffelen. Ze kunnen echter ook bijten. Voorkom dat door hen goed op te voeden, met respect te behandelen en rustig te benaderen. Probeer niet te reageren als u eens gebeten wordt zodat de vogel geen succes ervaart. Verdiep u in de lichaamstaal van uw vogel zodat u zijn stemming kunt lezen. Let op met pyrrhura’s en jonge kinderen en blijf erbij. Laat een pyrrhura liever niet op uw schouder zitten, u kunt de vogel daar niet zien en bovendien kan hij dan eventueel in uw gezicht bijten.

Aanraken op de rug, op de staart, tussen zijn poten of onder de vleugels hoort voor de vogel bij partnergedrag en dat kan gedragsproblemen zoals bijten, schreeuwen en frustratie opwekken. Aai de vogels daarom alleen op hun kop, in de nek en eventueel aan de voeten.

Pyrrhura’s gaan soms op hun rug liggen om bijvoorbeeld te spelen, zich te poetsen en ook wel te slapen, schrik daar dus niet van.

Houd er rekening mee dat de pyrrhura’s als ze in de rui zijn, slechtgehumeurd kunnen zijn. Ook in de lente en zomer, als hun hormonen opspelen, kunnen ze tijdelijk agressiever en territorialer worden.

U kunt eventueel overwegen om uw pyrrhura’s te kortwieken. Daarbij wordt van een aantal vleugelpennen een deel van de veer weggeknipt zodat de vogel tijdelijk niet meer goed kan vliegen. Kortwieken heeft voor- en nadelen. Het vermindert de risico’s van wegvliegen of tegen een raam aan vliegen en maakt dat u de vogel gemakkelijker kunt terugzetten in de kooi. Aan de andere kant beperkt het de vogel in zijn bewegingsvrijheid, en afhankelijk van de gekozen methode kan de vogel zijn conditie minder op peil houden en kunnen gekortwiekte veren gaan irriteren en soms verenplukken uitlokken. Overweeg dus goed of het echt nodig is en kortwiek pas nadat een vogel heeft geleerd om te vliegen en de kans heeft gehad zijn vliegspieren te ontwikkelen. Knip altijd aan twee zijden en knip niet te veel veren weg, zodat de vogel niet uit balans raakt waardoor hij kan vallen en zichzelf bezeren. Laat dit de eerste keer voordoen door iemand met ervaring en gebruik een scherpe schaar, want verkeerd geknipte veren kunnen infecties of irritaties veroorzaken.

Als de nagels van uw pyrrhura erg lang worden, kunt u ze knippen. Knip daarbij een klein puntje af met een scherp nageltangetje en pas op dat u niet in de ader knipt die door de nagel loopt. Weet u niet goed tot hoever u kunt knippen, laat het dan door een dierenarts of ervaren iemand voordoen. U kunt ook de nagels voorzichtig vijlen. Bij oude vogels kunnen lange nagels juist helpen om zich op hun stok in evenwicht te houden, laat ze liever lang tenzij ze de vogel gaan hinderen.

Pyrrhura’s baden graag en dit is belangrijk om de huid en veren te onderhouden want de lucht in de woonkamer is voor hen vaak te droog. Vogels die niet willen badderen kunt u regelmatig besproeien met een plantenspuit of u kunt hen meenemen onder de douche. Gebruik een plantenspuit die u niet voor andere zaken gebruikt, vul deze met vers, lauwwarm water en zet hem op een zachte stand. Maak hem na gebruik leeg en droog en zet hem weg zonder dop om schimmelvorming tegen te gaan. Was de plantenspuit regelmatig goed om. Maak de vogel niet te nat en doe dit niet in de avond maar zorg ervoor dat hij voldoende tijd heeft om weer op te drogen.

Ververs dagelijks het drinkwater en was het bakje af. Maak voerbakjes schoon, droog ze goed af en vul ze bij. Verwijder elke dag de ontlasting van de bodem en kijk of deze geen afwijkingen vertoont. Haal etensresten van groente en fruit weg zodat ze niet bederven. Ververs het badwater en spoel het badje goed om.

Controleer elke dag het speelgoed om te zien of het nog veilig is en verwijder het als er losse draden, pluizen of splinters te zien zijn of als blijkt dat de vogel er stukjes afknaagt.

