Sluiten

Puppykalender - week 16

Je pup wordt zo langzamerhand zelfverzekerder en heeft zijn plek in huis al helemaal gevonden. Misschien wordt hij ook wat eigenwijzer en ondernemender en daagt hij je uit met zijn speelgoed. Het wordt een echte druktemaker!


De onderwerpen van week 16:


    Trekspelletjes

    Veel honden gaan vanaf de leeftijd van zestien weken onderzoeken waar de grenzen liggen, hoe sterk ze zelf zijn en hoe zijn groepsgenoten op hem reageren. Niet omdat hij plannen heeft om ‘de macht over te nemen’, maar omdat het belangrijk voor hem is om te leren hoe anderen op hem reageren en hoe hij daarmee om kan gaan. Dit doen ze op een speelse, beetje risicoloze manier. Ze dagen je uit om met hen te spelen, bijvoorbeeld met een flostouw of een sok met een bal erin.

    Een trekspelletje is een prima manier om de band met je pup te versterken én om hem wat te leren. Zorg dat je pup volgens de regels speelt: hij mag bijvoorbeeld niet zijn tanden in jouw hand zetten. Doet hij dat toch, roep direct ‘au’ en stop dan even met spelen. Speel dan weer verder. Voel je weer zijn tanden, roep dan weer ‘au’, stop met spelen en berg het speeltje op. Zo leert hij dat dit niet de manier is om een leuk spel met jou te doen.

    Blijf ook oefenen met het loslaten van het speeltje als jij daarom vraagt, in eerste instantie door te ruilen voor een snoepje of een ander speeltje.

    Let nog steeds op dat je niet te wild speelt, want je pup is nog lang niet uitgegroeid. Schud het speeltje niet te hard heen en weer en beweeg het niet op en neer want dat kan de nek van de hond beschadigen. Til de hond ook niet op aan het speeltje en houd er rekening mee dat het wisselen van zijn tanden kan maken dat hij gevoeliger is.

    Meer over trekspelletjes spelen met je hond lees je hier.



    Kinderen en honden

    Heb je zelf kinderen? Dan is het heel belangrijk hem te leren hoe ze met je pup moeten omgaan en wat ze wel en niet kunnen doen. Zeker als de pup ouder begint te worden en zich niet meer zomaar overal in zal schikken, kunnen er anders problemen ontstaan.

    Leer je kinderen om jou erbij te roepen als ze een probleem met de pup hebben. Bijvoorbeeld als hij iets van hen heeft gepakt en ermee wegrent. Dat is veiliger dan als ze dat zelf proberen op te lossen!

    Op onze website lees je meer over veilig omgaan met honden en de tien gouden regels. Op het ‘kids’ gedeelte van onze website kunnen kinderen zelf meer lezen over omgaan met honden.


    Wie laat de hond uit?

    Laat jonge kinderen niet alleen met de pup op pad gaan. Misschien kan jouw kind de pup zelf wel aan; veel moeilijker wordt het in situaties met andere honden. Deze verantwoordelijkheid kun je eigenlijk niet aan jouw kinderen overdragen. Stel dat een andere hond ruzie zoekt met jouw pup: wat doet jouw kind dan? Er kan een gevaarlijke situatie ontstaan. Bovendien heb je kans dat je pup dingen leert die je liever niet wilt, want een kind kan de pup nog niet zo goed begeleiden en sturen. Blijf er daarom altijd zelf bij.


    Nageltjes knippen en borstelen

    Om ervoor te zorgen dat de nageltjes niet te lang worden is het verstandig ze regelmatig even te knippen. Hou het bij een millimetertje. Jouw pup vindt dat prima en gaat hij het de normaalste zaak van de wereld vinden. Blijf ook regelmatig oefenen met het borstelen van zijn vacht en breid dat langzaam uit over zijn hele lijf.

    Lastige plekken waar snel klitten ontstaan als je pup langer haar heeft, zijn bijvoorbeeld onder de oksels en bij de achterpoten. Wees daar voorzichtig zodat je hem geen pijn doet. Vergeet ook niet zijn oren meteen even te controleren.

    Voor zowel nagels knippen als borstelen geldt: kies een rustig moment, beloon je pup met je stem als hij het goed toelaat en stop voordat hij het vervelend gaat vinden.



    Zindelijkheid

    Hoe staat het inmiddels met de zindelijkheidstraining? Bij sommige honden gaat dat heel snel, andere honden hebben langer de tijd nodig om helemaal zindelijk te worden. Hoe beter je zelf oplet en hoe meer je kunt voorkomen dat je pup in huis plast, hoe sneller het zal gaan. Maar dan nog kan het bij sommige pups best wel even duren en hebben ze nog wel eens een ongelukje. Blijf gewoon regelmatig naar buiten gaan, in elk geval na slapen, eten, drinken en spelen of opwinding. Zijn blaasspieren moeten nog wat getraind worden en dat kost tijd.

    Sommige pups doen ook ‘deemoedsplasjes’, bijvoorbeeld als je thuiskomt en hem begroet of als hij een standje krijgt. Daarmee geeft hij zijn onderdanigheid aan. Als jouw pup dat doet, begroet hem dan zo rustig mogelijk. Loop bijvoorbeeld gewoon door terwijl je hem vriendelijk gedag zegt, geef niet te veel aandacht en buig niet over hem heen.

    Straf hem nooit voor het doen van een plasje: hij kan er immers niks aan doen. Hij heeft nog geen totale controle over zijn blaasspieren en een deemoedsplasje is dus zelfs een gebaar om aan te geven dat hij jou als leider ziet.

    Zit er echter helemaal geen vooruitgang in en blijft jouw pup veel in huis plassen? Laat hem dan eens nakijken door de dierenarts, want in dat geval kan er ook iets aan de hand zijn.

    Meer over zindelijkheid en problemen die je tegen kunt komen lees je hier.


    week
    < 16 >