Vervang bij een binnenkooi of kamervolière tenminste wekelijks de bodembedekking en reinig de bodem van de kooi, de zitstokken en waar nodig het speelgoed. Geef de hele kooi, inclusief alle inrichting, minimaal maandelijks een grote beurt. Spoel altijd goed na met water zodat er geen resten schoonmaakmiddel achterblijven.

Verwijder bij een volière dagelijks vieze plekken uit het binnenverblijf. Vervang regelmatig de eventuele bodembedekking daar. Hoe vaak dit moet is afhankelijk van het type bodembedekking. Materialen zoals houtsnippers moeten vaker vervangen worden dan zand of grit omdat ze vochtig kunnen worden en kunnen gaan schimmelen. Maak zitstokken en andere inrichting tenminste eens per week schoon. Verwijder vieze plekken in het buitendeel van de volière tenminste wekelijks. Gebruikt u zand of aarde, spit dan de bovenste laag elke paar weken om. Andere typen bodembedekking in het buitenverblijf kunt u elke maand tot elke drie maanden vervangen.

Was uw handen na het hanteren van de vogel of het verschonen van de kooi, vogels kunnen ziekten (zogenaamde zoönosen) op mensen overbrengen.

Voeding

In de natuur eten pyrrhura’s vruchten, zaden en bloemen van bomen, graszaden, noten, rijst, mais, bessen, jonge bladeren en scheuten en soms insecten en larven.

Laat de basisvoeding bestaan uit pellets of speciaal samengestelde balletjes of koeken. Dit is compleet voer en het voorkomt dat de vogels gaan selecteren, waarbij tekorten kunnen ontstaan die de gezondheid schaden. De balletjes en koeken geven de vogels bovendien iets te doen.

Soms worden zaadmengsels gebruikt als basis, maar omdat dit geen compleet voer is moeten er dan o.a. eivoer, mineralen en vitaminen bijgevoerd worden. Het is dan lastig te bepalen of de vogel wel de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt en dan kunnen er tekorten of juist overmaat ontstaan. Goede kwaliteit zaden kunnen als extraatje naast pellets gegeven worden maar geef niet te veel, één of twee theelepels per dier is voldoende. Geef niet te veel zonnepitten, deze zijn erg vet. Ze zijn wel geschikt als beloning bij het trainen.

Naast deze basisvoeding moet ongeveer 30% van de voeding uit een variatie van groente en fruit bestaan. Vooral donkergroene (blad-) groenten en rode of gele groenten zijn gezond omdat ze veel caroteen bevatten. Geschikt zijn bijvoorbeeld andijvie, paprika, boerenkool, wortel, sla, bloemkool, broccoli, lof, spinazie, pompoen, gekookte sperziebonen, mais, komkommer, peper, appel, banaan, peer, kiwi, mandarijn, sinaasappel, mango, druiven, frambozen, bessen, perzik, vijgen en ook planten als paardenbloemblad of goudsbloem. Kies onbespoten groente en fruit; kan dat niet, was groente dan heel goed en schil het fruit.

Af en toe kunnen gedroogde vruchten zoals vijgen of rozijnen worden gegeven, maar let op dat die niet met zwavel behandeld zijn.

Geef van steenvruchten zoals kers, abrikoos en perzik maar ook van appels niet de pitten want die bevatten een beetje cyanide.

Geef groente en fruit in een apart bakje, los van de pellets en zaden.

Als extraatje kunt u ongebrande en ongezouten noten zoals walnoot, een stukje hardgekookt ei, een stukje trosgierst of wat gekookte bruine rijst geven. Doe dat hooguit een paar keer per week en geef kleine beetjes.

Als er opgroeiende jongen zijn en eventueel ook tijdens de rui is het belangrijk om wat extra eiwitten te geven in de vorm van eivoer. Zorg er wel voor dat de vogels ook hun pellets blijven eten, dus geef niet te veel.

Avocado is giftig voor vogels. Ook rabarber en ui-achtigen zoals prei en ui zijn niet geschikt. Pinda’s kunnen schimmels bevatten die giftige stoffen produceren (aflatoxinen) die leverschade kunnen veroorzaken. Gebruik alleen pinda’s die geschikt zijn voor menselijke consumptie. Geef geen gekruid of zout voedsel, voedsel met suiker, chocolade of koekjes.

Om te zorgen dat de pyrrhura’s altijd voldoende calcium en andere mineralen ter beschikking hebben, kunt u een stuk sepia en een mineralenblok in de kooi hangen.

Het is niet duidelijk of pyrrhura’s maagkiezel nodig hebben. Vogels gebruiken dit om in hun maag de zaden mee te vermalen, maar papegaaien pellen de zaden voor ze deze opeten. Toch hebben ze vaak wat maagkiezel in hun maag. Bied daarom eens per 1 tot 2 weken een klein beetje maagkiezel aan in een apart bakje. Geef maximaal een halve theelepel per dier want een overmaat kan leiden tot een (levensbedreigende) maagdarmverstopping.

Bied tenminste een deel van het voedsel aan in de vorm van voerspeelgoed zodat de vogels moeite moeten doen voor hun voedsel en er langer mee bezig zijn. Tips hiervoor vindt u in het document over ‘Voedselverrijking voor papegaaien’.

Zorg dagelijks voor vers drinkwater.

Meer informatie over voeding van papegaaien en parkieten en het overwennen naar pellets leest u in het Praktisch document over ‘Voeding voor papegaaien en parkieten’.

Voortplanting

Bij de pyrrhura zien man en vrouw er hetzelfde uit en ook in gedrag is er weinig verschil. Een geslachtsbepaling kan worden gedaan aan de hand van DNA of via een endoscopie.

Voor het kweken is het belangrijk dat de vogels elkaar leuk vinden. Een goed paartje zit veel naast elkaar, poetst elkaar en eet samen. Sommige soorten kweken vrij gemakkelijk, bijvoorbeeld P. molinae, bij anderen zoals P. perlata, P. picta en P. pfrimeri is het kweken lastig.

De paartijd verschilt in de natuur per soort. In gevangenschap begint dit meestal in het voorjaar maar bij dieren die binnen leven kan dit ook later in het jaar zijn.

Tijdens de balts zet de man zijn veren op en zijn staart omhoog. Ook het vrouwtje steekt haar staart omhoog en beweegt deze heen en weer als ze het mannetje accepteert. Ook kunnen ze elkaar voeren. De vogels maken een nest in het nestblok met behulp van bijvoorbeeld de bast die ze van verse wilgentakken strippen, zaagsel en papiersnippers.

De paring gebeurt terwijl de vogels naast elkaar op stok zitten, waarbij het mannetje zijn achterlijf onder dat van het vrouwtje draait. Na een paar dagen wordt het eerste ei gelegd. Om de dag komt er een ei bij. In totaal bestaan legsels uit 2 tot 9 eieren, vaak 4 of vijf. In de periode van het eieren leggen heeft het vrouwtje wat meer kalk nodig.

De eieren komen meestal uit na 20 tot 25 dagen broeden, soms duurt het tot 30 dagen. Bij sommige soorten broeden beide ouders maar vaak alleen het vrouwtje. Ze blijft dan in het nest en wordt gevoerd door de man.
Verstoor het nest niet kort na het uitkomen van de jongen, veel pyrrhura’s kunnen daar slecht tegen en raken gestrest. Ze zijn doorgaans fel in het verdedigen van hun nest. Voer een nestcontrole liefst uit als de ouders van het nest af zijn.

De jongen worden gevoerd door hun ouders, die voedsel opgeven uit hun krop.

De jongen moeten geringd worden om te kunnen aantonen dat ze in gevangenschap zijn geboren. Bij P. cruentata is dat verplicht en heeft u speciale CITES ringen nodig, maar bij de andere soorten is het ook belangrijk om jongen te ringen omdat u de legale herkomst moet kunnen aantonen. Ringen kan bij kleine legsels rond hun 8e dag, bij grote legsels rond de 12e dag. Dit is vaak ook het moment dat de ogen opengaan. Heeft u jongen, ga dan na wat de juiste ringmaat is voor uw soort. Ringen kunt u bestellen bij verschillende vogelbonden die door RVO erkend zijn, zie ook de website van RVO

Na 6 tot 8 weken vliegen de jongen uit. Ze eten dan deels zelfstandig maar worden ook nog twee tot vier weken door hun ouders gevoerd. De jongen bedelen bij hun ouders door te roepen en met hun uitgespreide vleugels te trillen.

Jongen hebben vaak minder felle kleuren dan hun ouders en minder rode aftekeningen. Vanaf een leeftijd rond zes maanden komen de jonge vogels voor het eerst in de rui, daarna krijgen ze het volwassen verenkleed.

Het is belangrijk dat de vogels bij hun ouders opgroeien en door hen worden grootgebracht. Dat helpt gedragsproblemen voorkomen. In het Besluit houders van dieren is wettelijk vastgelegd vanaf welke leeftijd de jongen van hun ouders gescheiden mogen worden. Dit verschilt per soort maar ligt tussen 67 en 73 dagen. Handopfok mag alleen als de ouders niet voor de jongen kunnen zorgen of een jong verstoten.

De leeftijd waarop pyrrhura’s geslachtsrijp worden, verschilt per soort, soms is dat vanaf ongeveer een jaar of zelfs eerder maar bij andere soorten kan het pas na twee tot drie jaar zijn zoals bij P. cruentata. Begin niet te vroeg met kweken.

Ziekten en aandoeningen

Een gezonde pyrrhura is actief, alert en nieuwsgierig. De veren liggen aangesloten en zien er schoon en netjes uit. De ogen, neus en cloaca zijn schoon en de vogel eet goed. Hij ademt met gesloten snavel en zonder bijgeluiden.

Pyrrhura’s zijn prooidieren en zullen daarom niet snel laten zien dat ze ziek zijn. Daarom is het belangrijk uw vogels goed te kennen en dagelijks te observeren. Weeg uw vogels tenminste elke week en op hetzelfde tijdstip zodat u kunt zien of ze op gewicht blijven. Let ook op de hoeveelheid en vorm van de ontlasting. Bij vogels die veel fruit eten is de ontlasting meer en vochtiger dan bij vogels die vooral zaden of pellets eten. Zorg dus dat u weet wat voor uw vogel normaal is.

Signalen van ziekte zijn onder andere:

  • meer of minder eten of drinken;
  • verandering in gedrag en houding zoals sloom zijn, veel slapen, veel in een hoekje of op de bodem van de kooi zitten, bol zitten, op twee poten slapen, een of twee vleugels laten hangen, kreupel lopen, evenwicht verliezen;
  • moeilijk ademen (hoorbare adem, met de staart wippen bij het ademen, ademen met open snavel);
  • uitvloeiing bij ogen of neus;
  • afwijkende ontlasting zonder dat de vogel ander voedsel heeft gekregen (behalve tijdens het nestelen, dan heeft de vogel soms grotere, meer ruikende ontlasting) en/of vieze cloaca;
  • afwijkingen aan de veren, verlies van veren buiten de rui om, veel krabben of plukken, kale plekken.

Papegaaienziekte of psittacose (ook wel chlamydiose) wordt veroorzaakt door de bacterie Chlamydia psittaci. Symptomen zijn onder andere lusteloosheid, slecht eten, neusuitvloeiing, niezen, moeilijk ademen, ontstoken ogen en slijmerige groene of gele ontlasting. Meestal zijn de vogels ernstig ziek en als niet snel wordt behandeld kunnen ze overlijden. De bacterie kan gemakkelijk worden overgedragen via traanvocht, snot, slijm en ontlasting. Deze ziekte is ook besmettelijk voor mensen en is dus een zoönose. Vogels die de bacterie bij zich dragen vertonen niet altijd symptomen, maar kunnen dan wel andere vogels en mensen besmetten. Het is daarom aan te raden een nieuw gekochte vogel hierop te laten testen.

Pyrrhura’s zijn vatbaar voor polyoma. Dit wordt veroorzaakt door het polyomavirus (APV). Het komt vooral voor bij jonge vogels, nog in het nest, zij kunnen hierdoor plotseling overlijden. Pyrrhura’s die ouder zijn vertonen vaak geen symptomen. Ze kunnen het virus wel tot 8 weken en bij uitzondering tot 16 weken lang uitscheiden via ontlasting, huid en veerstof. Als oudere vogels wél ziek worden dan zijn ze vaak ook besmet met PBFD (zie verderop). Het is verstandig om nieuwe vogels te laten testen op polyomavirus.

Kliermaag-dilatatieziekte (KDZ), ook bekend als PDD (proventricular dilatation disease) is een besmettelijke aandoening waarbij o.a. de zenuwen die het maagdarmkanaal besturen worden aangetast. Vogels vallen af, braken of hebben onverteerde zaden in hun ontlasting. Ze hebben honger doordat het eten niet goed verteerd wordt en vaak gaan ze dood aan ondervoeding. Ook zenuwverschijnselen zijn mogelijk. Vogels kunnen besmet zijn zonder dat ze symptomen vertonen. Ze zijn dan wel besmettelijk voor andere papegaaien, waarschijnlijk onder andere via ontlasting.

PBFD (psittacine beak and feather disease), snavel- en veerrotziekte, wordt veroorzaakt door een circovirus. Het komt vooral voor bij jonge vogels en tast het immuunsysteem aan. Bij de acute vorm kunnen vogels ineens overlijden. Jonge vogels in het nest kunnen sloom en ziek zijn met braken en groene diarree. Bij de chronische vorm is een belangrijk verschijnsel het verliezen van veren en er kunnen slecht gevormde, snel brekende en soms verkleurde veren ontstaan. Ook kunnen de snavel en de nagels worden aangetast. Vogels overlijden vaak aan bijkomende infecties doordat het immuunsysteem onderdrukt wordt. Er is geen behandeling tegen de ziekte. PBFD wordt overgebracht via ontlasting, afscheiding uit de krop en veerstof en mogelijk ook van via het ei. Het virus kan lang in de omgeving overleven. Vogels kunnen het virus ongemerkt bij zich dragen en kunnen het dan overdragen naar andere vogels. Het is aan te raden om nieuw gekochte vogels op PBFD te testen.

Pyrrhura’s zijn relatief gevoelig voor infectie met Malassezia, een schimmel. Dit komt vooral voor bij vogels met een slecht dieet, bijvoorbeeld bij vitamine A tekort, en kan ook te maken hebben met een onderliggende allergie.

Acute luchtwegproblemen kunnen heftig verlopen en dodelijk zijn. Ademhalingsproblemen kunnen worden veroorzaakt door infecties met bacteriën of schimmels, zoals aspergillose. Aspergillus kan te vinden zijn in schimmelend voer en in materialen zoals nestmateriaal en houtschaafsel.

Luchtwegproblemen kunnen ook veroorzaakt worden door irritatie en vergiftiging door rook, stof of dampen van bijvoorbeeld luchtverfrissers, schoonmaakmiddelen, (geur-)kaarsen, verbrand voedsel of een oververhitte PTFE antiaanbaklaag. Een heel klein beetje kan al problemen geven, dus houd deze altijd ver uit de ruimtes waar vogels leven! Vertoont uw vogel symptomen van slaperigheid, moeilijk en/of fluitend ademen, verstoorde coördinatie, zwakte of epileptische aanvallen, zorg dan voor frisse lucht en neem direct contact op met een dierenarts.

Darminfecties kunnen het gevolg zijn van darmparasieten, gisten of bacteriën, zoals Salmonella. Laat geen resten fruit of ander (vochtig) voer in de kooi liggen, omdat dit snel bederft. Salmonella is ook voor mensen besmettelijk.

Soms leggen vrouwtjes ook eitjes als er geen mannetje in de buurt is. Haal ze niet weg want dan zal ze er steeds nieuwe eieren bijleggen. Laat ze liggen tot ze zelf interesse verliest. Als een vrouwtje eieren blijft leggen kan ze een gebrek aan calcium krijgen. Daardoor kan ze onder andere verlammingsverschijnselen krijgen en ook legnood.

Een vrouwtje met legnood kan haar ei niet kwijt. Ze zit vaak op de bodem met een dik achterlijf en opgezette veren. Legnood kan behalve door calciumgebrek ook veroorzaakt worden door stress, kou en temperatuurschommelingen. Het is gevaarlijk want eieren die in het lichaam breken zorgen voor infecties. Hanteer een vogel met legnood daarom heel voorzichtig! Raadpleeg een vogelarts als uw vogel problemen heeft met het leggen van eieren.

Pyrrhura’s kunnen soms hun eigen veren uitplukken. Laat een ervaren vogelarts uw pyrrhura onderzoeken om lichamelijke oorzaken uit te sluiten. Komt daar niets uit, dan kunnen factoren uit de omgeving, zoals een te kleine kooi of te droge lucht een rol spelen. Daarnaast kan verveling of stress een oorzaak zijn. Zorg ervoor dat uw pyrrhura genoeg te doen heeft, bijvoorbeeld met voerspeeltjes en door voor voldoende sociaal contact te zorgen. Schakel eventueel een papegaaiengedragsdeskundige in.

Vergiftiging kan verschillende symptomen geven zoals evenwichtsverlies en andere zenuwverschijnselen, slecht eten, sloomheid en ademproblemen. Mogelijke oorzaken zijn opname van giftige metalen (zoals lood uit gordijnkoorden of oude verf, of zink, wat kan vrijkomen als de vogel veel aan zijn (nieuwe) kooi knaagt of in metalen ophangdelen van speeltjes kan zitten), of het eten aan giftige planten.

Twijfelt u over de gezondheid van uw pyrrhura, neem dan zo snel mogelijk contact op met een dierenarts die deskundig is op het gebied van vogels. Zorg dat een zieke pyrrhura warm wordt gehouden met behulp van een warmtelamp boven een deel van de kooi.

Bij aankoop is het verstandig uw pyrrhura te laten nakijken door een dierenarts die ervaring heeft met vogels. Laat hem in elk geval testen op papegaaienziekte (psittacose) en in overleg met de dierenarts eventueel op overige besmettelijke ziekten, zeker als u nog meer kromsnavels heeft. Ook daarna is een jaarlijkse controle raadzaam.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van pyrrhura’s is het prettig als u eerder papegaaiachtige vogels heeft gehouden. Heeft u geen ervaring maar bent u wel bereid zich eerst goed in papegaaien en hun gedrag en behoeftes te verdiepen, dan zijn P. frontalis en P. molinae het meest geschikt. Pyrrhura’s zijn niet zo moeilijk te verzorgen maar de opvoeding vergt inspanning en tijd. Realiseer u dat deze vogels zo’n twintig jaar oud kunnen worden. Voor wie meer over zijn vogel wil leren zijn er cursussen en boeken over gedrag van papegaaiachtigen.

Aanschaf en kosten

Pyrrhura’s kunt u aanschaffen bij een kweker die is aangesloten bij een van de bonden zoals Pakara, de Parkietensociëteit of de NBvV (Nederlandse Bond van vogelliefhebbers) of bij een gespecialiseerde dierenspeciaalzaak. Let er bij aanschaf op dat de vogel levendig en niet bang is, schone en goed aangesloten veren heeft en een schone neus, ogen en cloaca heeft en dat ook de huisvesting er schoon uitziet.

Zorgvuldige kwekers geven hun vogels een vaste (gesloten, ronde en onbeschadigde!) voetring met het geboortejaar er op. Vogels zonder gesloten pootring kunnen afkomstig zijn uit malafide handel. Vraag ook altijd om een aankoopbewijs zodat u de legale herkomst kunt aantonen. Zoekt u specifiek een man of een pop, vraag dan om een DNA certificaat met daarop het ringnummer van de vogel. Bij aanschaf van een Pyrrhura cruentata moet u een EU-certificaat krijgen en bij deze soort is de pootring wettelijk verplicht.

Koop alleen vogels die door hun ouders zijn grootgebracht en zelfstandig eten; let op dat ze niet jonger mogen zijn dan wettelijk is toegestaan volgens het Besluit houders van dieren. Dit verschilt per soort maar is minimaal 67 dagen.

Zorg dat u de kooi met inrichting klaar heeft staan voordat u een pyrrhura aanschaft. Laat de nieuwe vogel de eerste week rustig wennen aan zijn kooi en aan u voordat u hem in de kamer laat. Heeft u nog meer vogels in huis, houd de nieuwe vogel dan tenminste een maand in quarantaine in een aparte ruimte en volledig gescheiden van de andere vogels.

De aanschafprijs van pyrrhura’s is afhankelijk van de soort en de kleurmutatie. Prijzen lopen uiteen van zo’n 75 euro voor de meer gangbare soorten tot rond 300 euro voor moeilijk te kweken soorten of speciale kleurslagen. Voor een groot formaat kooi of (kamer-) volière bent u al snel 400 euro of meer kwijt. Bezuinig hier echter niet op; bedenk dat de vogels hier misschien wel 20 jaar of langer in zullen leven en dat een goede huisvesting veel problemen kan voorkomen!

Terugkerende kosten zijn die voor voer, bodembedekking en aanschaf van nieuw speelgoed en andere inrichting van de kooi. Medische kosten bestaan uit eventuele tests direct na aanschaf, een jaarlijkse gezondheidscheck en daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. Het is mogelijk een ziektekostenverzekering voor papegaaien af te sluiten. Denk ook aan kosten van een cursus en/of boeken over papegaaiengedrag.

Aandachtspunten

  • Mocht uw pyrrhura probleemgedrag vertonen, dan is het mogelijk een papegaaiengedragsdeskundige in te schakelen die u kan helpen dit gedrag te veranderen.
  • Bedenk dat vogels in huis veel rommel kunnen geven! U zult dus veel moeten schoonmaken. Bovendien zult u uw huis moeten inrichten op uw vogels zodat zij geen gevaar lopen als ze uit de kooi zijn.